Erzbahn-Emscherbruch

Op de fiets over een ertsspoorweg langs industriële monumenten

In het oude Duitse industriegebied rondom de rivier Ruhr zijn bijzonder veel industriële monumenten gemakkelijk toegankelijk gemaakt voor toeristen. Het toeristenbureau voor het Ruhrgebied geeft een gedetailleerde kaart uit waarop een route is aangegeven langs de hoogtepunten in dit gebied. Oude kolenmijnen, cokes- en staalfabrieken maar ook de infrastructurele werken zoals havens, kanalen, sluizen en spoorlijnen zijn daarop aangegeven. Bovendien staan langs de gehele route duidelijke wegwijzers en wordt op diverse plaatsen uitleg gegeven over de monumenten.

Naast het totale overzicht via de “Route Industriekultur” zijn er nu al 25 “Themenroute” uitgezet. Deze wandel- en fietsroutes beginnen vaak bij ankerpunten in de Route Industriekultur en belichten een bepaald facet van de industriële ontwikkeling in het Ruhrgebied. Er is bijvoorbeeld een “Stadt und Hafen route” in Duisburg en een “Sole, Dampf und Kohle route” in Kreis Unna.

Jur Kingma fietste langs een vroegere ertsspoorbaan van Bochum via Gelsenkirchen naar het complex Zollverein in Essen. De route Erzbahn-Emscherbruch is nog niet helemaal klaar maar gaat wel door een bijzonder waardevol gebied waarin natuur wordt afgewisseld met mooie industriële monumenten en prachtige voorbeelden van spoorinfrastructuur. Hierbij een verslag een deze tocht.

route industriekultur im Ruhrgebiet

Een detail van de “route industriekultur im Ruhrgebiet” uitgegeven door Kommunalverband Ruhrgebiet Fachbereich Regionalentwicklung in Essen.
Het detail toont het gebied waar de Erzbahn-Emscherbruch doorheen voert.
De route zelf is aangegeven in een paarse kleur. Zogenaamde ankerpunten zijn aangegeven door een gele cirkel met een rode rand, terwijl bezoekerscentra zijn aangegeven door een gele cirkel met rode rand met een rode stip in het midden.

Inleiding

Gelsenkirchen is een van de plaatsen waar het WK voetbal 2006 wordt gespeeld. De stad ligt in het midden van het Ruhrgebied. Gelsenkirchen is ook de plaats met het grootse aantal werkelozen in de Duitse provincie Nordrhein-Westfalen. Het gebied rond Gelsenkirchen heeft ongekende mogelijkheden om te fietsen in het groen.

Sinds de Middeleeuwen was er in Siegerland en in het hertogdom Berg een belangrijke ijzerindustrie gebaseerd op plaatselijke winning van ijzererts, plaatselijk gemaakt houtskool en waterkracht van de vele rivieren en beekjes. Aan de Noordrand van dit gebied, langs de Ruhr, kende men al sinds de Middeleeuwen kleinschalige steenkoolwinning.
Het tekort aan houtskool leidde in heel Europa tot grote knelpunten bij de ijzerbereiding. De Engelsman Abraham Darby loste dit op door met cokes ijzer te maken. Houtskool is gekookt hout en cokes is gekookte steenkool. Aan de rand van het Siegerland ontstonden langs de Ruhr bij de kleine kolenmijnen eenvoudige cokesovens.

Een andere Engelse ontwikkeling was de vervaardiging van staal uit gietijzer. De proces werd uitgevonden door Benjamin Huntsman en heette kroezenstaal. Engeland exporteerde aan het einde van de 18de eeuw kroezenstaal door heel Europa. Napoleon verbood de Engelse staalimport en loofde een prijs uit voor Europese ijzermeesters die het Engelse kroezenstaal konden evenaren in kwaliteit. De familie Krupp was de eerste die hierin slaagde. Anderen zouden volgen. De Ruhr werd aan het einde van de 18de eeuw gekanaliseerd en werd een belangrijke transportweg voor steenkool. Duisburg was een belangrijke stapelplaats voor steenkool. Veel kolen werden vandaar verhandeld naar Holland.

