Jedelooschool 
 Jedelooschool

Jedelooschool

Op het moment dat, na een decennia lange discussie, het onderwijssysteem ‘ambachtsschool’ weer in ere wordt hersteld is ook het vroegere hoofdgebouw van de ambachtsschool in Zaandam weer in gebruik genomen. Na een zeer vakkundige restauratie zijn de leslokalen nu omgebouwd tot goedkopere appartementen in de huursector en luxe gezinswoningen in de koopsector. De Jedelooschool heet nu ‘Jedeloo Woongebouw’.

 

Een historisch overzicht van het nijverheidsonderwijs

De industrialisatie van de Zaanstreek werd, net zo elders in de wereld, gedreven door nieuwe technieken zoals stoom en de daarbij behorende aandrijfmechanisme en door nieuwe materialen zoals bijvoorbeeld ijzer en staal en later gewapend beton. Verbeterde organisatiemethode, logistiek en onderzoek hebben ook bijgedragen aan de intensivering en versnelling van de productie.

Deze veranderingen in techniek en het gebruik van nieuwe materialen hadden natuurlijk ook grote gevolgen voor de vakinhoudelijke kant van de arbeid. Nieuwe technieken hebben 'ambachtelijk' geschoolde arbeid gedegradeerd m.b.t. status en inhoud, bepaalde arbeid verdween zelfs na de invoering van de stoommachine. Maar de innovaties vereisten ook nieuwe kennis en vaardigheden. Er ontstonden nieuwe beroepsorganisaties en passend onderwijs werd steeds meer als een noodzaak gezien. Bovendien maakte de miniaturisering van de stoommachine deze bruikbaar voor bijvoorbeeld de voortstuwing van schepen en treinen en als locomobiel in bijvoorbeeld de landbouwsector. De veranderingen bleken bedrijfstakgebonden.

Door het ontbreken van officiële opleidingen bestond de opkomende beroepsgroep voornamelijk uit 'self-made' ingenieurs zoals instrumentenmakers. De technologische ontwikkelingen volgde men door publicaties en boeken of via bedrijfsspionage. In 1828 werd in Engeland het 'Institute of Civil Engineers' opgericht, in 1847 in Nederland gevolgd door het 'Koninklijk Instituut van Ingenieurs'. Deze beroepsverenigingen gingen zich inzetten voor zaken als status, salariëring en opleiding.

Het ontwerpen en bouwen van deze nieuwe fabrieken was stap 1. Het aan de praat houden van een stoominstallatie met z'n ketels en drijfwerken was stap 2. Machinisten en onderhoudsmonteurs werden onmisbare schakels in de fabrieksgewijze productie. Scholing in het bedrijf werd, naarmate de technieken complexer werden, ontoereikend en inefficiënt geacht. In het midden van de negentiende eeuw gingen in Amsterdam en Utrecht de eerste particuliere technische opleidingen van start. Maar het dagonderwijs met het daarbij behorende theoretische onderwijs was voor de leerlingen in de 'nijvere stand' toen nog een brug te ver. De scholen moesten al snel weer sluiten. De eerste succesvolle technische scholen waren de marine machinistenschool (1859) en de Kweekschool voor Machinisten (1878) in Amsterdam. Het technische onderwijs werd in de negentiende eeuw voornamelijk overgelaten aan het particulier initiatief. In grotere steden waren het vaak werkgevers die zich daar mee bemoeide. Met name aannemers waren aktief betrokken bij avondtekenscholen. Soms werd daarbij samengewerkt met genootschappen als de 'Maatschappij tot Nut van 't Algemeen' of de 'Maatschappij voor den Werkende Stand'.

Maatschappij voor den Werkende Stand

In 1853 werd in Amsterdam op een vergadering van een werkbaas, een timmerman, een metaalgieter en een schilder besloten tot de oprichting van de vereniging 'Maatschappij tot verbetering van den werkende stand'. Op 11 januari 1854 werd die vereniging daadwerkelijk opgericht met als doel “betere regelingen te treffen in het belang van bazen en knechts der onderscheidene vakken”. In 1861 werd de naam veranderd in 'Maatschappij van den Werkende Stand' en in 1868 definitief in 'Maatschappij voor den 'Werkende Stand'. Als een van de eerste afdelingen werd in 1855 een werkverschaffingsproject 'straatreiniging' opgericht. In 1877 nam de gemeente Amsterdam de werkzaamheden over met haar afdeling stadsreiniging.

In 1861 werd de afdeling 'Ambachtsscholen' opgericht waarna op 15 januari 1861 de eerste ambachtsschool van Nederland werd geopend op de Weteringschans hoek Vijzelgracht in Amsterdam. De bekende Amsterdamse fotograaf Jacob Olie is als directeur aan deze school verbonden geweest van 1867 tot 1890. De tweede ambachtsschool werd in Amsterdam geopend in 1884. Aan beide scholen werden avondtekenscholen voor werklieden verbonden.

