Een professionele kijk op erfgoed

ONTMOETING MET JAN GOEDHART - ARCHITECT BNA

Jan Goedhart, verbonden aan het architectenbureau FKG architecten aan de zaan bna, is een van de vele Zaankanters wie het Zaans cultureel erfgoed op een bijzondere wijze ter harte gaat en die zich actief inzetten voor het behoud en de bescherming ervan.
FKG is vooral bekend door de vele aansprekende moderne nieuwbouwprojecten zoals die overal in de Zaanstreek te zien zijn. Naast de bibliotheken van Krommenie en Wormerveer ontwierp FKG ook de bij het plan behorende woningen en appartementen. De bibliotheek van Wormerveer is bovendien onderdeel van een groot renovatieproject waarbij een gerestaureerd monumentaal pand een centrale plaats inneemt.

door Simon Zuurbier - Juni 2005

FKG Architecten
De bibliotheek van Krommenie.
FKG Architecten
Luxe woontorens met een uitstraling van klassieke industriegebouwen.
FKG Architecten
Het Booncomplex in Wormerveer.
Zonder FKG direct aan een bepaalde stijl te willen verbinden is het duidelijk dat Jan Goedhart is geïnspireerd door het “Nieuwe Bouwen”, een bouwstijl die zich kenmerkte door functionaliteit, ruimtelijkheid en transparantie,- het zonlicht krijgt vrij spel door ruimbeglaasde gevels. Ook Jan Goedhart maakt in zijn ontwerpen gebruik van materialen en constructiemethoden die in die tijd, in Nederland vanaf 1915, werden toegepast: glas, metaal- en betonconstructies. Daarnaast werkt hij met robuust metselwerk in frisse kleurpatronen en schuwt hij geenszins het gebruik van een natuurlijk materiaal zoals hout.

Het werkterrein van FKG strekt zich niet alleen uit tot de regio, het bureau werkt ook aan opdrachten buiten de landsgrenzen. De opgaven zijn zeer divers: ze reiken van woningbouw tot grote utiliteitswerken. Uniciteit en de aanwezige kwaliteit van stedenbouwkundige en landschappelijke elementen van de locatie zijn de twee uitgangspunten voor de visie van FKG op het bouwen. Dat betekent tevens dat men werkt met historisch besef en vakmanschap waar het restauraties betreft. Wij spreken met Jan Goedhart over zijn activiteiten als restauratiearchitect.

Het gesprek vond plaats in een door FKG zelf ontworpen, modern kantoorgebouw, dat aan de oever van het Zaandijker Wijd gelegen is en een riant uitzicht biedt over het water en de veenweiden van de Kalver polder. Het kantoor staat naar het schijnt op een historische plek: Hier stond De Koperslager of Kopermolen, ook kortweg 't Koper genoemd. De ingemetselde gevelsteen verwijst echter naar molen De Grootvorst een zogenaamde pelmolen, die zijn naam te danken had aan Czaar Peter de Grote. Nadere informatie leerde dat de gevelsteen afkomstig is uit de nabijgelegen cacaofabriek. Molen De Grootvorst stond immers tot 1928 aan de overzijde aan de Kalverringdijk, daar waar nu molen de Poelenburg staat.

Wij wilden in dit gesprek graag weten wat zijn visie is op restauratiearchitectuur. Waardoor laat hij zich leiden bij de restauratie van cultuurhistorisch waardevolle monumenten? Betekent restauratie a priori terugrestaureren naar het oorspronkelijke ontwerp? Goedhart: “Ik beschouw mijzelf als een professional, en kijk vanuit mijn discipline als architect wellicht anders tegen cultuurhistorisch erfgoed aan dan anderen.” Hij licht deze reactie toe aan de hand van enkele projecten zoals het Boon- of Pettecomplex en de Watertoren van Assendelft.

Goedharts betrokkenheid bij het Zaans cultureel erfgoed moge blijken uit het feit dat hij sinds kort voorzitter is van de monumentencommissie Wormerland. Als zodanig zet hij zich in voor onder andere het behoud van het pakhuis Wormerveer. Een uniek object, dat met zijn houten skelet en stenen ombouw de overgang markeert van de traditionele houtbouw naar de fabrieksbouw van rond 1900. Eventuele verplaatsing en de reconstructie laten nog steeds op zich wachten. In ieder geval is de aanvraag van de eigenaar ADM CACOA voor een sloopvergunning vooralsnog niet gehonoreerd! De gemeente Wormerland, die het project van harte ondersteunt vanuit het besef dat het pakhuis een enorme aanwinst voor de Zaanoever zou zijn, is in onderhandeling met de eigenaar. In het uiterste geval, d.w.z. wanneer de onderhandelingen tot niets leiden, is wellicht voorbescherming het enige redmiddel.

FKG Architecten
Sloop van het ijspakhuis, Hoogstraat 10 in Koog aan de Zaan in 1991
Foto: Gemeente Archief Zaanstad
De afbraak van het ijspakhuis van Dil in Koog aan de Zaan in 1991, een van de eerste gewapend betonconstructies in Nederland, heeft hem danig gestoken en was mede een reden zich in te zetten voor het behoud van monumenten in de Zaanstreek. Zijn verontwaardiging over de gedeeltelijk illegale sloop leidde destijds tot een voorstel het restant te laten staan en er een glazen wand in te zetten.
Goedhart heeft iets met de Zaan. Is dat begonnen toen hij als dertienjarige met een arbeidskaart van de gemeente op zak cacao stak in de fabriek? Of al eerder? In 1996 werd hij door Tom Brinkman gevraagd als deskundige lid te worden van de monumentencommissie Zaanstad op grond van zijn kennis van met name jonge monumenten. Het had in die tijd overigens weinig gescheeld of er was voor het vervallen Boon-complex, de cacaotoren en de chocoladefabriek, een vroeg voorbeeld van het Nieuwe Bouwen van de Wormerveerder Mart Stam, een sloopvergunning afgegeven. FKG kreeg van De Woonmij Zaanstad, die het complex kocht om daar haar kantoor- en woonzorgactiviteiten onder te brengen, de opdracht een restauratieplan te maken. Inderdaad is het bureau er uitstekend in geslaagd de panden hun monumentale waarden terug te geven. Zeker geldt dit voor het exterieur. Dat in de ruimte binnen weinig meer herinnert aan de industriële productie in de voormalige chocoladefabriek is een keuze die o.a. ook bepaald werd door het aanbrengen van een nieuwe vloer 80 cm boven de bestaande teneinde de kenmerkende betonnen paddestoelkolommen te behouden. En toch?, toch zal een argeloze bezoeker wellicht verbaasd reageren als hij hoort dat de ontvangstruimte waar hij zich bevindt ooit deel uitmaakte van een cacaotoren. FKG Architecten Is het achteraf gezien binnen niet wat al te ’clean’ geworden? Reminiscenties aan het industrieel verleden ontbreken verder nagenoeg geheel in het interieur. Niettemin beschouwt Goedhart het resultaat als een best haalbare compromis gegeven de omstandigheden en mogelijkheden. De beide monumenten kregen immers een nieuwe bestemming: in het restauratieplan moesten de kantoorfuncties worden ingepast. Dergelijke in- en aanpassingen in een bestaande ruimte acht Goedhart legitiem. Hij spreekt zijn bewondering uit voor Sybren de Witte, de voormalig directeur van De Woonmij, om zijn moed het vervallen complex te kopen. Het Boon-complex bevond zich na jaren van leegstand in een deplorabele toestand. De Witte had het personeel destijds heel wat uit leggen, dat men daar na restauratie zou werken! Het is aan zijn persoonlijke ambitie te danken dat De Woonmij beschikt over een prachtig kantoorpand, dat zijn gelijke niet kent. Goedhart had met FKG een vrij ongebruikelijke keuze gemaakt: hij restaureerde die fabrieksgebouwen die een architectonische en cultuurhistorische waarde hadden, de cacaotoren en de chocoladefabriek; naar hun oorspronkelijke staat; de overige, later toegevoegde bebouwing op het terrein werd gesloopt om plaats te maken voor nieuwbouw. Ook in zakelijk-financieel opzicht was de restauratie een succes: het kostbare project wordt bekostigd uit de totale exploitatie, dus o.a. uit de opbrengst van de op het terrein van de voormalige chocoladefabriek gebouwde winkels en woningen.

FKG Architecten    FKG Architecten
FKG Architecten    FKG Architecten
Ornamenten aan de gevels van het Booncomplex.
Eind zeventiger, begin tachtiger jaren kwam er aandacht voor wat men ’jonge’ monumenten noemt. Een voorbeeld daarvan is het voormalige sanatorium Zonnestraal bij Hilversum, een creatie van Duiker en Bijvoet, ontwerp en realisatie eind jaren twintig tot begin dertig, algemeen beschouwd als een van de pronkjuwelen van het Nieuwe Bouwen. Al tijdens zijn studie was Goedharts belangstelling gewekt voor restauratiearchitectuur, in het bijzonder van jonge monumenten. Hij bevond zich daarbij in goed gezelschap: Aldo van Eyck en Hubert-Jan Henket hadden dezelfde voorliefde en stimuleerden de jonge bouwkundige. Zonnestraal was Goedharts afstudeerproject onder supervisie van prof.dr.ir.Temminck-Groll. Na jarenlange discussie werden de vervallen gebouwen naar ontwerp van Henket en de Jonge gerestaureerd. Hoe restaureer je een jong monument? Het antwoord is volgens Goedhart voor de hand liggend: je restaureert het terug naar zoals het was. Je doet dat omdat je immers over letterlijke informatie beschikt, niet alleen materiële zin, je beschikt ook over informatie t.a.v. alle mogelijke ideeën en afwegingen bij het oorspronkelijke bouwplan.

Voor zijn voorzitterschap van de monumentencommissie van Wormerland maakte Goedhart deel uit van de Welstandscommissie in Heiloo en daarvoor adviseerde hij de gemeente Zaanstad over jonge monumenten. Uit die tijd dateert zijn bemoeienis met een project waarmee hij een bijzondere affiniteit had: de monumentale watertoren van Assendelft: een restauratieplan dat er, aldus Goedhart, letterlijk en figuurlijk in heeft gehakt. Hij licht deze opmerkelijke uitspraak toe door er op te wijzen dat er oorspronkelijk woningen gebouwd zouden worden op het talud van de reinwaterkelder: een dubbel woonhuis dat “als een schip dat aanlandde”. Het unieke betonnen waterreservoir in het bakstenen gebouw zou aanvankelijk intact blijven, aan de buitenzijde was voorzien in een veiligheidstrap. Dank zij juridische verwikkelingen, waarin enkele omwonenden een hoofdrol speelden werden deze plannen nooit ten uitvoer gebracht; hetzelfde gold eerder voor het ambitieuze plan voor een roterend restaurant, café, vergaderzalen en expositieruimtes in het bovendeel, het zalencentrum boven de reinwaterkelder. De in 1984 opgerichte “Vereniging tot het Ongeschonden Behoud van de Watertoren” streed met de “Watertoren BV”, vervolgens met BV Aquatower, en later met Hageweld Holding een niet aflatende strijd om de bestemming van de watertoren, die een jaar later monumentenstatus kreeg. In 1992 komt FKG komt in beeld wanneer zij het Araratplan presenteert: een complex van twee woonlagen op de voormalige reinwaterkelder en van woningen en kantoren in de toren. Goedhart had in die tijd een adviserende rol als lid van de monumentencommissie Zaanstad, waar hij de vertegenwoordiger van de Stichting Frans Mars verving. In april 1995 zette het bestuur van de “Vereniging tot Ongeschonden Behoud van de Watertoren” haar secretaris J. Biersteker tijdens een algemene ledenvergadering af. Hij werd opgevolgd door E. Hamelijnck. Goedhart werd de nieuwe voorzitter. Een ’coup’? Ongetwijfeld. Maar diezelfde Vereniging tot Ongeschonden Behoud van de watertoren was ’funest’ gebleken voor behoud, aldus Goedhart.

FKG Architecten FKG Architecten
De watertoren in Assendelft in juni 1980 (links) en in juni 2005, na de restauratie.

Inmiddels zijn het architectenbureau en de huidige eigenaren uit elkaar gegaan. “In goede harmonie”, zegt Goedhart. Na tien jaar kwam er wat betreft FKG een einde aan “hakken en breken” in en rond de watertoren. Fijntjes merkt hij op dat het bouwplan dat nu ten uitvoer wordt gebracht qua detaillering en materialisering niet wezenlijk afwijkt van hetgeen FKG voor ogen stond.

Het zijn niet alleen grote en aansprekende projecten waar FKG zich op toe legt. Aan de Zaanweg 82 in Wormerveer werd het bekende woon-, winkelpand uit 1896 van D. Siekerman gerestaureerd. Van buiten nog helemaal eind negentiende eeuw, van binnen een moderne kledingzaak uit de eenentwintigste eeuw.
Voor de bebouwing van het Orionterrein aan de Westzijde in Zaandam ontwierp FKG architecten een aantal luxe woontorens met een uitstraling van “verbouwde klassieke industriegebouwen” met dikke muren en hoge verdiepingen.
Jan Goedhart kwam in de monumentencommissie als behartiger van jonge monumenten; de “groene planken” hadden reeds voldoende aandacht van de beschermers. Wie had ooit kunnen bedenken dat FKG zelf aan de weg zou timmeren met de bouw van een replica in “echt Zaanse houtbouw” in Broek en Waterland?
En zo is de cirkel weer rond: Jan Goedhart beheerst het vak van restauratiearchitect in al zijn facetten.


FKG Architecten FKG Architecten FKG Architecten
Het interieur van het Booncomplex in Wormerveer. Links de centrale hal in de voormalige chocolade fabriek. In het midden de verbindings gang van de fabriek naar de toren. Rechts de ontvangsthal waarin de duidelijk de paddestoelkolommen zichtbaar zijn.