MBTZ Logo

Met Stoom - Nummer 17 - juni 1994

Pakhuis Koningsbergen te Oost-Knollendam

Met de hierna volgende gegevens zal inzicht gegeven worden in de historie en geschiedenis van het pakhuis ‘Koningsbergen’, nu gelegen aan de Dorpsstraat 43 te Oost-Knollendam aan de Zaan en voorheen gelegen aan de grens van de Banne Wormer en de Banne Jisp ten noorden grenzend aan het Zwet.
Door J.P. Bloem

De oorsprong van de naam ‘Koningsbergen’ moet gezocht worden in het feit dat in de ‘Gouden Eeuw’ in Jisp handel werd gedreven met de stad ‘Koningsbergen’ in Oost-Pruisen.
De Jisper haringvloot had aan het einde van de 16e eeuw een belangrijke naam, in het begin van de 17e eeuw gevolgd door de beschuitbakkerijen. Na de terugval in de tweede helft van de 17e eeuw richtte Jisp zich op de walvisvaart en de handel met de Oostzeelanden, hetgeen na de tweede helft van de 18e eeuw afliep en in de Franse tijd geheel eindigde. Het is ook in die periode van graanhandel dat het ontstaan van het pakhuis gezocht moet worden.

Pakhuis Koningsbergen Pakhuis Koningsbergen
Voor- en achterzijde pakhuis ‘Koningsbergen’
Foto's E. Gruis

Het pakhuis heeft de kenmerken van een zaadpakhuis en had dan ook van oorsprong geen ramen, maar uitsluitend ventilatieluiken, waarvan er in de noord- en oostgevel nog enkele zijn overgebleven. Verder zijn er later door het gewijzigde gebruik als opslag voor fourage extra deuren en vensters in geplaatst. Van de zaadkasten die ongetwijfeld in het pakhuis moeten hebben gestaan zijn uitsluitend nog sporen in de gebinten en stijlen te herkennen. Wel zijn in de vloer houten schuiven achtergebleven voor het verticaal transport van het graan en veevoeder.

Constructief behoort het pakhuis tot de zaalhuizen met tussenbalkgebint en licht getoogde korbelen met aan beide zijden een aanluifing (zie tekeningen). De hoofdconstructie is nog origineel; de kapconstructie vertoont echter wijzigingen die vermoedelijk tijdens de overplaatsing zijn uitgevoerd. De kap heeft namelijk een extra zolder gekregen, waarvoor een hogere trekbalk is ingebracht en de originele is verwijderd, waarna een extra vloer is aangebracht (zie doorsnede).
Aan de constructie zijn geen telmerken, merktekens die gebruikt werden door de timmerman die de constructie monteerde, gevonden, hoewel er met blauw krijt wel aantekeningen gevonden zijn die stammen uit de tijd van de verplaatsing. Teken Op een van de skeletstijlen is een bijzonder teken gevonden dat mogelijk een teken van de herbouwers is geweest (zie foto).
De gevels zijn aan alle vier de zijden als getrapte weeg uitgevoerd en zoals gebruikelijk geteerd; in de gevels zijn nog originele luiken aanwezig voor de ventilatie van het licht- en vochtgevoelige graan.

De kapdelen variëren in breedte van 18,5 tot 31 cm, de vloerdelen van de verdieping gemiddeld 25 cm breed en 3 cm dik terwijl de begane grond is opgebouwd uit delen van 5 cm dik en breedtes van 46 tot 49 cm. Het verhaal gaat dat deze brede delen afkomstig zijn van de voetingplaten uit de fundering van een gesloopte molen en vanwege de lange tijd dat deze onder water hebben gelegen bij het hergebruik als vloerdelen zo gekrompen zijn dat het nodig was tussen de delen latten te plaatsen. Deze latten zijn nog steeds aanwezig.
Eerder onderzoek bij uitkomende delen van dit soort voetingplaten heeft echter aangetoond dat er dan altijd onuitwisbare sporen van de vele paalkoppen in het hout zichtbaar waren (funderingsherstel pakhuis Riga te Wormer). Deze sporen zijn in de hier genoemde delen niet te vinden; de hier geuite bewering is niet echt op basis van sporen te bevestigen. Wel blijft overeind dat dit zeer brede delen zijn en indien zij vochtig verwerkt zijn inderdaad een grote krimp vertoond zullen hebben.

