The Making of...

Zaankanters en het water

Eind december 2007 verscheen het boek ‘Zaankanters en het water’ bij de Stichting Uitgeverij Noord-Holland. Er was door een groep maritieme deskundigen ruim 2 jaar aan dit boek gewerkt. Het boek werd uitgegeven onder auspiciën van de Vereniging Zaans Erfgoed.
Op dinsdag 18 december werd een exemplaar van dit boek aangeboden aan mevr. J.M. de Vries, dijkgraaf van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. De informele bijeenkomst vond plaats in het Gemeenlandshuis in Edam. Naast een aantal leden van de werkgroep was mevr. M. Buren van de uitgeverij Noord-Holland aanwezig. Namens het HHNK waren verder de heren D. Aten en W. Messchaert aanwezig.

Voor een introductie van het genoemde boek kunt u kijken bij: Zaankanters en het water.

foto aanbieden boek

Mevrouw de Dijkgraaf,

Wij zijn verheugd dat wij u met enig ceremonieel het boek ‘De Zaankanters en het water’ mogen overhandigen. De geschiedenis van het Hoogheemraadschap loopt parallel met de maritieme ontwikkeling van Noord-Holland.

Wij zijn trots op ons boek. Het is een bijzonder boek dat op een speciale manier is gemaakt. Als voorzitter van de werkgroep vertel ik u daar graag iets over.

Twee jaar geleden kwam een groep bootjesliefhebbers bijeen op een van de stoomschepen in Wormerveer. De wat denigrerende term ‘Bootjesliefhebbers’ is voor ons eigenlijk een Geuzennaam. Wij vonden dat er te weinig aandacht was voor de maritieme geschiedenis in de Zaanstreek. Wij maakten ons zorgen om het ontbreken van een museumhaven voor historische vaartuigen. Wij meenden dat wij met een boek over de maritieme geschiedenis van de Zaanstreek een bijdrage zouden leveren aan de bewustwording in de Zaanstreek van het grote belang van het maritieme verleden. Onze werkgroep is zeer divers samengesteld. Van professioneel maritiem historicus tot ruwe zeebonk.

Een voorzichtige verkenning leerde ons dat het onderwerp wel heel erg uitgebreid was. De visserij legde in de middeleeuwen de basis voor de welvaart in Holland. Het systeem van waterwegen in Holland maakte een ongekende economische groei mogelijk. De Hollandse veeteelt en kaasmakerij kenden een grote bloei dankzij het schone water rond de weiden en het gunstige waterstransport. Maar overstromingen leidden in de loop van de eeuwen tot een groot verlies aan mensenlevens en tot grote schade.
De bescherming tegen wateroverlast leidde ook tot het ontstaan van een stelsel van veilige transportwegen. De Zaanstreek werd als het ware één groot zoetwater dokkensysteem waarin de windmolenindustrie goed gedijde. Dit leidde tot een groot maritiem industrielandschap met scheepsbouw, walvisvaart, beurtvaart, visserij, zeildoekweverij, scheepsbeschuitbakkerijen etc.
Nieuwe waterwegen, het Noordhollands kanaal en het Noordzeekanaal, brachten nieuwe economische mogelijkheden. Er is steeds een belangrijke interactie geweest tussen de veranderingen in het watertransport en de economische groei. Pas heel laat brachten de trein en de auto daarin verandering.

Na de eerste verkenning werd een plan gemaakt. Niet iedereen, die wij in gedachte hadden, was beschikbaar als schrijver. Niet alle onderwerpen konden worden aangepakt. Er moesten al snel keuzes worden gemaakt. Geen nieuw onderzoek, maar alleen een samenvatting van wat al bekend was. En dit alles met een team van twaalf mensen. Om in maritieme termen te blijven; we waren ontdekkingsreizigers die een koers moesten uitzetten met slechts beperkte zeilaanwijzingen.
Soms was er vreugde als we dachten dat we onze bestemming hadden bereikt. Soms was er teleurstelling omdat we dreigden te stranden. Soms dreigde er muiterij. Dat hoort allemaal bij een ontdekkingsreis. De groep was te groot geworden voor het stuurhuis van het stoomschip Jacob Langenberg. We kregen gastvrij onderdak bij erfgoedpark de Hoop in Uitgeest. Ook een inspirerende maritieme omgeving.

Was onze doelgroep het Zaanse publiek, historisch geïnteresseerden Noordhollanders of maritiem geïnteresseerde Nederlanders? Elke schrijver had eigenlijk zijn eigen boek in gedachte.

Zestig jaar geleden schreef Mr. Dirk Vis, de latere directeur van de Rietveld Academie, in zijn boek ‘De Zaanstreek’ over het Zaanse karakter het volgende:
“Wat het gevoelsleven van den Zaankanter betreft zou men, op den schijn afgaande, oordelen dat ook dit, evenals het verstandsleven, hoog ontwikkeld is. De gevoelsuitingen zijn namelijk veelvuldig en hartstochtelijk. Het opkroppen van gevoelens wordt algemeen afgekeurd en als zeer ongezond beschouwd” .
Een klein stukje verder schreef hij:
“De Zaankanter heeft een sterk zelfgevoel, dat weliswaar geen zelfoverschatting is, maar dat toch bezwaarlijk plaats laat voor een gevoel van respect jegens anderen”.
Er wordt tegenwoordig vaak geklaagd dat de streekidentiteit dreigt te verdwijnen. Van deze Zaanse folklore is gelukkig nog iets bewaard. Dat is maar goed ook want anders waren de vergaderingen waarschijnlijk erg saai geweest. Ik heb het gevoel dat wij, tijdens het schrijven van het boek, een beetje de conflicten die er al die eeuwen rond het water in het Noorderkwartier zijn geweest, herbeleefd hebben.

