Als je als restaurateur bij timmerfabriek K. Visser & Zonen een kozijn, deur of lijstwerk bestelt, weet je zeker dat de datering tot op het jaar nauwkeurig zal zijn. Ook het gebruikte materiaal zal overeenkomen met de in de opgegeven periode toegepaste houtsoort. Computer gestuurde schaaf- en freesmachines vervaardigen tegenwoordig de profielen die in de honderden jaren houtbouw in de Zaanstreek ontwikkeld en toegepast zijn.
Door Cees Kingma - November 2005 | ||||||||||||||
Klaas Visser
de oprichter van de timmerfabriek | ||||||||||||||
Je hebt tijdens het gesprek met de gebroeders Cor en Wim Visser het idee dat vader Klaas Visser, de oprichter van de timmerfabriek, nog steeds over hun schouders meekijkt. Met respect wordt vertelt over de beginfase van de timmerfabriek. Over de moeilijke tijd waarin het bedrijf is ontstaan en over de moeizame beginfase, waarin niemand het breed had en ieder dubbeltje nog eens moest worden omgedraaid.
We praten met Cor en Wim Visser ter gelegenheid van het vijftigjarig jubileum van Wim. Cor zit trouwens nog langer in het vak. | ||||||||||||||
Op de foto links staan de gebroeders Wim (links) en Cor (rechts) bij een moderne pennenbank. Op de rechter foto ziet u het interieur van timmerfabriek Klaas Steemyer aan het Hovenierspad in Zaandam omstreek 1928. Rechts achter de vandiktebank werkgever Klaas Steemeyer, links Klaas Visser. | ||||||||||||||
De oprichter van de timmerfabriek is Klaas Visser Wzn., de in 1902 geboren oudste zoon van Willem Visser Kzn. Het gezin Visser telde tien kinderen. Op de lagere school heeft Klaas les gehad van meester Kieviet, de schrijver van ondermeer het overbekende jeugdboek "Uit het leven van Dik Trom". Direct na de lagere school ging Klaas als timmerman bij o.a. de molenmakerij en timmerwerkplaats Fa. Exalto aan het werk. Dit bracht Klaas bij alle grote bedrijven langs de Zaan. Om zich verder te bekwamen volgde hij lessen aan de Avondtekenschool.
Het jaar 1932 verliep emotioneel voor het gezin Klaas Visser. Vader Willem overleed op 54 jarige leeftijd en enkele maanden later werd Klaas ontslagen door zijn baas Klaas Steemeijer. Houthandelaar Jacob Wilson hielp Klaas om zich als zelfstandig ondernemer te vestigen. Op 1 augustus 1932 begon Klaas Visser in een pand van Wilson aan de Oostzijde in Zaandam met het inrichten en aankopen van diverse gebruikte houtbewerkingsmachines. Een maand later, op 1 september gaat hij van start met zijn nieuwe fabriek. Houthandelaar Wilson zorgde in die begintijd ook voor enige zaag- en schaafopdrachten.
In de nacht van maandag 11 op dinsdag 12 september 1933 ging het bedrijf in vlammen op. Twee maanden na deze fatale brand werden de plannen voor de "Inrichting voor machinale houtbewerking" op een nieuw aangekocht terrein aan de Papenpadsloot goedgekeurd. In dezelfde tijd dat Klaas Visser bouwde aan z'n nieuwe timmerfabriek werd hij, samen met boekhoudster mejuffouw Kuijt, eigenaar van het stuk grond aan de Oostzijde waarop de verbrande timmerfabriek stond. Voor dat perceel werd een bouwvergunning afgegeven voor de bouw van drie woningen.
|
Als gevolg van de economische crisis in het begin van de jaren dertig bleef de woningbouw jarenlang beperkt tot hoofdzakelijk de bouw van middenstandswoningen, die voor veel arbeidersgezinnen onbetaalbaar waren. Hoewel veel woningen leeg stonden, was er ook een enorme woningnood. Er werd een prijsvraag uitgeschreven voor “goedkoope arbeiderswoningen”. Het streven was om te komen tot eenvoud en soberheid in de ontwerpen waardoor de woningbouw goedkoper zou worden. De woningbouw werd gedurende vele jaren gebaseerd op een aantal principes zoals die uit de prijsvraag naar voren waren gekomen. Seriematige opzet in eenvoudige, rechte en identieke bouwblokken met identieke woningen met weinig afwijkende typen. Deze opzet maakte “industriële massaproduktie” mogelijk. Bovendien veranderde het onderscheid tussen de draagconstructie van de woningscheidende wanden en vloeren enerzijds en niet dragende gevels anderzijds, waardoor in de gevels grote glasvlakken konden worden gerealiseerd.