De oorspronkelijke mijnen waren horizontale gangen in de heuvels om de kolenlagen te bereiken. Vanaf 1820 ging men over tot schachtbouw om zo diepere lagen te bereiken. Dit kon men doen omdat er stoommachines beschikbaar kwamen om het water op te pompen en om de kolen uit de schacht te hijsen. Terwijl in de eerste helft van de 18de eeuw de steenkoolmijnbouw en de ijzer en staalindustrie zich vooral langs de Ruhr ontwikkelde maakte de komst van de spoorwegen het mogelijk dat deze industrie geleidelijk naar het Noorden verschoof. Drie elkaar beconcurreerde spoorwegen doorsneden het Ruhrgebied van west naar oost.

De steenkoolmijnbouw en de ijzer- en staalindustrie expandeerde snel. Veel staal was nodig voor de spoorwegen en het groeiende aantal stoommachines vroeg om steeds meer steenkool. Voor elke ton staal was twee ton cokes nodig. Er ontstond een snelle autonome groei. Veel buitenlanders waren hierbij betrokken. Tussen Gelsenkirchen en Essen ligt de Zeche Holland (kolenmijn Holland) die met geld van Arnhemmers is aangelegd.

Na de Duits-Franse oorlog van 1871 moest Frankrijk Duitsland 5 miljard Goud mark als herstelbetaling geven. Veel van dit geld kwam beschikbaar voor investering in de industrie. De industrie in de Ruhr groeide door. In 1899 kwam het kanaal van Dortmund naar de Ems gereed zodat het Oostelijk gedeelte van het Ruhrgebied, via de zeehaven van Emden een eigen verbinding met de Noordzee kreeg voor de export van steenkool en de import van ijzererts uit Spanje en Zweden. Later werd vanaf dit kanaal een nieuw kanaal gegraven naar de Rijn: het Rijn-Herne kanaal dat tussen 1906 en 1914 werd gebouwd. Dit 45 kilometer lange kanaal telde 7 sluizen en was geschikt voor sleepschepen tot 1350 ton. Het kanaal volgde het dal van het riviertje de Emscher.

De industrie aan de Noordzijde van het Ruhrgebied kon nu importeren en exporteren over deze vaarweg via de Rijn naar Rotterdam en via het Dortmund-Ems kanaal naar Emden. Aan het kanaal werden verscheidende havens aangelegd. De grootste was de haven van Grimberg op de grens van Gelsenkirchen en Herne. Van hier liep de ertsspoorweg naar Bochum. Via deze spoorweg werd ijzererts vervoerd naar de hoogovens in Bochum dat aan de Zuidelijke zijde van het Ruhrgebied ligt. Dit was een particuliere spoorwegmaatschappij. Later sloot op deze spoorlijn de spoorweg van Wanne naar Kray aan die ook weer verschillende hoogovens en kolenmijnen bediende en ten slotte werd deze lijn weer verbonden met de Zollverein spoorweg die naar een van de grootste kolenmijnen en cokesfabrieken in Essen liep. De spoordijk van de erts spoorweg liep hoog over de dalen. De spoorweg had zeer weinig hoogteverschil zodat de trekkracht van de locomotieven beperkt kon blijven en omdat waarschijnlijk met ongeremde wagens werd gereden.

route industriekultur im Ruhrgebiet

Foto links geeft een indruk van het “Westpark” in aanleg in Bochum-Stahlhausen. Rechts ziet u een impressie van de omgeving van de Jahrhunderthalle in Bochum.