In 1862 al volgde het gemeentebestuur van Zaandam het voorbeeld uit Amsterdam. In de 'Wet op het Middelbaar Onderwijs' uit 1863 van minister J.R. Thorbecke was er echter geen plaats ingeruimd voor door de overheid gesubsidieerd vakonderwijs, Thorbecke was van mening dat les in handvaardigheid geen bijdrage kon leveren aan de intellectuele vorming. De Gemeentelijke Ambachtsschool in Zaandam moest na één jaar haar poorten alweer sluiten.

  Technische tekening Technische tekening Technische tekening  
 

V.l.n.r. Bouwtekening van een 'ambachtelijk' gebouwde molen uit omstreeks 1824, vervaardigd door Jacob Laan. Detail van een bouwtekening van de bouw van ketelhuis bij beukerij voor Stoomweverij P.H. Kaars - Sijpenstein aan de Padlaan - hoek Noordervaartdijk te Krommenie. Datering is 30 september 1886. De tekening is gemaakt door Gebr. Gorter uit Wormerveer. Detail van een plan voor een pakhuisinrichting in pakhuis Ceres van de firma J. Buijs Wz. Zaandam. Tekening door Duyvis, P.M. en Co. machinefabriek Koog aan de Zaan. Datering is 17 mei 1898.

Het stelsel van leerknaap, gezel en meester werd niet meer van toepassing geacht in een tijd dat de machines complexer werden en er meer vakkennis nodig was.

 

Vakonderwijs in de Zaanstreek

Als gevolg van een Koninklijk besluit uit 1817 werd er ook in Zaandam in 1827 een 'Stadstekenschool' gesticht. Gedurende drie avonden per week kregen zes kinderen van minvermogende ouders gratis les. Kinderen van meervermogende ouders betaalde 25 cent per les aan de directeur. In 1849 werd de stadsarchitect van Zaandam, L.J. Immink hoofd van de Stadstekenschool. In Koog aan de Zaan en Wormerveer werd door de 'Vereeniging Volksonderwijs' in de winter avondonderwijs gegeven in bouwkundig tekenen, meetkunde, natuur- en scheikunde. Later werd daar ook les gegeven in timmeren en smeden.

In het begin van de twintigste eeuw was er een Gemeentelijke Avondschool voor Nijverheidsonderwijs in Zaandam. Van 1914 tot 1929 was architect S.B. van Sante directeur van deze school. Architect van Sante was werkzaam geweest op verschillende architectenbureaus voordat hij zijn eigen bureau oprichtte. Hij was o.a. de ontwerper van pakhuis 'Nederland' voor rijstpeller C. Kamphuys en het St. Jansziekenhuis in Zaandam. In 1917 maakte hij het ontwerp voor stoommeelfabriek 'De Vrede' in de Achtersluispolder voor C. Kamphuys' fabrieken. Architect S.B. van Sante was de zoon van aannemer Jb. van Sante uit Zaandam.

In navolging van het Amsterdamse project van de 'Maatschappij voor den 'Werkende Stand' werden er in 20 gemeenten in Nederland in de periode 1861-1900 op particulier initiatief ambachtsscholen gesticht. Op den duur kon de overheid het resultaat en de waardering voor deze particuliere scholen niet langer negeren. In 1919 kwam de wet op het gesubsidieerde Nijverheidsonderwijs tot stand.

Centrale Ambachtsschool voor de Zaanstreek

De 'Vereniging voor van Volksonderwijs in de Zaanstreek' zette in 1908 de eerste stappen om te komen tot vorming van een inrichting voor nijverheidsonderwijs in de Zaanstreek. Er werd een bestuur gevormd en de statuten voor een 'Centrale Ambachtsschool voor de Zaanstreek' werden vastgesteld op een oprichtingsvergadering op 19 januari 1909. Tot 1916 gebeurde er echter niets. Op initiatief van de nieuwe burgemeester K. ter Laan, met de kennis over de nieuwe wet uit 1919 en dankzij een genereuze gift van fl. 50.000 door de fabrikant en handelaar J.A. Laan kon een nieuw bestuur onder leiding van E. van de Stadt in 1917 de opdracht geven voor de bouw van een tijdelijke school. Het houten gebouw aan de Herengracht in Zaandam werd geopend op 3 november 1917. De eerste directeur werd W. van der Elst. In dat eerste jaar werden de volgende 61 leerlingen ingeschreven:

  • Bankwerken: 29 leerlingen
  • Elektriciens: 16 leerlingen
  • Timmerlieden: 16 leerlingen

Deze leerlingen waren afkomstig uit Assendelft, Koog, Wormer, Wormerveer, Zaandam en Zaandijk. Leerlingen uit Zaangemeenten die de school niet subsidieerden werden afgewezen.

In 1932 werd de nieuwe school aan de Westzijde in Zaandam geopend. Het gebouw werd ontworpen door de gemeente-architect Jan Schipper. In 24 lokalen werd daar dagonderwijs gegeven in timmeren, smeden, elektrotechniek, handtekenen en lijntekenen. Daarnaast een aantal theoretische vakken. Aan de school was vanaf het begin ook een avondschool verbonden. In dat jaar 1932 telde de dagschool 321 leerlingen en de avondschool 204 leerlingen.

