Brand vliering

12 April 1947

Zaterdagmiddag om iets over half drie werd ik gealarmeerd door de brandbel van de fabriek. M'n hoofd uit het raam stekend zag ik een flinke hoeveelheid rook over pakhuis Koningsbergen en Donau de Zaan overkomen en ik vreesde dat de oude Gortfabriek in brand stond. Nadat ik mij in mijn brandweerpak gehesen had spoedde ik mij naar de fabriek, waar ik enkele leden van het personeel beneden aantrof. De Commandant van de fabrieksbrandweer, de Heer Krijt, was nog niet aanwezig, dus nam ik de leiding op mij. Ik gaf order een standpijp in de put Koningsbergen - Rijstfabriek op te stellen en aan te sluiten op de stijgleiding Gortfabriek. Daarna begaf ik mij naar de Gortfabriek zelf, waar ik de eerste Pellers tegenkwam, die mij vertelden dat brand was uitgebroken in het klopapparaat op de nieuwe vliering der nieuwe Gortfabriek dat de pelstenen van die fabriek afzuigt. Het was een grote geruststelling voor mij dat het niet in de oude Gortfabriek brandde, want was dit het geval dan zou de zaak moeilijk te redden zijn geweest. Gezien de sterke rookontwikkeling had men de ramen open gezet, wat natuurlijk volkomen fout was, daar hierdoor de brand alleen maar zou kunnen verergeren.

M'n tweede order was dan ook het sluiten van alle ramen. De branddeuren waren gelukkig overal goed gesloten en met meel afgedamd. Hiermee had Jan Ofman en het personeel der reiniging zich bezig gehouden. Nadat ik de zaak boven opgenomen had, ging ik weer naar beneden en zag dat men onder leiding van Krijt inmiddels een standpijp had opgezet op het terrein en dat men bezig was de slang omhoog te hijsen naar de brandende verdieping. Mijns inziens was dit volkomen fout, hetgeen ten eerste het vuur gelegenheid zou geven zich uit te breiden en ten tweede de spuitgast in een zeer moeilijke positie zou plaatsen, indien de brand heviger werd. Men moest dan zonder blus-materiaal retireren of de slang nog verder door het brandende gedeelte halen, ten einde zich meer naar binnen te kunnen opstellen. Daar echter dit bevel van de Commandant was afgekomen liet ik dit gehandhaafd.

Direct bij mijn aankomst had ik gevraagd of de Gemeente Brandweren gewaarschuwd waren, hetgeen door de portier Mantel bevestigend werd beantwoord. De Sirene had men niet laten werken en deed ik dit, doch waarschijnlijk door de haast waarmede ik de knoppen losliet, gaf het ding geen geluid. Hoe het ook zij, de Gem. Brandweren van Wormer en Wormerveer waren spoedig ter plaatse en alhoewel door Wormerveer slang werd uitgelegd, behoefde geen water te worden gegeven. De brandpomp werkte flink en gelukkig breidde de brand zich niet uit. Hij beperkte zich tot het klopapparaat en de daar naar toe gelegen goten. Na ongeveer een kwartier na het uitbreken van de brand zetten wij de sprinklers af, daar anders te veel waterschade zou ontstaan. We hadden het vuur nu onder controle door de slang op de put Rijstfabriek, terwijl inmiddels een tweede slang was uitgelegd van de steigleiding Gortfabriek. Wij waren dus op alle eventualiteiten voorbereid.

Veel brandweerlieden der Gem. Brandweren hadden zich inmiddels verzameld op de brandverdieping en veel ‘goede raad’ werd gegeven. Het was er een onbeschrijfelijke rommel door het vele water wat uit de sprinklers was gevloeid. De goot brandde nog af en toe flink, doch nadat wij deze opengeslagen hadden was het pleit spoedig beslecht. De Gem. Brandweren rukte spoedig in en ook wij ruimde de boel op. Het klopapparaat werd van filterzakken ontdaan, de goten opengehaald en geheel uitgehaald. Een slang met straalpijpen werd achter gelaten, terwijl tevens tot 12 uur een extra wacht werd ingesteld.

Samenvatting:

  1. Oorzaak Waarschijnlijk is de riem in een der goten blijven staan, terwijl de aandrijving bleef doorlopen, door wrijving is de brand ontstaan.
  2. Bestrijding Deze ging vlot, doch mijns inziens (dit is ook de mening van de Heer van Heynsbergen) niet op de juiste manier. Men had de steigleiding moeten gebruiken. Het is gebleken dat het fabrieks-personeel meer op de hoogte moet worden gebracht van al deze bestrijdingsmogelijkheden en wat men wel en wat men niet mag doen

Aan elk der Brandweren van Wormerveer en Wormer werd Fl. 25,- gegeven, terwijl de fabrieksbrandweer voor de kas Fl. 150,- ontving. Diegenen, die daadwerkelijk hadden meegeholpen de brand te blussen, ontving Fl. 10,-. Diegenen, die na de brand de zaak opruimden, ontvingen Fl. 5,-. Maandag om 12 uur draaide de oude Gortfabriek weer en woensdag om 12 uur de nieuwe Gortfabriek. De totale schade aan materiaal, waarbij tevens zijn gecalculeerd het klopapparaat en de opruimingskosten en gratificatie, bedraagt ± Fl. 8500,- terwijl de bedrijfsschade op ± Fl. 4100,- wordt vastgesteld. De goederen schade werd bepaald op Fl. 1662,50.

Rapport portier. Dienst van 12 - 6 uur

Omstreeks 5 minuten over half drie melde P. Booy dat er brand in de fabriek was uitgebroken. Ik ging hierop onmiddellijk de fabriek in en constateerde brand op de nieuwe vliering van de gortfabriek. Met de meeste spoed stelde ik mij telefonisch in verbinding met de Heer van Heynsbergen en daarna met de buitenbrandweer Mr. Dik en mijnheer Ferf. Vervolgens probeerde ik langs dezelfde weg Mr. Bloemdaal Sr. te bereiken. Ik probeerde nog viermaal, echter zonder succes, maar de vijfde maal kwam de verbinding tot stand. Ik kreeg Mevr. Bloemendaal aan de telefoon, die mij vertelde dat haar man al onderweg was. Hierna gaf ik Booy opdracht enige mensen te waarschuwen. De brandweer van de Mercurius liet zich van haar goede zijde zien en gaf het eerste water. Van de buitenbrandweer was het eerste aanwezig de brandspuit van Wormer en daarna Wormerveer, maar geen van beide behoefde meer water te geven. Mr. Ferf was spoedig ter plaatse, terwijl ook Mr. Dik weldra aanwezig was. Ook het personeel verdient lof voor het goede optreden bij deze brand. G. Krijt liet zich eveneens van zijn goede kant zien en wist de brand onder de knie te krijgen. Ter plaatse waren: de Heren Bloemendaal Sr. en Jr. Bok, Kok, Stoel, D. Jongens en Meins kantoor.

Rapport de Heer Heynsbergen

Uw brandweer heeft goed gewerkt en was zeer vlug in actie, daarover mijn compliment. Mijn opmerking is deze: Het ophijsen van de slang was in de gegeven omstandigheden juist. Maar toch was het een ietwat gewaagd experiment. Deze manouvre zou namelijk niet geslaagd zijn, als de rookontwikkeling op de plek van de brand sneller had toegenomen. Het openen van de buitendeuren, hetgeen voor deze blussing moest, had fatal kunnen zijn met het oog op de geweldige toetreding van zuurstof. U lieden hebt mij steeds horen zeggen; blus branden zo veel mogelijk binnendoor, om tochttoetreding te voorkomen. Maar ik herhaal: in de gegeven omstandigheden is er goed gehandeld en vlug. En wat moeten we nu doen om het de volgende keer nog beter en vlugger te doen?

  1. Ik verwijs daarvoor naar twee dingen, die ik destijds reeds aan de Heer Ferf heb voorgesteld: namelijk, plaats daar, waar we nu de standpijp gebruikten, een permanente bovengrondse standpijp met kast eromheen, volgens tekening die ik U heb laten zien. Daarin zitten de slangen zigzag aangesloten met straalpijpen klaar verbonden.
  2. In die kast komt ook klaar te liggen, eveneens zigzag, een slang, die juist toereikend is om bij de aan de Zaankant der fabriek omhooglopende stijgbuis te komen. Die ligt dus kant en klaar, precies op maat.
  3. Binnen in de fabriek worden bij alle uitlaten, dus ook op dat zolder waar nu brand was, slangen aangekoppeld, zigzag op een plankje, met een straalpijp er permanent boven op. Ook dat heb ik meer dan eens aanbevolen: sla mijn oude rapporten maar op. We hebben het ook meermalen met elkaar besproken.

Doe deze drie dingen. U weet ik ben gaarne tot Uw dienst. Wilt U dat ik even kom, dan trekt U maar aan de telefoonbel. U begrijpt wel dat ik met punt drie bedoel, de uitlaat aan de stijgbuis boven aan de trap in het trappenhuis. En dan nog dit, wat ik ook reeds met de Heer Krijt besproken heb. Kunt U in de kokers enz. Sprinklers aanbrengen? Zou daar ruimte voor zijn? Er zijn Cacaofabrieken, die dat wel hebben, en ik meen dat men in de meelfabriek de Vlijt ook heeft. Het is maar een idee, dat U eens kunt overwegen.

P.S. De bovengrondse standpijpen met kasten eromheen zijn destijds na mijn voorstel niet gemaakt, omdat men bevreesd was, dat de schippers met hun touwen de kasten van hun plaats zouden trekken en omdat die kast bezuiden de oude gortpellerij kans had onderstboven gereden te worden. Maar deze is dan toch met kleine pijpomlegging best te maken. Ik raad aan er geen gewoon hydrant permanent op te zetten, maar een opzetstuk met twee uitlaten en twee kranen door Uw smeden zelf te doen maken. Dat doen we tegenwoordig zeer veel.

Uit de krant

  Brand vliering