Fietsend langs de ertsspoorweg

route industriekultur im Ruhrgebiet

De mijnbok van de mijn Zeche Vereinigte Carolinenglück 2/3 in Bochum-Hamme

route industriekultur im Ruhrgebiet

Een verlaten fabriek

De meeste hoogovens en staalfabrieken zijn verdwenen. De meeste kolenmijnen zijn gesloten. Cokesfabrieken sloten omdat voor de vervaardiging van een ton staal nog slecht 300 kg cokes nodig is. De ertsspoorweg heeft zijn functie verloren en is nu een prachtig groen fietspad. Er zijn in het Ruhrgebied veel nieuwe fietspaden aangelegd. Er zijn ook drie lange afstandsfietspaden: De Emscherparkweg Noord, De Emscher parkweg Zuid en de Ruhr dal fietsweg die bij Winterberg begint en bij de Rijn eindigt. Een deel van het fietspad op de Erts spoorweg is onderdeel van de Emscher parkweg Zuid.

Een goede start is het Westpark in Bochum aan de rand van het centrum. Dit was een hele grote staalgieterij van de Bochumer Verein. Een staalfabriek die dateert uit het midden van de 19de eeuw. In de vijftiger jaren van de 20e eeuw kwam dit bedrijf in handen van Krupp. Een grote machinehal is gerestaureerd als concertzaal. Een deel van de fabrieken is afgebroken en in een ander deel worden nog spoorwielen voor hoge snelheidstreinen gemaakt. Het hele complex is zo groot dat het Zaandamse Hembrugterrein er wel enige keren in past.

Over een deel van dit complex loopt de Erzbahnschwinge. Dit is een spectaculaire wandel en fietsbrug van 130 m lengte waarop je een prachtig uitzicht over het complex krijgt. Na korte tijd fiets je al door het groen. Je kruist vrijwel ongemerkt de autobahn A40 en komt dan langs de voormalige kolenmijn Vereingte Carolinengluck 2/3 in Bochum-Hamme. Dit is nu het terrein van gemeentewerken Bochum. Kort daarna fiets je hoog boven het dal. Er is een afslag naar het mijnmuseum Zeche Hannover. (Westfälisches Industriemuseum Landesmuseum für Industriekultur)

Als je verder naar het Noorden fietst kom je over een hoge gerestaureerde spoorbrug met een mooi uitzicht. Het mooiste is de Erzbahnbrücke 9 - Pfeilerbrücke in Gelsenkirchen-Ückendorf. Het laatste stuk van het fietspad op de voormalige de spoorweg tot aan de haven van Grimberg is nog niet gereed.

Na Erzbahnbrücke 9 kun je links af over de voormalige spoorweg van Kray naar Wanne. Aan deze spoorweg ligt veel oude industrie. Op eigen initiatief kan de route hier worden gevonden naar bijvoorbeeld de Zeche Holland. Dit is een bijzondere kolenmijn omdat het de enige overgebleven mijn is met een dubbele Malakof mijnschacht. Een Malkof mijnschacht is een hijstoren van baksteen. De eerste Malakof toren, die van de Zeche Hannover, kwam gereed tijdens de Krimoorlog en deed denken aan het fort Malakof bij Sebastopool; vandaar die naam.

Deze voormalige industriespoorweg van Kray naar Wanne gaat dwars door verschillende voorsteden van Essen en sluit aan op de spoorweg naar het complex Zollverein. Dit gebied staat op de Unesco wereld erfgoedlijst. Er is een grote kolenmijn in de stijl van het Bauhaus. Hier is nu een Design academie gevestigd en hier komt een groot Ruhr museum. De stil gelegde cokesfabriek mag langzaam tot ruïne vervallen. Het is een indrukwekkend complex. In de cokesfabriek is een café en in de mijn een erg goed restaurant. De afstand van het Westpark in Bochum naar het complex Zollverein in Essen is 20 kilometer. Onderweg valt van alles te ontdekken; er is zelfs een beelden bos; “het skulpturenwald”.

Voor alle informatie over toeristische routes door het industriële verleden van het Ruhrgebied kunt u terecht op:
Route Industriekultur

route industriekultur im Ruhrgebiet

Een impressie van het complex Zollverein in Essen.
Links ziet u de cokesfabriek, in het midden het dak van de cokesfabriek en rechts de kolenmijn.

Door Jur Kingma - Juni 2006