  Oorkonde  
 

Een detail van een oorkonde n.a.v. een schenking door de heer Dr. E. van der Stadt aan de Verenigde Centrale Ambachtschool, om jaarlijks een prijs toe te kennen aan de beste leerling. De oorkonde bestaat uit gedrukte tekst met aan de onderkant een afbeelding van de school met jongen die een wapenschild draagt.
Deze oorkonde is in 1932 vervaardigd door Jan Breeuwer Jr.
Het auteursrecht van deze reproduktie behoort toe aan het Gemeente Archief Zaanstad.

 

In 1961 werd de school vernoemd naar het zeer gewaardeerde bestuurslid P.W. Jedeloo, de naam werd veranderd in Jedelooschool. Het aantal leerlingen steeg tot 644 in 1975. Op voorstel van het bestuur besloot de ledenvergadering in februari 1976 de P.W. Jedelooschool over te dragen aan de gemeente Zaanstad met het doel een scholengemeenschap te vormen door samenvoeging met de twee gemeentelijke nijverheidsscholen voor meisjes.

Het gebouw

De restauratie architect Cees Hooyschuur beschrijft in de ‘Portfolio van Hooyschuur Architecten 2009’ de Jedelooschool als goed voorbeeld van de late Amsterdamse School architectuur. Volgens Hooyschuur kenmerkt deze architectuur zich “ door een heldere volumeopbouw, grote gevelvakken en een rijkdom aan kozijndetaillering. Sprongen in het metselwerk, betonnen gevelbanden en verspringende kozijnneggen bepalen de plastiek van de gevel. ”

Deze school is gebouwd rond een driehoekig plein. De voorste deel, aan de westzijde heeft drie bouwlagen, de achterliggende vleugel met o.a. de praktijklokalen had twee bouwlagen. De praktijklokalen waren echter van een dusdanige kwaliteit dat herbesteming, naar het oordeel van de restauratie architect, geen optie was. In overleg met de opdrachtgever is derhalve besloten tot sloop van deze lokalen.

  Jedelooschool  
  De Jedelooschool gezien in noordelijke richting, de huizen op de voorgrond staan aan het Blauwepad. Op deze foto zijn de praktijklokalen te zien.  

Het gebouw is opgetrokken uit gele baksteen en heeft in de voorzijde betonnen en granieten decoraties. Tegen de zuidelijke hoek van het voorste deel is de woning van de conciërge gebouwd. De conciërge was tevens de stoker van de centrale verwarming.
Het gehele complex is een mooi voorbeeld van een schoolgebouw van vlak voor de oorlog.

Personalia

  Jedelooschool Jedelooschool Jedelooschool Jan Schipper  
 

V.l.n.r. In het centrale trappenhuis van het hoofdgebouw hangt een plaquette met de beeltenis van J.A. Laan. Jan Adriaan Laan was als medefirmant in o.a. de rijstpellerij Bloemendaal & Laan aan de Veerdijk in Wormer toch meer koopman dan fabrikant. Daarnaast vervulde hij een groot aantal bestuurlijke functies. Hij was o.a. lid van de Eerste Kamer der Staten Generaal en voorzitter van de Nederlandse Werkgevers Vereniging. In 1916 schonk hij fl. 50.000 aan het bestuur van de Centrale Ambachtsschool voor de Zaanstreek waardoor de bouw van de school mogelijk werd.
J.A.Laan overleed in 1918. Zijn zoon J.A. Laan jr. heeft op de 30 mei 1931 de eerste steen gelegd voor de bouw van de school.

Het ontwerp voor de school is gemaakt door de architect Jan Schipper (Westzaan 1889-Zaandam 1967). Schipper werd in 1939 aangesteld als gemeente-architect in Zaandam. Als particulier architect won hij een besloten prijsvraag voor de Centrale Ambachtsschool, waaraan ook P. Molenaar en S.B. van Sante deelnamen. Schipper ontwierp o.a. in 1930 ook de plannen voor het Gemeente ziekenhuis in Zaandam.

 
  Gemeente ziekenhuis Zaandam  
 

Schets-ontwerp van het gemeente ziekenhuis aan de Frans Halsstraat te Zaandam.
Voor het gemeentelijk ziekenhuis van Zaandam, dat sinds 1919 bestond, werd in 1931 een (voor die tijd) groot en fraai pand aan de Frans Halsstraat opgetrokken. Opmerkelijk is de overeenkomst met het, in dezelfde tijd gemaakte ontwerp voor de Centrale Ambachtsschool.

 

Hergebruik

  Jedelooschool  

Op de website van Porjectontwikkelaar Parteon en Heddes Vastgoed werd er in maart 2008 melding gemaakt van de start van de werkzaamheden rondom de Jedelooschool:
“Partijen zijn verheugd dat het werk nu kan beginnen. Er moet immers dringend iets gebeuren. De oude school takelt snel af. Er is verschillende malen brand gesticht. Langer wachten brengt het gebouw in gevaar: dan valt er straks niets meer te renoveren. Parteon heeft 30 januari (2008) de bouwvergunning voor de verbouw en gedeeltelijke sloop van de Jedelooschool gekregen. Ondanks dat de bezwaarprocedure nog loopt zijn de werkzaamheden mogelijk door de juridische dekking van de bouwvergunning. Gemeente Zaanstad en Parteon willen graag snel met de werkzaamheden beginnen om de verpaupering van de Jedelooschool en de directe omgeving een halt toe te roepen.”

