Verhoren door de parlementaire enquêtecommissie naar de arbeidsomstandigheden in Nederland

Verhoor van Remmert Adriaan Laan, oud 45 jaar, rijstpeller en oliefabrikant, firma Bloemendaal & Laan, te Wormerveer.

4731 V De Voorzitter: Hoe talrijk is het personeel op uwe rijstpellerij?
A 34 man, waaronder 4 machinisten en stokers.
4732 V Hebt gij ook jeugdige arbeiders in dienst?
A Slechts één onder de 16 jaren.
4733 V Levert het bezwaar op in uw bedrijf om dezen overeenkomstig de bepalingen der wet te handelen?
A Neen, die jongen loopt maar zoowat heen en weer, en ten aanzien van hem wordt de wet precies toegepast.
4734 V Hadt gij vroeger meer jongens In dienst?
A Neen, in principe was ik er niet voor.
4735 V Hoe is de werktijd geregeld?
A Er wordt gewerkt van 's morgens 6 tot 's avonds 8, en van 's avonds 6 tot 's morgens 6 uur.
4736 V Is dat niet van 8 uur 's avonds tot 10 uur morgens, zoodat de ploegen gedeeltelijk samen werken?
A Dit gebeurt ook wel.
4737 V Er wordt meestal bij dag en nacht gemalen, niet waar?
A Ja.
4738 V Hoeveel rusttijd gaat van dien werkdag van 14 uren af?
A 's Middags een uur, en dan wordt er dikwijls een kwartier geschoft om koffie te drinken. Dit kan best, omdat het werk zoo erg zwaar niet is.
4739 V Verlaten de werklui de fabriek in den middagrusttijd?
A Neen, ze blijven in het pakhuis, waar men hun eten brengt, of waar ze het zelf op den ketel koken.
4740 V Is door u nooit overwogen om den middagrusttijd te verlengen, zoodat de mannen thuis konden gaan eten?
A Ja, maar daartegen bestaan bezwaren. Ten eerste wonen sommigen te ver van de fabriek, soms in naburige dorpen, en ten tweede moet de fabriek, als het kan, doorwerken. Het verlies van steenkolen is niet zoo erg, maar de aard van het fabrikaat legt meer gewicht in de schaal. Wanneer de fabriek stopt, wordt in den eersten tijd daarna minder goede rijst afgeleverd, en dit is een groot bezwaar. Soms kan de fabriek echter door drie man aan den gang gehouden worden.
4741 V Dezen wisselen elkaar dan af om te eten?
A Ja.
4742 V Zoodat het technisch bezwaar door onderlinge schikking overwonnen wordt?
A Ja.
4743 V Zou het dan overwegend bezwaar opleveren om dat uur tot anderhalf uur te verlengen?
A Overwegend, wat zal ik daarop zeggen? Naast de belangen van zijn volk heeft de fabrikant ook rekening te houden met de concurrentie, die alles beheerscht. Er op aangedrongen heeft, het volk nooit, maar wij hebben de zaak meermalen overwogen, en bij het bouwen van de nieuwe fabriek zal zij van zelf weder aan de orde komen.
4744 V Wordt er buiten die 14 uren ook overgewerkt?
A Onbeduidend; het wordt trouwens niet hoog betaald, 10 à 12 cents per uur, om misbruik te voorkomen.
4745 V Komt Zondagswerk voor?
A Alleen voor den timmerman.
4746 V Is de mogelijkheid nooit overwogen om 's Zaterdags-middernacht te stoppen?
A Neen, dat zou het volk ook niet gaarne hebben om het gemis der verdienste. En het bezwaar drukt maar op 8 man van de 30, om de 14 dagen.
4747 V Maar gesteld, dat de wetgever Zondagsarbeid verbood, hoe zoudt gij het dan stellen?
A Ja, dat weet ik niet; er zijn wel menschen, die dat uit principe doen, maar hoe het hun bevalt, weet ik niet. De concurrentie maakt, dat men met een paar centen verschil dikwijls moet opkrassen.
4748 V Bestaat er op de rijstfabriek een vast loonstelsel?
A Ja.
4749 V Hoe zijn daar de loonen?
A Verbazend afwisselend. De eene machinist heeft f 15, de andere f 12. Beiden hebben nog al veel overwerk, want aan zoo'n machine valt nog al eens wat te doen; zoo had de eerste de vorige week f 1.80 overwerk, de andere f 4. De stokers hebben f 10 en f 9.50 vast, beiden hadden de laatste week f 1 overwerk. De overige loonen zijn alsvolgt: de chef f 21, de onderchef f 18, verder zijn er knechts met loonen van f 15 tot f 10 voor de getrouwden, voor de ongetrouwden van f 7 tot f 4, en voor de jongens van f 2.50.
4750 V Dus het minste loon van een gehuwd werk­man is f10?
A Ja, dat komt nu zoo uit, maar als zoo'n knaap van f 7 het ongeluk heeft te trouwen, kan ik niet maar onmiddellijk zijn loon verhoogen, want dan zouden ook de ongetrouwden hetzelfde kunnen vergen.
4751 V Hebben uwe werklieden ook nog afwisselende inkomsten?
A Neen, lastengeld geven wij niet, want als er dan eens best, zwaar goed te pellen valt, zouden de werklieden, om maar veel lasten te maken, er de hand wel eens mede kunnen lichten. Wij geven, als het lijden kan, bij het eind van het jaar eene gratificatie van 10 tot 25 gulden. De duurste knechts krijgen wel 30, 40 gulden tot f 100 toe, dat gaat naar bekwaamheid en succes aan de fabriek.
4752 V Op welken dag der week betaalt gij uit?
A Op Dinsdag. De Zaterdag wordt te Wormerveer een gevaarlijke dag geacht.
4753 V Is bij u wel eens een verzoek van de werklieden ingekomen om uitbetaling op Zaterdag?
A Neen, nooit. Dinsdag is een geschikte dag. Dan is de spaarbank ook open, zoodat, wie sparen wil, onmiddellijk zijn geld kan wegbrengen, maar het is eigenaardig, dat de werklieden daar eenigszins geheimzinnig mede zijn. Ik ben lid van de directie der spaarbank, maar mijne werklieden komen liefst, als ik er niet ben.
4754 V Hebt gij een reglement in de fabriek?
A Neen; daar houd ik niet van. De ondervinding leert, dat reglementen en contracten nooit volledig zijn.
4755 V Hebt gij een boetenstelsel?
A Neen, noch in de olie–, noch in de rijstfabriek. Het gaat heel goed zonder boeten. Ongeregeldheden komen meest voor onder de jongeren, en die kan men zonder veel bezwaar wegzenden. Zoo'n jongen van 18 jaar komt wel terecht, en als hij berouw toont, nemen wij hem ook wel terug.
4756 V Hebt gij volstrekt geen last van misbruik van sterken drank onder het personeel?
A Absoluut niet.
4757 V Heeft er weinig wisseling van personeel bij u plaats?
A Zeer weinig.
4758 V Wanneer een werkman weggaat, hetzij uit zijn vrijen wil, hetzij door den uwen, heeft er dan eenigen tijd te voren opzegging plaats?
A Behalve onder de jongens herinner ik mij. niet, dat er weg zijn. gegaan.
4759 V Heeft men in de rijstpellerij niet veel last van stof?
A Volstrekt niet, er is weinig stof; de lokalen zijn gezond.
4760 V Hebt gij niet eenige staande assen onbeschermd?
A Neen, zij zijn alle beschermd.
4761 V Uwe fabriek heeft immers de eigenaardigheid, dat het gebouw gestadig schuddende is?
A Die kwaal is overwonnen door er een gebouw aan te zetten.
4762 V Gebeurde het schudden vroeger, omdat het gebouw geheel vrij stond?
A Neen, het lag aan den grond; bij ons staat alles op palen.
4763 V Hebt gij, ingeval van ziekte, eene vaste regeling?
A In geval van ziekte behouden de menschen hun vol loon.
4764 V Hebt gij voor het uitkeeren van dat loon bij ziekte eene contrôle-regeling?
A Mijn meesterknecht let daarop. Wanneer een zieke langs de straat zou loopen, zou zijn buurman hem spoedig verraden.
4765 V Er wordt wel eens door werkgevers gezegd, dat het groote bezwaar tegen uitkeering bij ziekte daarin ligt, dat de ziekte gesimuleerd wordt. Is dat uw ondervinding niet?
A Dat heb ik nooit ondervonden.
4766 V Zijn er onder uwe werklieden, die, niettegenstaande zij hun loon behouden, in een uitkeeringsfonds zijn?
A Onder de rijstpellers niet.
4767 V Heeft uwe firma niet een fonds voor gepensionneerden en weduwen?
A Ja, maar dat is een geheel vrij fonds. Wanneer een knecht sterft en hij laat eene weduwe na, die zich redden kan, hetzij omdat zij geld heeft, hetzij doordat hare kinderen haar helpen, dan krijgt zij eene kleine ondersteuning, al had de man een hoogen rang. Is de weduwe echter arm en het huishouden groot, dan krijgt zij eene groote ondersteuning, al had haar man een kleinen rang. Economisch is het wellicht minder goed, het is meer een soort van philantropie.
4768 V Tot welk bedrag kan de ondersteuning stijgen?.
A Tot f 6.-, f 7.-.
4769 V Strekt het fonds uitsluitend tot ondersteuning van weduwen of ook van oude werklieden?
A Ook van oude werklieden, maar die hebben wij nog niet. Het fonds is ingesteld in 1887, er zijn weinig ongelukken geweest en dus is het aardig aangegroeid. Voor het overige zijn wij voor ongelukken nog verzekerd bij de Maatschappij tot verzekering tegen ongelukken in Den Haag.
4770 V Hebt gij uitsluitend eene stoomoliefabriek, of ook nog, windmolens?
A Alleen eene stoomfabriek; vroeger hadden wij vier windmolens, die hebben wij echter verkocht.
4771 V Is het ook uwe meening, dat de werklieden aan het werk in de stoomfabriek de voorkeur geven boven het werk in de windmolens?
A Vrouwen hebben liever, dat de man in de stoomfabriek werkt, het loon is dan regelmatiger.
4772 V Zijn de verdiensten ook hooger?
A Dat hangt er veel van af, of een windmolen veel kan werken.
4773 V Hoe worden de loonen bij u in de oliefabriek berekend?
A Alles per stuk
4774 V Tot welke loonen kunnen uwe arbeiders het brengen?
A De machinist heeft f 14.— vast, de vorige week voor overwerk nog f 2.50, zijn helper f 12,—. De vaste timmerman f 17,—, zijn knechtje van 16 jaar f 3.50. De chef van de olieslagerij f 17,—, die den boel aflevert f 13,—. Dat zijn alle vaste loonen. De blokmalers hebben 21 cents per 1000 koeken, de steenknechts 24 cents, de jongens 17 cents, de pletjongens 8 cents. Het minimum koeken, per week gemaakt, is 58000, de blokmalers verdienen dus f 12.18, de steenknechts f 13.92, de jongens f 6.96, de pletjongens f 4.64. In het voorjaar, toen het heel druk was, zijn die verdiensten wel met 20% of 25% toegenomen, doch toen hebben zij ook harder moeten werken.
4775 V Ook langer?
A Neen, niet langer, wel harder; zij moesten dus wat actiever zijn.
4776 V Aan een der getuigen, ook oliefabrikant, heb ik gevraagd, of niet met wat meer activiteit van den kant der werklieden bij een korteren arbeidsduur hetzelfde resultaat zou te verkrijgen zijn als thans in den langeren. Daarop antwoordde, hij ontkennend. Nu zegt gij, dat bij u in het voorjaar, door harder te werken zonder verlenging van den arbeidsduur, toch meer geproduceerd werd. Lag dat aan grooter toewijding?
A Dit kwam daardoor, dat de koeken zoo duur en schaarsch waren, dat wij de olie er niet uithaalden. Dit gaf dus een klein rendement, maar de prijs der koeken was zoo absurd hoog, dat het toch in mijn voordeel was.. Dit alles was echter slechts eens toevallige omstandigheid.
4777 V Hoe lang is de werktijd bij u in de oliefabriek?
A 12 uren
4778 V Gaat er geen rusttijd af?
A Ja, drie kwartier.
4779 V Staat de fabriek dan geheel stil?
A Ja. Vroeger stond de molen 's morgens, maar omdat het meer in het belang van de werklui was, hebben wij dit op den middag gesteld. Als het niet druk is, staat de molen dikwijls een uur.
4780 V In uwe fabriek hebben de menschen dus ¾ uur zittende rust, in onderscheiding met andere oliefabrieken, waar 12 uren staande wordt doorgebracht?
A Ja. Maar hierbij moet in aanmerking genomen worden, dat de mannen in die fabrieken wel even kunnen gaan zitten, totdat de koeken er uitgehaald worden.
4781 V Gij zeidet, dat de fabriek vroeger 's morgens stond; was dat ook gedurende drie kwartier?
A Neen, slechts één kwartier.
4782 V De feitelijke arbeidsduur is sedert dien tijd dus met een half uur verminderd?
A Ja.
4783 V Heeft dat nadeeligen invloed op de productie gehad?
A Neen, het hindert, niet.
4785 V Dus die vermindering van arbeidsduur legt geen drukkenden last op den fabrikant?
A Neen, doch ons vak is zóó speculatief, en het eene jaar scheelt zóóveel bij het andere, dat het moeilijk is uit te maken.
4786 V Het treft mij, dat in andere oliefabrieken 12 uren aan één stuk wordt gewerkt, en dat dit bij u het geval niet is. Ik heb u immers goed begrepen, dat die vermindering van arbeidsduur geen overwegend geldelijk nadeel voor den fabrikant oplevert?
A Ja, doch ik kan het moeilijk bepalen.
4787 V Wordt het loon per week uitbetaald?
