Onderzoek naar de ‘Batavia’ in de Zaanstreek en Uitgeest voortgezetDonderdag 12 juli 2007 bezocht maritiem archeoloog Wendy van Duivenvoorde i.v.m. haar onderzoek naar de Batavia, een aantal bedrijven en instellingen in de Zaanstreek en Uitgeest. Mevrouw Van Duivenvoorde is als assistent-conservator verbonden aan Maritime Archaeology Department van het Western Australian Museum in Perth. Dit museum heeft zich gespecialiseerd in het conserveren en tentoonstellen van maritieme, archeologische vondsten. Verder wordt er in dit instituut onderzoek gedaan naar een aantal, voor de westkust van Australië gezonken, VOC schepen zoals de ‘Batavia’. | ||
Tijdens deze studiereis door de Zaanstreek en naar Uitgeest werd mevr. van Duivenvoorde vergezeld door een team van deskundige dat bestond uit: Filipe Vieira de Castro, assistant professor Nautical Archaeology Program, Texas A&M University, Ab Hoving, restaurateur (scheepsmodellen) Rijksmuseum Amsterdam en Cees Paul, oud-conservator van het Amsterdamse Scheepvaartmuseum.
De in Amsterdam gebouwde Oost-Indiëvaarder ‘Batavia’ zonk op 4 juni 1629 op haar eerste reis voor de westkust van Australië. Uit diverse bronnen uit die tijd is al veel bekend over de reis van het schip en over de bemanning en passagiers. De stranding en de uiteindelijke redding zijn inmiddels goed gedocumenteerd. Maar over het schip zelf moet nog veel onderzocht worden. Mevrouw van Duivenvoorde is nauw betrokken bij dit onderzoek. Ze heeft in 2006 kunnen aantonen dat de eiken spanten van de Batavia zijn gemaakt van hout uit hetzelfde Poolse bos waar de Hollandse Meesters het hout voor hun houten panelen vandaan haalden. Ook heeft ze kunnen vaststellen dat het hout van de ‘Batavia’ mechanisch is verzaagd. In 1592 vond Cornelis Corneliszoon van Uitgeest een manier uit om met windkracht stammen tot balken en planken te zagen. In Amsterdam heeft het handzagersgilde deze ontwikkeling tot 1630 kunnen tegengehouden en voorkomen dat hout gezaagd zou worden met houtzaagmolens, terwijl er toen in de Zaanstreek al volop mechanisch werd gezaagd.
Verder bezocht het gezelschap het archeologisch depot van Zaanstad. Drs. Piet Kleij, de gemeentelijk archeoloog, en Jelus Matser van de Archeologische Werkgemeenschap van Nederland gaven daar een toelichting bij de vondsten die zijn gedaan bij de opgravingen van de scheepswerven aan de Hogendijk in Zaandam. In het depot is nog een roerblad van een, vermoedelijk zeventiende eeuws, zeegaand schip aanwezig. Eerder op de dag was het studiebezoek aan de Zaanstreek begonnen bij Bouwbedrijf Somass. De restaurateurs van Somass hebben tijdens de restauratie van een pand aan de Hogendijk een eiken ‘krommer’ kunnen conserveren die waarschijnlijk uit dezelfde tijd dateert als de ‘Batavia’ en zeer waarschijnlijk afkomstig is uit een gesloopt schip. In het artikel Scheepsspanten in een gebintconstructie vindt u een uitgebreide beschrijving van deze eiken krommer en een tekening waarop is aangegeven hoe deze krommer in een scheepsspant toegepast zou kunnen zijn. Aan het einde van de dag werd er een bezoek gebracht aan het Industrieel Erfgoedpark ‘De Hoop’ in Uitgeest. Op de werf worden daar momenteel, op een traditioneel manier, een aantal replica's van de zeventiende eeuwse houten ‘werkboot’ gebouwd. Deze boten werd door Oost-Indiëvaarders meegenomen om o.a. lading van of naar de vaste wal te varen en dienden als communicatiemiddel tussen schepen onderling en de vaste wal
Industrieel Erfgoedpark ‘De Hoop’, aan de zuidkant van het Alkmaarder- en Uitgeestermeer in Uitgeest ontwikkelt zich tot een erfgoedpark dat inzicht geeft in het belang dat Cornelis Corneliszoon van Uitgeest (ca 1550-1607) heeft gehad voor de ontwikkeling van Nederland. Cornelis Corneliszoon was o.a. uitvinder van de door wind aangedreven houtzaagmolen waardoor de scheepsbouw zich in de 17e eeuw sterk kon ontwikkelen en waardoor de Nederlanden van die tijd zich konden ontwikkelen tot de belangrijkste handelsnatie ter wereld.
De in 1974 in Amsterdam geboren Wendy van Duivenvoorde studeerde Kunstgeschiedenis en Mediterrane Archeologie aan de Universiteit van Amsterdam. Na haar afstuderen vertrok zij in 2002 naar de Verenigde Staten voor een vervolg studie in maritieme archeologie. Ze hoopt in 2008 te promoveren aan de Texas A&M University in College Station. Ze volgt daar het Nautical Archaeology Program. Tijdens haar studie heeft zij op diverse plaatsen in de wereld maritiem archeologisch onderzoek gedaan. Ze was o.a. betrokken bij expedities in Turkije en Sri Lanka. Het is niet verwonderlijk dat mevr. van Duivenvoorde wil promoveren op haar onderzoek naar de ‘Batavia’. |
|
| |
Het team van deskundige bekijkt de werkboten. |
Internationaal overleg tussen de deskundige in de
|
Door: Cees Kingma - Juli 2007 Beeldmateriaal: Archief Cees Kingma (tenzij anders aangegeven) |