“Maandag 17 maart starten de werkzaamheden in het gebouw en de sloop van de vleugels. Dit geeft meteen de noodzakelijke ruimte om vanaf het binnengebied met hijskranen zowel de voor- als achterkant van het hoofdgebouw te renoveren. Op deze wijze worden de statige populieren aan de Westzijde ontzien.
Dankzij de sloop van de vleugels ontstaat de noodzakelijke ruimte voor de bouwwerkzaamheden (opslag, materieel, bouwverkeer, etcetera). Deze kunnen hierdoor zoveel mogelijk vanaf het binnengebied uitgevoerd worden om overlast voor omwonenden maximaal te beperken.
Planning is om de appartementen zomer 2009 op te leveren. De eengezinswoningen worden naar verwachting eind 2009 opgeleverd.”

  Jedelooschool  

Er waren diverse partijen betrokken bij de herontwikkeling van de voormalige ambachtsschool aan de Westzijde:

  • De gemeente Zaanstad was o.a. verantwoordelijk voor het afgeven van de nodige vergunningen. Bovendien heeft het gemeentelijk apparaat een sturende rol gespeeld bij het ontwikkelen van de plannen m.b.t. ‘binnenstedelijk bouwen’ in het algemeen en met het ontwikkelen en bebouwen van het complex ‘Jedelooschool’ in het bijzonder.
  • Parteon is een woningcorporatie met 18.000 woningen, zorgwoningen en bedrijfsruimten. Daarmee is Parteon een grote speler in Zaanstad. Ze bieden onderdak aan één op de vier inwoners van Zaanstad. Als eigenaar van het complex is Parteon opdrachtgever aan de diverse uitvoerende partijen die werkzaam zijn bij de herontwikkeling van de Jedelooschool.
  • De ‘Bewonersvereniging Schilders- en Waddenbuurt en Koog Bloemwijk’ heeft zich van het begin af aan opgesteld als een kritisch volger van de projectontwikkelaar en de gemeente Zaanstad. De bewoners maakten zich grote zorgen over de negatieve gevolgen voor hun leefomgeving doordat veel bestaand groen werd opgeofferd en de parkeerdruk zou toenemen. Mede door de onzorgvuldige en onvolledige communicatie vanuit de gemeente en de projectontwikkelaar werd deze belangengroep gedwongen regelmatig van de uiterste juridische procedures gebruik te maken om haar belangen duidelijk te maken. Deze procedures hebben tot zeer grote vertragingen in het project geleid.
  • Heddes Vastgoed is een projectontwikkelaar die meestal voor eigen rekening en risico woningen en commercieel vastgoed ontwikkelt. In het project Jedelooschool verlenen ze deze diensten aan Parteon Projectontwikkeling. Op 15 september 2009 hebben Heddes Vastgoed en Parteon Projectontwikkeling de aannemingsovereenkomst voor de verbouw van de Jedelooschool ondertekend. De aannemer bij dit project was Heddes Bouw.
  • Hooyschuur architecten bna was verantwoordelijk voor het ontwerp van het plan voor de herbestemming van het schoolcomplex.
  • Kuijs Reinder Kakes is de verkopende makelaar in het project Jedelooschool

Woningbouwcorporaties manifesteren zich tegenwoordig steeds vaker als redder van beeldbepalende monumenten. Ook in de Zaanstreek nemen ze hun verantwoordelijkheid. Aansprekend voorbeeld is de renovatie van de voormalige gortpellerij van Zwaardenmaker aan de Oostzijde in Zaandam door de woningstichting Rochdale in 2004. De spelregels waarmee de vroegere maatschappelijke organisaties te maken zijn sindsdien alleen nog maar strenger geworden m.b.t. de financiering van de projecten. Waarbij moet worden opgemerkt dat door de slepende procedures het ‘Jedelooschool’ project een zeer grote vertraging opliep en dat door woningcorporatie Parteon bij de aankoop van dit gebouw in 2000 nog niet met alle nieuwe regelgeving rekening kon worden gehouden. Parteon had zelf ook al ruime ervaring met de ontwikkeling van industrieel erfgoed door de renovatie van de voormalige chocoladefabriek en de cacaotoren op het Boonterrein aan de Marktstraat in Wormerveer door de fusiepartner Woonmij Zaanstad.

In het verleden werden huurwoningen gesubsidieerd door de overheid. Als gevolg van nieuwe wetgeving moet een corporatie zelf voor de financiering zorgen en zal dat o.a. doen door de verkoop van woningen. Formeel heet het ook dat het mengen van huur- en koopwoningen in een wijk voor meer diversiteit zorgt.

  Jedelooschool Jedelooschool  
  Links de Jedelooschool net voor de restauratie, rechts het Jedeloo Woongebouw tijdens de restauratie in de winter van 2010.  