Deze ontwikkelingen zullen er mede toe hebben bijgedragen dat Klaas Visser zich als zelfstandig timmerbedrijf heeft willen vestigen. | |||||||||||||
Het was trouwens voor veel mensen een bijzonder moeilijke periode met veel werkeloosheid en armoede, zeker in Zaanstreek waar veel fabrieken op halve kracht draaiden en veel personeel naar huis gestuurd werd.
Zoals voor zoveel mensen haalde de Tweede Wereldoorlog alle plannen overhoop. Door gebrek aan hout kwam de bouw praktisch stil te leggen. Bovendien kampte Klaas Visser met ernstige gezondheidsproblemen. | ||||||||||||||
Aanvraagformulier tot aankoop van
Volledig ingevuld in drievoud in te zenden aan het CENTRAAL BUREAU VAN DE RAYON HOUT GEMACHTIGDEN, Wijde Steeg 18, Amsterdam Hiermee verzoekt de ondergetekende hem machtiging te verleenen tot Aankoop van het navolgende GEZAAGDE NAALDHOUT:
Het aan ommezijde aangevraagde hout is bestemd voor (duidelijk omschrijven en voor elk doel een apart formulier gebruiken):
Naam, Adres en Woonplaats van diegene die de opdracht voor de uitvoering van het werk geeft:
Naam van de houtleverancier bij wie de verwerker geregeld zijn behoefte heeft gedekt in de basisjaren 1937 t/m 1939 in volgorde van belangrijkheid:
(Firma)naam van den verwerker (bouwvakpatroon, fabrikant, enz.) van het hout:
TOELICHTING omtrent de urgentie van het werk:
Ruimte voor urgentieverklaring: (s.v.p. met stempel en handtekening)
HOOFDBEDRIJFSCHAP VOOR
|
De in de oorlog opgebouwde relatie met Verkade werd na de oorlog verder uitgebouwd. Hout was nog lang "op de bon"; de distributie werd geleid door het "Rijksbureau voor Hout" van het Ministerie van Economische Zaken. Een urgentieverklaring bij het aanvraagformulier voor de toewijzing van hout wilde de procedures nog wel eens versnellen. Omdat Verkade werd ingeschakeld voor de voedseldistributie werd een dergelijke verklaring meestal snel verkregen. | |||||||||||||
Vergunning tot aankoop van gezaagd naaldhout | ||||||||||||||
In de “toelichting bij het gebruik van het aanvraagformulier tot aankoop van gezaagd naaldhout” werd verder nog o.a. opgemerkt:
“Wegens de zeer ernstige schaarschte aan hout dient de aanvrager er rekening mede te houden, dat uitsluitend voor zéér urgente doeleinden toewijzingen worden verleend, in verhouding tot de beschikbare voorraden” | ||||||||||||||
Een groot gedeelte van de productiecapaciteit werd in die tijd benut voor het maken van allerlei kleine meubelen. Klaas Visser was daar niet altijd even succesvol mee. Wim Visser vertelt in zijn historisch overzicht bij het vijftig jarig bestaan van de timmerfabriek: “Al deze meubelactiviteiten hebben niet veel opgebracht. Van alles is ongeveer de helft verkocht, de andere helft heeft lang in de weg gestaan, werd weggeven of kreeg schade.”
In 1949 werd voor Tom Verkade, directeur van Verkade's Fabrieken, een zomerhuisje gebouwd in de duinen bij Egmond aan de Hoef. Een vroeg voorbeeld van prefab-bouw: de elementen werden van te voren in de timmerfabriek gemaakt. Bijzonder trots is het bedrijf nog steeds op het timmerwerk voor het hoofdkantoor van Houthandel William Pont in de Stationstraat in Zaandam. Deze klus werd uitgevoerd voor de aannemers van Soest en de Vries uit Zaandam en was een ontwerp van aannemer de Vries.
De nieuwe generatie dient zich aan
In 1950 begon zoon Cor bij vader Klaas Visser als leerling timmerman. Cor had na de lagere school een tweejarige opleiding timmeren gevolgd aan de Centrale Ambachtsschool voor de Zaanstreek aan de Westzijde in Zaandam. Naast vijf en een halve dag werken per week volgde Cor ook een opleiding bij de Stichting Vakopleiding Bouwbedrijf. In de avonduren volgde hij verder een tweejarige cursus V.M.T.O in Zaandam en een vijfjarige cursus (vier avonden in de week) aan de Industrieschool M.T.S. In Amsterdam. In 1958 volgde hij nog een opleiding Aannemer in de Burgelijke- en Utiliteitsbouw en in 1959 een cursus Vakbekwaamheid Timmerfabrikant. Vervolgens richtte hij zijn energie op het bedrijf van zijn vader.