A Neen, om de 14 dagen, dat is zoo eene sleur en geeft ons wel een klein gemak. De socialistische lui zijn daar tegen, maar dat zouden zij ook zijn, als het per week gebeurde, omdat die eenvoudig tegen alles zijn. Als de vrouw maar goed is, kan dat ook best.
4788 V Als de fabriek schoongemaakt wordt, gaat het loon dan door?
A Dan krijgen zij gedurende die 2 à 3 weken een daalder per dag vast, en aan bijwerk op de andere fabriek een gulden of daaromtrent.
4789 V Over het personeel van welke uwer beide fabrieken denkt gij het gunstigst?
A Over de rijstpellers; maar dat volk is meer met ons opgegroeid, omdat wij de rijstfabriek zelf bouwden, terwijl wij de oliefabriek gekocht hebben en dus het volk zoo goed niet kenden.
De olieslagers zijn daarentegen meer politiek ontwikkeld in dien zin, dat zij meer meedoen aan de tegenwoordige beweging, die al het kwaad van de maatschappij toeschrijft aan de patroons. Dat zijn in één woord die menschen die hun hoed niet afnemen.
4790 V Meer dan één getuige verklaarde, dat de olieslagers lager staan dan de pellers; beaamt gij die meening niet?
A Dat is verschillend. Mijn meesterknecht is een ontwikkeld, zelfs zeer ontwikkeld man.
4791 V Komt gij persoonlijk veel met uwe werklieden in aanraking?
A Ik kom elken dag twee-of driemaal op de rijstfabriek en op de oliefabriek kom ik ook dagelijks, zoodat zij mij kunnen spreken; maar zij behandelen hunne kleine grieven, enz. meestal met de meesterknechts.
4792 V Zijn er nog bijzondere instellingen aan uw fabriek in het belang der werklieden?
A Neen, maar daar de olieslagers per stuk betaald worden, leggen zij een dubbeltje per persoon 's weeks ter zijde om degenen, die ziek worden, te ondersteunen, Wie ziek is, krijgt dan f 2 's weeks, wij leggen daar f 2 bij, en uit het werkliedenfonds krijgen zij daarenboven f 5.
4793 V Dus wat voor de werklieden in de rijstfabriek geldt, is niet evenzeer van kracht voor de oliefabriek?
A Neen
4794 V De heer Le Poole: Komt het voor, dat de werklieden met behoud van hun loon een vrijen dag krijgen, een zoogenaamden zomerschen dag?
A Neen
4795 V Zoudt gij dit niet van belang achten voor menschen, die zoo weinig vrij hebben?
A Als de fabriek stilstaat, nemen de werklieden wel een vrijen dag. Bovendien hebben zij met kermis vast een vrijen dag. Het is nu bij ons kermis, en gisteren zag ik toevallig, dat er heel wat werklui naar Amsterdam gingen; die wenschten dus hun vrijen dag niet te besteden aan het kermishouden. 's Zondags gaan er ook wel eens werklieden naar Amsterdam.
4796 V De Voorzitter: Komt gij wel met de gezinnen van de werklieden in aanraking?
A Weinig, dit is meer het werk van dames; ziekenfondsen bestaan er te Womerveer in massa.
4797 V Hebt gij ook woningen laten zetten voor uwe werklieden?
A Ja, een paar voor den machinist en twee anderen, bovendien heeft de meesterknecht met voorschot van ons wat gebouwd.
4798 V Trachten gewone werklieden niet wel eens voorschot te krijgen voor het bouwen van een huisje?
A Dat komt weinig voor. De trek naar een eigendommetje komt eerst, als ze een paar honderd gulden erven of betrouwen.
4799 V Gewoonlijk komen de werklieden immers eerst op 18 jarigen leeftijd in uw dienst?
A Ja, meestal
4800 V Wat hebben zij dan vroeger gedaan?
A Zij zijn dan loopjongen geweest of zoo iets.
4801 V Komen zij niet dikwijls van zakjesplakkerijen?
A Dat ik weet, niet
4802 V Hebt gij ons nog het een en ander mede te deelen?
A Ik wenschté er alleen nog op te wijzen, dat de werklieden nog eenige kleine buitengewone inkomsten hebben. Aan de olieslagerij bijv. krijgen zij afleveringsgeld voor de olie en de koeken, die zij afleveren, en f 2.50 voor ketelbikken. Op dit laatste werk zijn zij zeer gesteld, maar het wordt meestal opgedragen aan lieden, die groote huishoudens hebben.
    R.A. Laan

A. Kerdijk, Voorzitter

Kolkman

S. Le Poole

W.M. Visser

W.H.J. Roijaards, Adj. secretaris