Aanbesteding of prijsvraag

In een antwoord aan de Parteon partner Heddes Vastgoed BV schrijft Zaandstad Dienst Stadsontwikkeling sector Grondbedrijf in juli 1998 dat de gemeente van plan is de J. de Looschool (!) “te vervreemden en te laten herbestemmen”.
De gemeente is, volgens die brief, bereid mee te werken aan de wijziging van de bestemming van het terrein waarbij verder wordt opgemerkt dat: “Het bestaande schoolgebouw een bijzondere architectonische kwaliteit heeft. Deze kwaliteit dient behouden te blijven. Bijzondere kwaliteit die het huidige gebouw herbergt zijn de vormgeving van de gevels, de entrees, de schaal van het gebouw en de sfeer van het binnenterrein”.
Bovendien stelde de gemeente eisen m.b.t. de woningdifferentiatie: “Van de eventueel te realiseren woningen dient 30% in de socialebouw te worden gerealiseerd. De overige 70% mogen worden gerealiseerd in de vrije sector en dienen een oplopende differentiatie in prijs te zien geven”. Van deze vrije sector dient minimaal 20% gerealiseerd te worden in de prijsklassen tussen de fl. 240.000 en fl. 270.000.

Op basis van de antwoorden in de bovengenoemde brief werd Heddes Vastgoed uitgenodigd voor 1 oktober 1998 vrijblijvend een schetsmatig bebouwingsvoorstel en een voorstel voor een aankoopbedrag te sturen naar de dienst Stadsontwikkeling. Vijf partijen kregen een soortgelijke aanbiedingsbrief. Als er later vragen worden gesteld over deze ‘opmerkelijke aanbestedingsprocedure’ noemt het college een ’prijsvraag’.

Uiteindelijk gingen drie projectontwikkelaars in op de uitnodigingsbrief en brachten een bod uit op het terrein en de opstallen. Een bod werd als te laag afgewezen, de twee overige partijen werden uitgenodigd een nieuw bod uit te brengen. Prozes (later Parteon) bracht het beste bod uit en werd daarom uitgekozen.

Commerciele exploitatie

In eerste instantie wilde Prozes 52 woningen bouwen. Om tegemoet te komen aan de bezwaren van de omwonende wordt in 2007 het aantal woningen teruggebracht tot 36. Deze aanpassingen hadden ook gevolgen voor de kostprijs van het onroerend goed. In eerste instantie bedroeg het bod ruim 3,2 miljoen gulden, na de aanpassingen in het bouwvolume bepaalde de gemeente de verkoopprijs op iets meer dan 2 miljoen euro. Op 9 oktober 2008 werd het koopkontrakt ondertekend door het college en door Parteon.

Het is al snel duidelijk dat er ‘kostendragers’ nodig zullen zijn om de doelstellingen te realiseren:

  • renovatie van een oud schoolgebouw
  • bouwen van moeilijk te financieren huurwoningen
  • bouwen van een aantal woningen in de vrije sector die een gelimiteerde verkoopprijs moeten hebben

Deze kostendragers worden o.a. gevonden in de bouw van een aantal nieuw te bouwen grondgebonden eengezinswoningen op het voormalige schoolplein. Bovendien zullen een aantal, moeilijk te bestemmen gebouwen, zoals de praktijklokalen, moeten worden afgebroken om meer ruimte voor nieuwbouw te vinden.

  Jedelooschool  
 

Tijdens de zomer van 2009 blijkt dat de projectontwikkelaar zich weinig hoefde aan te trekken van de opmerking over “de schaal van het gebouw en de sfeer van het binnenterrein” in de aanbiedingsbrief. Van die sfeer van het vroegere schoolplein is niet veel meer over. Op de voorgrond liggen de restanten van de fundering van vroegere leslokalen.

 

Geen bescherming

Heel verrassend is de opmerking in de brief van juli 1998 over de toekomst van het pand:
“Wanneer de keuze valt op sloop moet dit echter leiden tot een verbetering van de bestaande situatie”

Het lijkt er op dat de gemeente Zaanstad nog moest zoeken naar de juiste manier om een algemeen gewaardeerd cultureel monument, waarvan zijzelf de eigenaar was, voor de toekomst te behouden. Het pand heeft geen beschermde status, het lijkt er op dat de gemeente Zaanstad dezelfde reflexen vertoont die iedere eigenaar van een ‘potentieel’ monument heeft. Uit een verslag van een openbare vergadering van monumentencommissie van donderdag 22 maart 2007 blijkt o.a.:
“Ondanks het in 2003 door de monumentencommissie uitgebrachte advies tot plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst van de volledige school, is dit niet gebeurd. Indertijd is echter geen officieel integraal besluit tot plaatsing aan het college voorgelegd. De raad heeft ook niet aangedrongen op plaatsing in verband met de financiële haalbaarheid. Het pand staat nog wel op de lijst van potentiële gemeentelijke monumenten. Het plan is nu om te beginnen met het verbouwen van het hoofdgebouw. Ambtelijk is geadviseerd deze verbouwing af te wachten alvorens een procedure tot plaatsing te starten. De wethouder stemt in met dit advies, omdat de verbouwing verder verval van het pand zal voorkomen en het behouden zal blijven.”
Op de, in februari 2010 op het internet beschikbare monumentenlijst van de gemeente Zaanstad (gedateerd 10 april 2007) staat de Jedelooschool aan de Westzijde aangemerkt als potentieel gemeentelijk monument . Het pand heeft dus geen formele bescherming.