Klaas Visser hield in de moeilijke opbouwjaren na de oorlog zijn bedrijf aan het werk door oudere huizen op te kopen, deze te restaureren en moderniseren en weer door te verkopen.
Een bijzondere klus uit die tijd wordt nog steeds met trots vermeld. In september 1959 werd één eikenhouten sluisdeur gemaakt en afgehangen in de sluis van de Kalverpolder aan de Braakdijk. In 1953 was het stel deuren aan de Braakslootzijde van de sluis ook al door timmerfabriek Visser vervangen. Iedereen die trots is op z'n werk wil een handtekening achterlaten. Ook de sluisdeuren kregen een inscriptie: de initialen van de makers werd in de deuren gebeiteld. Bij de door Cor gemaakte deur uit 1953 ging iets mis: het cijfer “vijf” werd in spiegelschrift ingehakt. Deze fout werd pas hersteld toen de deuren in 1979 opnieuw werden vervangen door een stel merbau deuren. Timmerfabriek Visser heeft toen maar afgezien van het plaatsen van een “handtekening” in de deuren.
De veranderingen in de woningbouw werden ook in de timmerfabriek zichtbaar. Gevelkozijnen werden vanaf 1960 steeds groter en het doorgaande kozijn maakte opgang. Kozijnen ter grote van een hele voor- of achtergevel van een woonhuis waren geen uitzondering meer. Veel werk werd dan ook in elkaar gezet op de bouwplaats of op het pad voor de timmerfabriek. De deuren in de timmerfabriek waren niet berekend op dergelijke grote kozijnen.
In 1961 bereikte ook zoon Wim de leeftijd van eenentwintig jaar. Vader Klaas vond het tijd worden de beide zonen ook werkelijk in het bedrijf op te nemen. Het moest een vennootschap onder firma worden. Door allerlei omstandigheden werd de oprichtingsakte echter pas in mei 1962 ondertekend. Het bedrijf ging nu verder onder de naam “Firma K. Visser en Zonen”.
De onverwachte dood van Klaas Visser in de strenge winter van 1963 maakte echter diepe indruk op de beide zoons. Dan pas blijkt hoe groot de rol van vader was in het bedrijf. Veel steun werd gevonden bij moeder Visser. Ze bleef haar zoons motiveren en aansporen. Bij goed uitgevoerde opdrachten merkte ze meestal op: “Dat had jullie vader toch eens moeten zien”. Veel steun werd er ook ondervonden van een van de trouwste medewerkers van het bedrijf, J.C. Jacobs. Hij werkte tot zijn overlijden op 74 jarige leeftijd bij het bedrijf.
Nog meer veranderingen in het bedrijf
In november 1963 meldde een ambtenaar van het Gemeentelijk Grondbedrijf, afdeling verwerving, zich bij weduwe Visser op het Blauwepad. De boodschap was duidelijk: “Uw huis staat in het uitbreidingsplan Lyceumbuurt. Dat plan is goedgekeurd en als zodanig zijn wij gerechtigd dit uit te voeren.” De gemeente had niet de meest tactvolle ambtenaar op mevrouw Visser afgestuurd.
De modernisering van het bedrijf werd doorgezet. In 1963 werd de eerste auto, een grijze Ford Taunus 15M, aangeschaft. De fabriek en de aangebouwde houtloods aan de Papenpadsloot werd opnieuw in tekening gebracht. De aanwezige machines werden ingetekend. Een beter gebruik van de bestaande ruimte stond centraal in deze inventarisatie. De houtaanvoer ging steeds vaker per as i.p.v. over het water. Dat had tot gevolg dat de routing binnen de fabriek moest worden aangepast. Dit betekende dat machines verplaatst moesten worden. Geen eenvoudige zaak: de meeste machines en hun aandrijving hadden een eigen betonfundering. Verplaatsing van oude machines betekende ook meer reparaties en onderhoud. Het spreekt voor zich dat men toen geleidelijk over ging tot het vervangen van een aantal machines. De verkoop van de woning van de familie Visser aan het Blauwepad moest worden gevolgd door de aankoop van een nieuw pand of een nieuw perceel bouwgrond. In april 1967 werd een bouwterrein aan het E. Heimanshof aangekocht met de bedoeling daar een bungalow te bouwen. | ||||||||||||||
Het was een unieke kans om de opleiding in het aannemersvak eindelijk eens echt in de praktijk te brengen. Tevens was dit een unieke kans om de Canadese houtskeletbouw-methode te introduceren in Nederland.
De timmerfabriek stond in hetzelfde uitbreidingsplan als de ouderlijke woning. Dus ook de fabriek zou op termijn moeten verdwijnen. Daarnaast was het bedrijf explosief gegroeid; veel werk werd verricht op het pad buiten de fabriek. En de voorraad opgeslagen hout onder dekzeilen begon ook voor de buurt een probleem op te leveren.
Het was tevens de tijd waarin de ene houthandel na de andere uit het Westzijderveld verdween. De meeste vestigden zich, al dan niet na een fusie, in de Achtersluispolder. In april 1970 vroegen de broers Vissers de gemeente Zaandam mee te werken aan de verhuizing van het timmerbedrijf naar dit gebied. |
De wijze waarop woningen gebouwd werden en de hulpmiddelen die daarbij gebruikt werden zijn in de jaren na de Tweede Wereldoorlog drastisch gewijzigd. De redenen voor deze veranderingen zijn divers. De grote woningnood en het gebrek aan geschoolde vakmensen en bouwmaterialen leidde een zoektocht naar andere productiemethoden en materialen.
De Timmerfabriek Visser profiteerde nadrukkelijk van deze veranderde benadering in de bouw. | |||||||||||||
Verhuizing naar de Achtersluispolder
Na veel onderhandelen met de gemeente Zaandam viel de keuze uiteindelijk op een plek dicht bij de houthandelaren in de Achtersluispolder, aan een goede uitvalsweg en mooie plek in het industrieterrein. Het aangeboden terrein had een diepte van 50 meter. Het terrein was natuurlijk veel te groot, maar men had slechts een bouwplicht tot het bebouwen van 50% van het beschikbare terrein. In mei 1972 werd overeenstemming bereikt met de gemeente en in november werden de contracten getekend. Het ontwerpen van de nieuwe timmerfabriek was toen echter al in volle gang. Nog in het najaar van 1972 werd, onder toeziend oog van Cor Visser, de vloer van de nieuwe fabriek gestort: één stort van 259 m3. Bovendien was vastgelegd dat de fabriek aan de Papenpadsloot nog één jaar gebruikt mocht worden.
Op 29 oktober 1973 werd het nieuwe pand officieel in gebruik genomen.
De nieuwe behuizing was niet de enige grote verandering voor het bedrijf. Ook de gebruikte houtsoorten en de vormen van de kozijnen werden aangepast aan de moderne bouw. Afzelia begon schaars te worden, meranti werd als vervanger toegepast. Gele stenen en bruine kozijnen raakten in de mode. Eerst waren het geïmpregneerde vurenhouten kozijnen met een bruine beits erop. Dat werd dus vervangen door kunstmatig gedroogd meranti. Grotere glasvlakken met het zwaardere isolatieglas vereisten grotere en zwaardere kozijnen. Er was vraag naar ramen en ook deuren zonder roeden.
De oliecrisis en de economische gevolgen daarvan voor het bedrijf kwamen op het moment dat men eigenlijk nog niet goed was ingewerkt in de nieuwe productieomgeving. Was er tijdens de verhuizing nog sprake van een overspannen markt, in 1974 moest er werk rond de kostprijs worden aangenomen. Monumentenjaar 1975 zou echter weer voor een nieuwe impuls voor het bedrijf zorgen. De belangstelling voor het historisch erfgoed groeide snel. Er werd veel restauratiewerk gedaan en aangezien dat in de Zaanstreek vaak ging over de houtbouw leverde dat dus weer werk op in de timmerfabriek.
| ||||||||||||||
Het regelen en verdelen van het werk in de timmerfabriek werd steeds gecompliceerder. Wim “offerde” zichzelf op en ging zich meer met de administratie bemoeien. Om wat meer inzicht in de organisatie van de timmerindustrie te krijgen besloot hij dan ook opnieuw een opleiding te volgen. Vakken als calculatie, werkvoorbereiding en een praktijkgedeelte stonden in het lesprogramma. In totaal 30 lesdagen op zaterdag, over drie jaar verdeeld. De opleiding resulteerde in het invoeren van een productiviteits analyse, van fabricage- en relatieschema's en van nieuwe routingschema's. De plaatsing van machines werd bepaald door berekening, niet meer op gevoel. Dat alles leidde tot een totaal nieuwe machineopstelling. Deze nieuwe opstelling werd binnen een jaar afgerond, waarna er nog twee nieuwe machines bij werden gekocht. Er werd een aanzienlijk betere doorstroming van het werk bereikt; kruisingen van productielijnen werden tot een minimum beperkt.
In een personeelsadvertentie van Timmerfabriek Visser van 1978 werd opgemerkt: “massa- en serieproduktie vindt u bij ons niet”. Verder wordt bij het profiel van het bedrijf nog opgemerkt: “Timmerwerkzaamheden (maatwerk) bestemd voor utiliteitsbouw, particuliere woningbouw en restauratiewerk”.
In 1991 werd een spuitcabine in gebruik genomen. Voordien werden de producten nog met de kwast geschilderd. Vervolgens werd een kleine handspuit aangeschaft. Nu is er een half automatische spuitcabine waarin de producten in diverse standen op verschillende hoogtes gespoten kunnen worden. Via ingewikkelde transportsystemen gaan de producten vervolgens naar een droogkamer waar ze, na de droogtijd, opnieuw naar de spuitinrichting kunnen worden verstuurd. Ook nieuw in het productieproces is het aanbrengen van sloten, tochtstrippen en scharnieren. Ook dat gedeelte van het productieproces heeft een ontwikkeling doorgemaakt. Vroeger moest de timmerman op de bouw zelf alle ramen en deuren afhangen. Vervolgens werden de kozijn- en deurstijlen afgeleverd met voorgeboorde gaten voor de scharnieren. Nu worden door computergestuurde machines de schanieren op de juiste plaats gemonteerd. Door alle aanpassingen aan het pand beslaat de timmerfabriek inmiddels volledig het in 1972 aangekochte terrein. Er is zelf hier en daar wat extra grond aangekocht. Zo is het kantoor afgebroken en is er weer een nieuwe kantoorverdieping aangebouwd. Na de tijd van de handkar, de bakfiets en de Taunus 15M staat nu op de factuur: “Af fabriek”. De klant verzorgt zelf het transport van de producten naar het bouwterrein. Het credo van Timmerfabriek Visser is en blijft: “Het werk is eerder te groot dan te klein”. Soms wordt gekscherend opgemerkt: “50% van wat jullie maken willen anderen niet maken, die overige 50% kunnen ze niet maken”. Wim Visser is trots op dat imago. “Wij maken de moeilijkste constructies als het gaat om een juiste uitvoering van een restauratie; we doen geen concessies omdat onze machines die bewerking niet zouden kunnen.” Zowel Cor als Wim Visser zijn actieve leden in de Vereniging Zaans Erfgoed en de Vereniging de Zaansche Molen. |
Een profiel is een door hakken of schaven verkregen ronde, holle, ojiefvormige of platte vorm aan een (stenen of houten) gebouwonderdeel. Profileringen zijn uit verschillende profielen samengesteld, vaak gescheiden door een plat bandje. Profiellijsten werden (worden) gebruikt om naden af te dekken, om water af te houden, om openingen te accentueren, om beëindigingen te verfraaien en ook om grotere vlakken in kleinere velden op te delen.
Bij schaven onderscheiden we twee groepen: de losse en de vaste schaven. Bij de losse schaven ontbreekt een geleiding aan het blok, bij de vaste schaven is er wel een geleiding aanwezig. De geleiding schuift langs een kant van het te schaven werkstuk.
Tot de losse schaven behoren blokschaven, toogschaven, voorloper, rijschaaf, overzijschaaf, overzijboorschaaf, hol- en rondschaven en losse profielschaven. Tot de vaste schaven behoren de ploegschaaf, veerploegen en varkens, bossingschaaf, glassponningschaaf en profielschaven.
| |||||||||||||
Voor dit artikel heb ik o.a. gebruik gemaakt van:
Timmerfabriek Visser heeft in samenwerking met Sikke de Jong twee vaktijdschriften uitgeven:
Sikke de Jonge heeft diverse publicaties, al dan niet samen met anderen, op zijn naam staan. De Jong heeft een bijzondere interesse voor de Zaanse houtbouw. In dienst van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg heeft hij talloze Noord-Hollandse monumenten beschreven en gefotografeerd. | ||||||||||||||
Een collage van door Somass Bouwbedrijf toegepast timmerwerk van Timmerfabriek Visser. | ||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
U kunt voor meer informatie over de hierboven beschreven bedrijfsgeschiedenis terecht op: Timmerfabriek Visser |