Klik op de miniatuur als u de foto wilt vergroten, klik op de knop "Vorige" in uw webbrowser als u wilt terugkeren naar deze pagina.
Koningsbergen
Dwarsdoorsnede
Koningsbergen
Vloeroppervlak
Koningsbergen
Langsdoorsnede
Koningsbergen
Kadastrale minuutkaart Wormer - Jisp ±1820
Koningsbergen
Kadastrale minuutkaart Wormer - Knollendam 1810 - 1830
Koningsbergen
Kadastrale minuutkaart Wormer Zaanoeverkaart 1971

Tot zover de technische gegevens van het pakhuis; de studie over de oorspronkelijke plaats van het pakhuis in de Banne Wormer, grenzend aan de Banne Jisp en later in Oost Knollendam alsmede de eigendomsgeschiedenis geven een heel ander kleurrijk beeld, waarvan hieronder de beschikbare gegevens worden vermeld:

1746 - juli

Het verslag van een veiling verhaalt van de volgende verkoping:

‘Een pakhuis en erf in de banne van Wormer, belend ten oosten het Jisp Weiver, ten westen burgemeester Claas Neven, ten zuiden Claas Yp, ten noorden Claas Schoen - juli 1746 en hetzelve als dan met gereede en contante penningen te betalen doch vrij van armen- en wesengeld en aanstonds voor rekeningen risico van de koper.
Gehaald door Corn. Bos op 310 gulden, gemijnd door Corn. Ploeger in de 20 st verhoogd met 50 gulden, gemijnd door Corn. Bos in de 12 st en verhoogd met 40 gulden gemijnd door Corn. Ploeger in de 12 st en verhoogd met 20 gulden de laatste blijft koper. Borgen zijn Aris Neef en Jan Mol.’
Cornelis Ploeger wordt dus eigenaar.

Bron: Veilingverslag archief onbekend, waarschijnlijk Streekarchief Purmerend.
Noot. Er is enige twijfel over de vraag of het hier wel gaat om het pakhuis ‘Koningsbergen’ enerzijds omdat het niet met name genoemd wordt en anderzijds omdat in het verslag ten noorden van het pakhuis het erf Claas Schoenmaker genoemd wordt en niet het Zwet. Omdat de verkoop van het erf in het verslag is toegevoegd zou het kunnen zijn dat het pakhuis op het erf genaamd Claas Schoenmaker stond dat zich naar het noorden uitstrekte tot het Zwet. Nader onderzoek van de veldnamen zal uitsluitsel moeten geven.

1766

In de onderstrook van een afbeelding van een optocht in Jisp op 8 maart 1766 ter gelegenheid van de ambtsaanvaarding door stadhouder Willem V staat achter de Doopsgezinde Vermaning ten westen van de Weiversloot een pakhuis afgebeeld die qua vorm overeenkomt met pakhuis ‘Koningsbergen’.
De gravure hangt in het voormalig Jisper Raadhuis

1792 - 31 mei

In een staat van Inventaris van Cornelis Simonsz. Bettelem uit 1776 wordt vermeld dat hij reeds aan zijn dochter Anna Bettelem het Moeders erf had afgegeven. In de indrukwekkende inventaris- en boedellijst opgemaakt na zijn overlijden komt ook de eigendom van het pakhuis ‘Koningsbergen’ voor.
Bron: Molens te Jisp- J.Klopper 1992 NNC blz 27