De fractie van Democratisch Zaanstad heeft op 11 maart 2008 schriftelijke vragen aan het college van de gemeente Zaanstad gesteld waaronder deze vraag m.b.t. de monument status van het complex:
“De Monumentencommissie heeft destijds een voordracht gedaan om het gehele gebouw tot monument te benoemen. Wethouder Kroesen heeft na dit voorstel te hebben ontvangen, de Monumentencommissie gevraagd of zij haar voorstel wilde beperken tot de voorzijde. De Monumentencommissie heeft dat verzoek afgewezen en haar voorstel voor de gehele school gehandhaafd. Vervolgens is het voorstel in de lade van de betrokken wethouder terechtgekomen. Wij hebben geen B&W-besluit hierover kunnen terug vinden.
Verder heeft wethouder Kroesen de gemeenteraad, in haar ijver om dit plan door de raad te krijgen, officieel laten weten dat alleen de voorzijde van het pand monumentwaardig was.”

Formeel is daarop geen antwoord gegeven, informeel blijkt echter dat de wethouder heeft gehandeld als of de Monumentencommissie heeft besloten zoals het college had gevraagd.

Uit een reconstructie aan de hand van een hieronder beschreven feitenoverzicht valt verder op te maken dat de wethouder het reeds in 1999 eens was met commissie stadsontwikkeling dat het hoofdgebouw (?) overeind moest blijven. In juni 2003 bleek de meerderheid van de raadsfracties voor behoud van het totale gebouw. Tijdens die vergadering stelde de wethouder voor de financiële gevolgen van de alternatieven met de raad te bespreken. In december 2006 meldde de Monumentencommissie, op verzoek van de bewonersvereniging, dat het college het advies van de commissie niet had overgenomen. In het voorjaar van 2007 reageerde de bewonersvereniging ontstemt over de besluitvorming door de gemeente t.a.v. het beschermen van het schoolgebouw. Op 30 januari 2008 kreeg Parteon de sloopvergunning voor de panden aan de achterzijde van het schoolcomplex.

De enige keer dat het college een besluit nam over de monumentenstatus van de Jedelooschool was op 21 augustus 2007 toen besloten werd om de Monumentencommissie na de verbouwing opnieuw (?) om advies te vragen.

Zaanstad pakt door

De gemeente Zaanstad maakte er, in het begin van de nieuwe eeuw, geen geheim van dat er van een duidelijk trendbreuk sprake zou zijn. In het jaarverslag over 2004 wordt in ‘spannende jongensboeken taal’ gerept over het vergroten van de doortastendheid binnen het gemeentelijk apparaat.
“Bezuinigingen op rijksniveau dwongen ons tot ingrijpende ombuigingen en tot het treffen van voorbereidingen om met minder mensen het realisatievermogen te vergroten. Doorpakken dus en evenwichtige keuzes maken. Dat was de opgave waar wij voor stonden. En hoewel de bezuinigingen nooit ongemerkt aan de Zaankanters voorbij kunnen gaan, zijn we van mening dat we ondanks de financiële tegenwind de basis hebben gelegd om het sociale karakter van de stad overeind te houden.
Centrale boodschap in de Kadernota en in het Kaderdebat was dat we scherp moesten kijken naar inkomsten en uitgaven. Niet alleen vanuit budgettair oogpunt, maar ook vanuit de opvatting dat Zaanstad zich meer moet richten op realisatie en uitvoering.”

Er veranderde nog iets zoals blijkt uit het hierboven genoemde jaarverslag over 2004:
“Dat de stad steeds meer een stedelijke uitstraling krijgt en de dorpen vooral hun dorpse vitaliteit moeten behouden blijft ook in de structuurschets recht overeind. Onvermijdelijk gegeven hierbij is de ligging in het stedelijke netwerk rond Amsterdam en de daaruit voortvloeiende potenties, met name in relatie tot Schiphol en de haven van Amsterdam. Maar ook de inbedding in het groene landschap bepaalt de ruimtelijke ontwikkeling tot 2015. De ecologische waarde hiervan legt beperkingen op aan de ontwikkeling van de stad. De geografische ligging als ‘top van de randstad’ heeft gevolgen, vooral voor de woningbouw die binnenstedelijk moet plaatsvinden.”

Deze twee kernbegrippen uit het gemeentelijk beleid, ‘doorpakken’ en ‘binnenstedelijk bouwen’ werken in het voordeel van de projectontwikkelaar in bij het hergebruik van de Jedelooschool.

Omwonende niet enthousiast

  Jedelooschool Jedelooschool  

De ‘Bewonersvereniging Schilders- en Waddenbuurt en Koog Bloemwijk’ hebben zich, vanaf de oprichting op 6 augustus 1991, hevig verzet tegen de, in hun ogen, ernstige aantasting van de leefomgeving in hun buurt. Op beide bovenstaande tekeningen geven de buurtbewoners en de projectontwikkelaar hun visie over de ontwikkelingen op het terrein. Links de tekening van de bewonersvereniging. Rechts een situatietekening niet op schaal uit de brochure ‘Jedeloo. Meesterlijk wonen in monumentale stijl’.

Op de linker tekening staat het originele grondplan van de school. Ook op de rechter tekening is dat grondplan ingetekend. Maar dat is een onjuiste voorstelling van de werkelijkheid, de gebouwen aan de zuid-west en zuid-oost kant van het binnenplein zijn afgebroken. Ook de gymzaal is gesloopt. U kunt beide tekeningen vergroten door ze aan te klikken.

  Jedelooschool Jedelooschool  
  Uit de verkoop documentatie: “De oude vleugels aan de achterzijde van het schoolgebouw maken plaats voor nieuwbouw eengezinswoningen. De architectuur van deze woningen is gebaseerd op de sfeervolle jaren '30 en sluit straks mooi aan bij het nieuwe Jedeloo woongebouw en de bestaande omliggende bebouwing.”  

De gemeente Zaanstad had zelf reeds geconstateerd dat het nieuwe beleid waarschijnlijk niet zonder slag of stoot door iedere inwoner als positief zou worden ervaren. In de ‘Kadernota Wonen’, die werd vastgesteld op 11 september 2003, stond reeds een eerste aanwijzing:
“Duidelijk is dat Nederland (en als onderdeel daarvan het ROA-gebied) de komende jaren nog een forse bouwopgave te wachten staat. Wil Zaanstad daarin een substantieel aandeel leveren, dan moet dit primair gerealiseerd worden via binnenstedelijke ingrepen, zodat het groene buitengebied zoveel mogelijk wordt gespaard. Er is breed draagvlak voor deze zienswijze. Het gevolg hiervan is echter, dat het aanzien van de binnenstedelijke woonmilieus in de komende decennia ingrijpend zal veranderen.”

En dan hangt het er toch een beetje vanaf hoe je een en ander beoordeel. De wethouder van de SP (Socialistische Partij) in Zaanstad schreef op 3 november 2009 op de weblog van de SP o.a.:
“Door het destijds gesloten karakter heeft het statige pand in de jaren zeventig de bijnaam Colditz gekregen. Nu wordt het juist open met een plein, dat een ontmoetingsplaats moet zijn voor nieuwe en huidige bewoners in de buurt.”

En op de website van de verkopende makelaar Kuijs Reinder Kakes staat het zo:
“In het hart van het plan wordt een sfeervol binnenplein gerealiseerd, ingesloten door de rijwoningen en het oude schoolgebouw. Dit is de plek van het oude schoolplein. Met de oorspronkelijke klinkers wordt hier weer een aantrekkelijk pleintje van gemaakt. Het pleintje ligt beschut en is toegankelijk voor de buurt. Een luwe oase met ruimte voor groen, spelen en ontspanning.”

De bewonersvereniging heeft het vertrouwen in de plaatselijke politiek verloren zoals blijkt het stemadvies van de voorzitter in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van 2010:
“Deze partijen en hun wethouders, hebben er in belangrijke mate aan bijgedragen dat de leefbaarheid in onze buurt onherstelbaar is aangetast. Genoemde partijen hebben er grote schuld aan dat de buurt duizenden Euro's aan proceskosten heeft moeten uitgeven om de leefbaarheid te verdedigen. Dit bestuur diende vooral het belang van de projectontwikkelaars en trok zich niets aan van het belang van haar burgers.”

Jedelooschool

Het project ‘Jedelooschool’ kenmerkte zich, volgens een aantal fracties in de gemeenteraad van Zaanstad door lange besluitvormingstrajecten. Er leefden veel vragen over de besluitvorming en de gevolgde procedures vanaf circa 1998. In de raadsvergadering van 2 juli 2009 werd er dan ook een initiatiefvoorstel van de PvdA voor het opstellen van een feitenoverzicht van de besluitvorming overgenomen. Het onderzoek werd uitgevoerd door een onafhankelijke partij; Regioplan Beleidsonderzoek.

Naast de standaard vragen de gevolgde procedures en de mogelijke invloed van de gemeenteraad op de besluitvorming werden er ook vragen gesteld over de manier waarop de buurtbewoners bij het project betrokken waren. Omdat het rapport op dit punt nog veel vragen onbeantwoord liet werd, bij de behandeling van het rapport op 15 oktober 2009 in de gemeenteraad besloten een aanvullend onderzoek te laten uitvoeren.
Het vervolg onderzoek leverde o.a. nieuwe informatie op over de communicatie tussen de bewonersvereniging en de gemeente. Daarnaast werden juridische dossiers van de advocaten van de bewonersvereniging bestudeerd. Een van de vragen die beantwoord moest worden was of de gemeente zich beperkte tot het geven van informatie of hadden de bewoners ook echt inspraak over de veranderingen in hun buurt. Ofschoon de gemeente in april 2003 de samenwerking met de bewonersvereniging formeel heeft opgezegd blijkt er nadien wel degelijk contact te zijn geweest tussen beide partijen.

Een opmerkelijk punt komt regelmatig terug in het dossieronderzoek: “Prozes deed het hoogste bod, Heddes gaf de beste ruimtelijke invulling (opmerking: belangrijk voor de omwonende, er waren meer parkeerplaatsen ingetekend). DSMB (opmerking: Dienst Stadsontwikkeling) vond het Heddes plan het mooist, maar Dienst Welzijn wilde de hoogste opbrengst”. De onderzoekers van RegioPlan hebben niet kunnen achterhalen of dit ook is voorgelegd aan de gemeenteraad. RegioPlan concludeert dan ook in het eindrapport: “Dat is verbazend, want de raadsgriffie moet in staat zijn onomstotelijk vast te stellen wat de raad is voorgelegd en wat dus niet. Het hele verloop van het proces op basis van het rapport overziende, ontstaat een rommelige indruk, maar steeds komt Prozes bovendrijven”.

Een nieuw monument ?

Zowaar geen gemakkelijke opgave voor een architect om met het pakket van eisen in het achterhoofd een monumentaal pand opnieuw in te richten. Er lagen eisen en wensen t.a.v. de verdeling van de beschikbare woonruimten terwijl de architect zijn respect voor de architectuur van het pand moest kunnen tonen. En dat allemaal binnen het budget. Dankzij de grote ervaring met het restaureren van diverse panden en zelfs complete complexen in de Amsterdamse School stijl is het Hooyschuur architecten uit Wormerveer uitstekend gelukt om een in juiste mix van de bestaande architectuur en de nieuwe vormentaal de uitstraling van het gebouw te versterken. Het moet voor de Monumentencommissie van Zaanstad niet veel moeite kosten het gebouw alsnog een monumentale status toe te kennen. Het is een prachtig voorbeeld van een combinatie van de Amsterdamse School en de hedendaagse architectuur. Het is weer een mooi stoer gebouw geworden op een unieke plek in Zaandam. Met dit soort goed geslaagde renovaties krijgt de Westzijde steeds meer allure.

  Jedelooschool  

Het hoofdgebouw bestaat uit vier woonlagen. De koopwoningen zijn in deze tekening uit de verkoopbrochure gekleurd weergegeven. De woningen aan de linkerkant van het gebouw zijn via de hoofdentree bereikbaar. In de voorgevel aan de Westzijde zijn twee nieuwe entrees gemaakt. De roestvrijstalen omlijsting van de hoge glazen deur in deze nieuwe entrees zorgt hierbij voor een mooi contrast. Aan de achtergevel, naast de oude poort, zit de vierde entree. Hier bevindt zich nog de oorspronkelijke trappartij. Dit is o.a. de toegang tot de woning rechts bovenin.

  Jedelooschool Jedelooschool Jedelooschool  
  Een stoere eigentijdse entree met moderne materialen laat zich uitstekend combineren met de robuuste hoofdentree.  
  Jedelooschool  
  Een hoogtepunt in de restauratie, naast het oorspronkelijke trappenhuis is in de hoofdentree een transparante glazen lift gerealiseerd. Ik prefereer toch die prachtige trap.  
  Jedelooschool  
  Ik hoop dat de nieuwe eigenaren van deze hoekwoning aan de rechterkant van het gebouw ook zo onder de indruk zijn van de, in het zicht gelaten prachtige spantconstructie. De hoogte van ruim 6 meter in de woonkamer maakt deze woning extra uniek.  
  Jedelooschool  
  Het was tenslotte een technische school, de nieuwe balkons aan de achterzijde van het hoofdgebouw bevestigen dat.  

Epiloog

Een stadsbestuur moet besturen, mensen moeten wonen, starters moeten een kans krijgen op de woningmarkt en monumentale ankerpunten moeten zichtbaar blijven in het straatbeeld. De gemeenteraad bepaald de kaders waarbinnen dit alles gerealiseerd dient te worden. Het college heeft zich echter opgesteld als ondernemer en de gemeenteraad had andere prioriteiten. De burgers werden niet gehoord.
Veel geld is opgegaan aan langdurige en kostbare juridische procedures. Het project liep grote vertragingen op en de relaties zijn voor jaren verstoort. De gemeenteraad bood nederig haar excuses aan, het had allemaal anders gemoeten. Het verdiende niet de schoonheidsprijs. In de aanloop naar de gemeenteraads verkiezing in het voorjaar van 2010 beloofde iedereen beterschap. Het is voor de nog resterende monumenten in de Zaanstreek te hopen dat de lessen die geleerd zijn tijdens het project Jedelooschool ter harten worden genomen.

Text: Cees Kingma - februari 2010
Beeldmateriaal:
  • Gemeente Archief Zaanstad
  • Hooyschuur architecten bna
  • Bewonersvereniging Schilders- en Waddenbuurt en Koog Bloemwijk
  • Archief Cees Kingma
Valid HTML 4.01 Transitional