Ondanks de grote verschillen in achtergrond en opvatting van de schrijvers vind ik dat er eenheid in het boek zit. Dat komt omdat water letterlijk en figuurlijk het verbindende element is. Een ingewikkelde discussie bij de auteurs ging over voetnoten of geen voetnoten. Dat had natuurlijk te maken met het verschil van inzicht wie de doelgroep was. De felle discussie rond de TV serie van Geert Mak ‘In Europa’, die deze week in de pers werd uitgevochten tussen Geert Mak en Professor Willem Melching, hebben wij eerder gehad. De rol van Professor Melching werd vertolkt door Cees Paul en Albert Boes is al jaren de Geert Mak van de maritieme geschiedenis.
Daarom hebben sommige hoofdstukken van het boek noten en andere hoofdstukken een litteratuurverantwoording. Ook de discussie of het een ‘kaikboek’ of een tekstboek moest worden, heeft lang de gemoederen bezig gehouden.

En toch is het een bijzonder en boeiend boek geworden.
Onze echte maritieme historicus Cees Paul heeft twee boeiende hoofdstukken geschreven over de walvisvaart en de scheepsbouw in de zeventiende en achttiende eeuw. Albert Boes, ik noem hem al onze maritieme Geert Mak, heeft de binnenvaart en de maritieme industrie in de 19de en 20e eeuw beschreven. Hij heeft daarbij wat ondersteuning gehad van Jan Aafjes, Cees Kingma en mij. En hij heeft een hoofdstuk geschreven over het heden en de toekomst van het watertransport over de Zaan.
Fred Boom was ooit een oude zeebonk maar is nu een bekend maritiem schilder en illustrator. Hij beschrijft wie hem inspireerde bij het maken van zijn maritieme schilderijen van de Zaandamse haven. Peter Marcuse heeft als thema vakmanschap. Om vooruit te komen, moest de Zaanse ambachtsman naar Amsterdam om als kunstenaar erkend te worden. Peter beschrijft ook zijn eigen weg in deze.
De oude zeebonk Wladimir Dobber beschrijft hoe de bouw van replica's ons wat kan leren over scheepsbouw, scheepvaart en visserij in het verleden. En de oude zeebonk Jan Aafjes vertelt over zijn zwerftocht aan het einde van de tweede wereldoorlog.
Tegenwoordig wordt er geklaagd dat de ouderwetse leraar is verdwenen. Wij hebben hem ontdekt. Hij heet Simon Zuurbier en hij heeft heel erg zijn best gedaan om ons te behoeden voor allerlei stijl- en taalproblemen. Hij heeft er ook voor gezorgd dat de samenhang in het boek bewaard bleef.
De naam Cees Kingma staat alleen in het boek bij een aantal afbeeldingen. Hij was heel belangrijk in het contact met de uitgever en in het oplossen van veel knelpunten in de vormgeving. Hij steekt nu al zijn energie in de tentoonstelling die op 18 januari 2008 wordt geopend in het Zaans Museum. Ik weet nu al dat het een mooie tentoonstelling wordt.

Toen ik mensen bij elkaar zocht om dit boek te maken, had ik er geen moment aan gedacht om zelf ook te gaan schrijven. Dat is wel gebeurd en ik vond het een uitdaging om te proberen oude en nieuwe informatie te combineren. Ik kwam geleidelijk in de positie van eindredacteur omdat er steeds weer stukken moesten worden ingedikt. Doublures moesten worden gecorrigeerd. En uiteindelijk hele hoofdstukken geschrapt. Een moeilijke en ondankbare taak. Maar nu het boek er is, kan dat allemaal worden vergeten.

De uitgever zal ons wel een merkwaardig stelletje ongeregeld hebben gevonden. Ik dank Maria Buren dat zij de uitgave van dit boek heeft aangedurfd. Ik dank de vormgever Rolf Kliffen dat hij het geduld heeft opgebracht om steeds weer op nieuwe vragen in te gaan.
Ik dank de sponsors dat ze het boek mogelijk hebben gemaakt. Een van die sponsors is het Hoogheemraadschap.

Ik hoop dat ik u nieuwsgierig heb gemaakt naar het boek. Ik wens u er veel plezier mee.

Jur Kingma

foto aanbieden boek
Mevr. de Vries en J. Kingma

foto aanbieden boek
De heren Dobber, Zuurbier en Aafjes

foto aanbieden boek
De heer Messchaert, mevr. Buren en de heren Dobber en Zuurbier

foto aanbieden boek
De heren Boes, Boom en C. Kingma

foto aanbieden boek
De heren Paul, Boes en Boom

foto aanbieden boek
De heer Paul en mevr. Buren

foto aanbieden boek
De heren Zuurbier en Aafjes

foto aanbieden boek
De heren Boes, Messchaert, Dobber, C. Kingma en Boom.

foto aanbieden boek
De heren J. Kingma en Aten

Door: Cees Kingma, december 2007
Beeldmateriaal: Jacques Dersjant

Valid HTML 4.01 Transitional