1805 - 21 okt

In een staat en inventaris van alle de goederen, middelen en effecten van juffrouwe Anna Bettelem wordt naast een enorme lijst van landerijen, boerderijen en molens de halve eigendom van het pakhuis ‘Koningsbergen’ genoemd, gelegen in de Banne van Wormer belend ten noorden het Zwet en ten zuiden Cornelis van Meanen Wzn. Op het kadastraal minuutplan uit 1817 is de beschreven locatie met pakhuis ook duidelijk te zien.
Bron: Streekarchief Purmerend ONA 3005 nr 618
Noot: Op 21 december 1841 verkoopt Johannes Wildschut, burgemeester te Jisp het stuk land bekend onder sektie C no 368, gelegen ten zuiden van het land waarop het pakhuis ‘Koningsbergen’ stond, aan zijn zoon Adrianus Wildschut Johzn., landeigenaar te Jisp. De verkoper Johannes Wildschut had dit land verkregen uit de nalatenschap van zijn vader Adrianus Wildschut en zijn moeder Janneije Sterke op 28 juli 1841.
Bron: Akte van koop en verkoop geregistreerd te Zaandam 24-12-1841 vak zes en zeven, 4/98 36/86 5-2-1842.

Adrianus Wildschut had het land op 5 juli 1826 op een veiling in ‘de Bonte Os’ in Jisp van Jacob Schaap uit Purmerend gekocht. In eerder verschenen stukken over het pakhuis ‘Koningsbergen’ wordt verondersteld dat het pakhuis op dit erf heeft gestaan, hetgeen gezien het boven- en hieronderstaande niet juist is gebleken. Zie o.a. de beschrijving van het monument in de Provinciale Monumentenlijst en het boek ‘Molens te Jisp’.

1882 - 17 maart

Opgave van overgangen van onroerend goed vanaf 1 januari 1882: Pakhuis ‘Koningsbergen’ en erf te Wormer sektie C no. 367 groot 4 roeden 50 ellen. Nieuwe eigenaar is Willem Cornelisz. Honigh te Wormerveer; vorige eigenaar waren de Erven Cornelis Adriaansz. Honigh te Zaandijk.

1882 - 3 april

Opgave van overgangen van onroerend goed vanaf 1 januari 1882: Pakhuis ‘Koningsbergen’ te Wormer aan het Zwet sektie C no. 367 groot 4 roeden 50 ellen. Nieuwe eigenaar is Pieter Klaas op 't Land te Wormer; vorige eigenaar was Willem Cornelisz. Honigh te Wormerveer.

1888 - 14 april

Akte van Koop en verkoop voor notaris Pieter Langbaard te Wormerveer waaruit blijkt dat pakhuis ‘Koningsbergen’ en erf is verkocht door Jacob Bakker Klaasz. te Wormer aan Pieter Groot te Krommenie.
Bron: Kantoor der hypotheken te Hoorn d.d. 5 mei 1888 deel 524 nummer 78.

1889 - 17 juni

Akte van koop en verkoop tussen verkoper Pieter Groot, koopman te Krommenie en koper Johannes Wildschut, fabrikant te Jisp betreffende de grond gelegen aan het Zwet, waarop heeft gestaan en welke heeft behoord bij het nu gesloopte pakhuis ‘Koningsbergen’ bekend in sektie C no. 367, groot vier aren, vijftig centiaren.
Bron: Streekarchief Purmerend dag 58/1318 20 juni 1889 532/80

Hier eindigt dus de geschiedenis van het pakhuis ‘Koningsbergen’ aan de rand van de Banne Jisp om binnen de Banne Wormer te verhuizen naar Oost Knollendam gelegen in de toenmalige gemeente Wormer.

Hoe komt het dat een pakhuis wordt gesloopt om elders weer opgebouwd te worden?

Om dit te begrijpen is het nodig terug te gaan in de ‘herinneringen van Willem Groot’, geboren op 23 oktober 1895 en op dit moment wonende te Zaandam, waarin hij verhaalt over de geschiedenis van de familie Groot.

Jan Groot, geboren 1827 en wonend te Oost Knollendam begint als werkman bij de firma Pieter Kraij, een groothandel in granen en gevestigd in Oost Knollendam (zie de kadastrale minuutkaart).

Jan Groot trouwde met Neeltje Voogd uit Jisp en ging wonen aan het Sluispad in Oost Knollendam. Ze kregen acht kinderen, waarvan Pieter, Wijbrand en Krijn voor dit verhaal van belang zijn.
Pieter Groot verhuisde na zijn huwelijk met Guurtje Reijne in 1878 naar Krommenie en hem zien wij later als koper van het pakhuis met erf in 1889 terug.
Jan Groot bezat een stuk grond ten noorden van de sluis dat in de volksmond ‘het hoge erf’ werd genoemd werd en wordt (zie de kadastmale minuutkaart). Hij bouwde daar een pakhuis, kocht een ‘Langedijker’ en begon daar samen met zijn zoons Wijbrand en Krijn een later goed lopende fouragehandel. Een groot deel van de fourages betrok hij bij de eerder genoemde firma P. Kraij.

Toen Jan Groot op 15 mei 1886 plotseling overleed was dit voor zijn bedrijf een financieel drama. De boeren die hij in de afgelopen winter van veevoeder had voorzien hadden nog niet betaald en de openstaande rekeningen bij zijn grootste toeleverancier kon het bedrijf hierdoor ook niet direct voldoen.
De firmanten van de firma P.Kraij zagen in de ontstane situatie een gelegenheid om het door hen al lang begeerde ‘hoge erf’ in handen te krijgen en lieten het bedrijf van Jan Groot failliet verklaren.

De broers Wijbrand en Krijn lieten zich niet uit het veld slaan en bouwden met hun zwagers een pakhuisje achter het woonhuis van hun moeder aan het Sluispad om opnieuw de fouragehandel van hun vader voort te zetten.
Krijn Groot trouwde in 1890 met Marie Schoehuis van Uitgeest en met hulp van zijn beide zwagers Gerrit Max en Petrus Visser, die het timmervak verstonden, liet hij een woonhuis en het eerder al door broer Pieter Groot gekochte pakhuis ‘Koningsbergen’ bouwen. Dit pakhuis was voor dit doel gekocht op 14 april 1888 met een bijbehorende erf nabij Jisp en werd herbouwd op een stuk buitendijks land in Oost Knollendam, sektie A no. 310. Het overgebleven erf nabij Jisp werd in juni van datzelfde jaar weer verkocht.
In dit pakhuis zette Krijn Groot zijn deel in het bedrijf van zijn vader verder voort. Nadat zijn broer Wijbrand in 1894 trouwde met Jansje Schoehuis, liet ook hij een woonhuis naast het pakhuis bouwen en zette ook hij zijn bedrijfsdeel in het pakhuis voort tezamen onder de firmanaam K. Groot.

Krijn Groot's zoon Jan, die al vroeg in het bedrijf meewerkte, zette na het overlijden van zijn vader in 1929 het bedrijf onder dezelfde firma­naam met Wijbrand Groot voort, waar vanaf 1911 ook Wijbrand's zoon Willem in meewerkte. In 1937 trad Wijbrand Groot terug uit de firma en zette Jan Groot de firma K. Groot zelfstandig voort.
In juli 1962 eindigde de firma K. Groot en verkocht Jan Groot het woonhuis met pakhuis aan J. Husslage uit Zaandam die het woonhuis ging bewonen en het pakhuis voor opslag van zeilboten gebruikte.
Vanaf 1969 bewoont Husslage's zoon Car het woonhuis en wordt de eigendom van het pakhuis gedeeld met Jan Duits uit Zaandam.
De laatste bestemming van het pakhuis is tot heden niet gewijzigd.

Overige bronnen: