MBTZ Logo

Met Stoom - Nummer 24 - September 1996

Peter De Grote in Amsterdam

De acht dagen die czaar Peter in 1697 in Zaandam doorbracht zijn in de loop der jaren veel uitgebreider beschreven dan zijn verblijf van ruim vier maanden in Amsterdam. De tijd in Zaandam sprak natuurlijk erg tot de verbeelding: de czaar van Rusland in een klein Zaans huisje, maar ook zijn bezoek aan Amsterdam verdient zeker een stevige plaats in de geschiedenis.

Door Ellen Hanou

Op zondag 25 augustus 1697 ging Peter van Zaandam naar Amsterdam, omdat die dag het Grote Gezantschap aankwam. De czaar had de groep waarmee hij 'incognito' reisde, verlaten omdat hij sneller in Zaandam wilde zijn om aan het bouwen van schepen te kunnen beginnen, daarvoor was hij vooral naar Holland gekomen. Peter wilde de aankomst van het gezantschap in Amsterdam echter niet missen. De Amsterdamse kooplieden ontvingen de Russen gastvrij. Op 27 augustus bekeken de gezanten en de incognito aanwezige Peter het stadhuis (het tegenwoordige Paleis op de Dam). Dat gebouw werd door tijdgenoten gezien als het achtste wereldwonder. Ook bezocht de groep het burgerweeshuis (nu het Amsterdams Historisch Museum). De volgende dag gingen zij naar de werf van de Verenigde Oost-Indische Compagnie.

  VOC werf en zeemagazijn op Oostenburg  
  VOC werf en zeemagazijn op Oostenburg.
Gravure J. Mulder
 

Een van de begeleiders van de czaar en de gezanten was de Amsterdamse burgemeester Nicolaas Witsen. Hij was in 1664 in Moskou geweest en werd gezien als een groot Ruslandkenner. Er bestond al voor de komst van de czaar naar Holland een briefwisseling tussen Peter en Witsen. Witsen was ook bewindvoerder van de VOC. Hij hoorde van Peter's moeilijkheden in Zaandam, waar de czaar door steeds grotere massa?s werd aangestaard, en raadde hem aan op de afgeschermde werf Oostenburg van de VOC te komen werken. Witsen bood aan een verzoek daartoe in te dienen bij de volgende vergadering van de bewindvoerders, die toestemming moesten verlenen. Deze vergadering vond de volgende dag plaats.

De czaar was erg rusteloos. Hij was naar Holland gekomen om de scheepsbouw te leren en hij wilde zo snel mogelijk beginnen. Toch bezocht hij die dag de Admiraliteit en genoot hij een maaltijd in de Kloveniersdoelen. Op de Amstel dreef een triomfboog en er werd een vuurwerk afgestoken. De czaar was een groot liefhebber van de pyrotechniek, maar toen hij hoorde dat zijn verzoek was ingewilligd kon hij nauwelijks wachten tot het doven van het laatste vuurwerk. Hij wilde naar Zaandam om zijn spullen op te halen en zeilde in het donker weg. De volgende dag, 30 augustus, begon hij op de werf. Hij werkte onder leiding van Gerrit Claeszoon Pool, meester-scheepstimmerman van de VOC, aan de speciaal voor hem op stapel gezette Oost-Indiëvaarder Peter en Paul. Peter wilde op de werf worden aangesproken als 'timmerman Peter' of 'Pieterbaas'. Hij negeerde mensen die hem aanspraken als 'Majesteit'. De czaar werkte ruim vier maanden aan het schip. De eerste drie weken werden besteed aan het verzamelen van hout en het bewerken van andere materialen. Om de czaar te laten zien wat er werd gedaan, legde men alle onderdelen overzichtelijk naast elkaar. Vervolgens werd elk deel op zijn plaats aangebracht en het schip in elkaar gezet.

Op 15 januari 1698 kreeg Peter de Grote van Gerrit Pool een getuigschrift, waarin Pool verklaart dat Peter een bekwaam scheepstimmerman is, die heeft bewezen in staat te zijn schepen te bouwen en ontwerptekeningen te maken.

De czaar hield zich vier maanden lang niet alleen met scheepsbouw bezig. Al op zondag 1 september woonde hij een spiegelgevecht bij dat ter ere van het gezantschap werd gehouden op het IJ. Alle Noordhollandse scheepseigenaren waren uitgenodigd en op alle daarvoor geschikte schepen werden kanonnen geplaatst. De manschappen van de schutters­compagnieën werden over de schepen verdeeld om tijdens de slag het geluid van musketten na te doen. Na een saluut aan de gast barstte de strijd los. De kanonnen werden daadwerkelijk afgevuurd en schepen werden geënterd. Peter nam actief deel aan het gevecht dat werd aanschouwd door duizenden mensen in boten, op de kade en langs de dijk. Abraham Storck legde het tafereel vast op een doek dat nu te zien is in het Amsterdams Historisch Museum.

  Spiegelgevecht op het IJ gehouden ter ere van het grote gezantschap  
  Spiegelgevecht op het IJ gehouden ter ere van het grote gezantschap.
Ets Caspar Luijken
 

De czaar maakte kennis met admiraal Gilles Schey. Peter vroeg hem naar Rusland te komen om de Russische vloot vorm te geven. Schey sloeg het aanbod af en beval in zijn plaats Cornelis Cruys aan. Hij ging, na lang aandringen van Schey, Witsen en anderen, uiteindelijk wel.

Ook zaken die niets met schepen te maken hadden trokken de aandacht van Peter de Grote tijdens zijn verblijf in Amsterdam. Zo bekwaamde hij zich in de etskunst. De czaar maakte onder leiding van Adriaan Schoonebeeck een ets van een engel met een kruis in de hand, die met beide voeten op een halve maan staat. De afbeelding symboliseert de overwinning van het Christendom op de Islam. Peter vroeg Schoonebeeck en een familielid van hem, Pieter Picaert, naar Rusland te komen om de etskunst aan de Russen te leren en om afbeeldingen te maken over zijn bewind, zodat zijn daden in binnen- en buitenland konden worden verspreid. Zij gingen op zijn aanbod in.

Demonstratie met de brandspuit van Van der Heyden
Demonstratie met de brandspuit van Van der Heyden achter het nieuwe stadhuis van Van Campen, thans het Paleis op de Dam.

Czaar Peter begreep het belang van het verspreiden van kennis en behalve via prenten deed hij dat ook via boeken. In Amsterdam gaf hij de koopman Jan Thesing het privilege tot het invoeren van Russische boeken en kaarten in Rusland. Thesing financierde de drukkerij en zorgde voor het transport naar Rusland, terwijl de in Amsterdam wonende Litouwer Ilja Kopijevski de teksten verzorgde. Tot de uitgaves behoorden de fabels van Aesopus, woordenboeken, een boek over zeezeilen en een Latijnse grammatica.

Peter bezocht in Amsterdam ook de kabinetten van Jacob de Wilde en Frederik Ruysch. Het kabinet van De Wilde was bekend om de collectie oude munten en edelstenen. Ruysch was in heel Europa beroemd om zijn verzameling naturaliën en anatomische preparaten. Tijdens zijn tweede reis door West-Europa in 1717 kocht Peter de Grote de collectie van Ruysch voor f 30.000,- voor zijn Kunstkamera in Sint Petersburg, waar een gedeelte ook nu nog te zien is.

De czaar toonde nog meer belangstelling voor de wetenschap: hij bezocht de Hortus Botanicus. Ook toegepaste wetenschap had zijn belangstelling Hij kwam regelmatig in de werkplaats van vader en zoon Jan van der Heyden. Zij hielden zich bezig met het ontwikkelen van verbeterde modellen van de door hen uitgevonden slangbrandspuit.
Peter vroeg ook de Van der Heydens naar Rusland te komen, maar zij traden niet in zijn dienst. Wel stuurden zij in 1711 tien brandspuiten naar Rusland, waarover Peter zich zeer tevreden toonde.

Een belangrijk aspect van het zeventiende eeuwse Holland had nauwelijks de aandacht van de czaar: de schilderkunst. Hij interesseerde zich eigenlijk alleen voor afbeeldingen van de zee en van schepen.
Vooral het werk van Adam Silo beviel hem. En zo keert aan het eind van dit stuk datgene weer terug waarmee alles in Holland, en vooral in Amsterdam, begon: de scheepvaart. Peter de Grote leerde in Amsterdam schepen bouwen, maar toch was hij niet helemaal tevreden. Hij wilde de scheepsbouwkunde bestuderen; wetenschappelijke schema?s op wiskundige basis waren voor hem belangrijk. De Hollanders lieten zich vooral leiden door de praktijk. De czaar kon behalve zijn kennis en die van enkele andere Russen, nauwelijks iets op papier mee terug nemen naar Rusland. Hij had iets nodig dat kon worden uitgelegd en nagevolgd. Toen Peter ontdekte dat in Engeland wel volgens wiskundige opvattingen schepen werden gebouwd, ging hij daar heen om de Engelse scheepsbouwtechnieken te bestuderen. Op 19 januari 1698 vertrok Peter de Grote uit Holland.

Aanbevolen literatuur: