Thema: Scheepssloperij A.C. Slooten

Maritieme tentoonstelling in het Zaans museum

maritieme tentoonstelling

In de jaren vijftig, zestig en zeventig van de vorige eeuw werd de oever van de Zaan, ter hoogte van het gemaal Ceres en de Poelsluis in Wormer, gedomineerd door de scheepssloperij van Adriaan Slooten. Vaak lagen de schepen hoog opgestapeld op het smalle terrein langs de Veerdijk. Ook kwam het regelmatig voor dat grote zeeschepen, van soms wel 4000 ton of meer, aan de dijk werden afgemeerd. De schepen werden ontmanteld, bruikbare onderdelen werden weer verkocht en het sloopijzer ging in grote bakken naar de schroothandel.
Huidige milieuregels en de wet op de arbeidsomstandigheden zouden een dergelijk bedrijf het werken in Nederland tegenwoordig onmogelijk maken. Met tamelijk eenvoudige middelen, zoals snijbranders en een tot kraanwagen omgebouwde Amerikaanse legertruc, werden de schepen gesloopt. Ook het bergingsschip Simon werd ingezet bij het droogzetten en ontmantelen van de schepen en scheepjes.

Een kleine vloot van zeilende en soms gemotoriseerde tjalken en aken is hier, als gevolg van saneringsregelingen, gesloopt. Het regionale vrachtvervoer ging in die jaren steeds vaker per as zodat veel van deze schepen overbodig werden. Met de schippers werd een regeling getroffen, zodat ze verzekerd waren van een oudedagsvoorziening. En de sloper moest zorgen dat de schepen gesloopt werden en niet meer aan het economische verkeer zouden deelnemen.
Ook grotere, zeegaande stoomschepen werden massaal aangeboden voor de sloop. Steeds meer rederijen gingen over tot het ombouwen van hun vloot naar moderne motorschepen. Veel, voornamelijk buitenlandse zeeschepen vonden hun einde aan de Veerdijk. Tegenwoordig is de scheepssloperij een echte recyclingindustrie. Ook in de Zaandamse Achtersluispolder was een scheepssloperij waar veel Engelse stoomschepen zijn gesloopt.

maritieme tentoonstelling

Twee ex-medewerkers van Slooten, Cor Phaff en Henk Kleijn, met het model van het bergingsschip 'Simon'.

Thema: Varend erfgoed

Een aantal schepen ontkwam aan de snijbranders van Adriaan Slooten. Naast zakenman was Slooten op zijn manier ook liefhebber van stoomschepen. Zelf heeft hij jarenlang in een tot plezierjacht omgebouwd Duits stoom directiebootje (Dampertje) rondgevaren. Diverse stoomsleepboten uit Duitse havens varen nu als onderdeel van de Nederlandse stoomvloot en zijn aanwezig op bijna alle stoommanifestaties in Nederland. Dat daarbij waarschijnlijk niet altijd volgens de geldende saneringsregels zal zijn gehandeld, kunnen we alleen maar toejuichen. Inmiddels hebben de Scheelenkuhlen, Noordzee, Jacob Langeberg en Johannes een Nederlandse i.p.v. een Duitse thuishaven.

Ex-zandschipper Cor Phaff en Henk Kleijn, beide in dienst bij Slooten, waren beide aan boord van de Duitse stoomsleper Nordsee toen het schip in 1975 vanuit Hamburg over de Waddenzee naar Den Helder voer. Aan boord waren slechts wat oude zeekaarten. Na bij Terschelling weer nieuw ketelwater te hebben ingenomen, en met het laatste restje steenkool, werd het schip via het Noordhollands Kanaal naar Wormer gevaren.

De huidige eigenaar, C.P. Jongert uit Medemblik, kocht het schip in 1976 van Slooten. Na een volledige restauratie heeft hij het trotse schip weer in de vaart gebracht.

ss Noordzee

maritieme tentoonstelling maritieme tentoonstelling maritieme tentoonstelling maritieme tentoonstelling

Schipper Cor Phaff en machinist Henk Kleijn waren beide aan boord met kapitein Adriaan Slooten toen de Nordsee in 1975 werd opgehaald uit Hamburg. Slooten had het schip voor de sloop gekocht.

Aan boord waren alleen wat oude zeekaarten en bijna geen navigatiemiddelen. Henk Kleijn herinnert zich nog goed dat men bij Terschelling naar binnen moest om nieuw ketelwater in te nemen. Met het laatste restje steenkool werd Wormer gehaald. Het was al eens eerder voorgekomen dat men op zee alvast met het slopen van de houten betimmering was begonnen omdat de brandstof opraakte.

A.C. Slooten haalden meestal zelf de sloopschepen op in het buitenland. Indien mogelijk voeren de schepen op eigen kracht. Door de grootte en diepgang van deze schepen moest men bij Den Helder naar binnen omdat de Wilhelminasluis in Zaandam te klein en te ondiep was. De schepen voeren via het Noordhollands kanaal, het Alkmaardermeer en de Markervaart naar de Veerdijk in Wormer.

In 1976 kocht C.P. Jongert uit Medemblik de Nordsee van Slooten en bracht het schip, na een grondige restauratie, weer in de vaart onder de naam Noordzee.

maritieme tentoonstelling       maritieme tentoonstelling

Stichting tot Behoud van het Stoomschip

Aan het Zuideinde in Wormerveer liggen al enige jaren twee stoomschepen:

maritieme tentoonstelling maritieme tentoonstelling

ss JACOB LANGEBERG

Opdrachtgever Keizerlijke Kanalamt te Kiel
Gebouwd 1902
Werf F. Schichau uit Elbing West Pruisen
Bouwnummer 2026
Afmetingen 26,75 x 6,63 x 3,20 meter
Machine Triple Expansie stoommachine
Vermogen 700 IPK
Ketel 1 x 2 vuurs Schotse ketel
Werkdruk 15 Atm
VO 136,25 m2

 

De vroegere stoomijsbreker v Botticher is nu de sterkste stoomsleepboot van Nederland.

Het zeer luxe en kostbare schip werd vernoemd naar een voormalige president van Schleswijk-Holstein (1879-1880).
In 1904 is het schip overgegaan naar het Wasserstrassenmaschineamt Rendsburg. Ze voer voornamelijk op het Keizer Wilhelm Kanaal en de Saatsee en was een bekende verschijning in Brunsbuettel. Er zijn totaal 6 zusterschepen gebouwd, maar de v Botticher was de meest luxe uitvoering. Voorzien van een teakhouten salon en teakhouten dek.

In de dertiger jaren werd het schip uitgerust met een nieuwe ijsbrekersteven, en enkele jaren later werd het stuurhuis op de koelkast en salon geplaatst, dit allemaal voor een beter uitzicht.

In 1970 kocht Handelsonderneming A.C. Slooten te Wormer het schip. Die verkocht het door aan Langeberg en werd het schip omgedoopt tot Jacob Langeberg. De stalen brug om het stuurhuis is toen geplaatst, iets wat helaas niet past in dit klassieke ontwerp.

De kolengestookte Schotse ketel werd enkele jaren later afgekeurd. Een nieuwe ketel werd aangeschaft, afkomstig uit de Nederlandse marine sleepboot Y 8262. Deze ketel is echter nooit door de vorige eigenaar ingebouwd, maar heeft vele jaren op het bedrijfsterrein van Tanker Cleaning Amsterdam gestaan. In 1995 zijn het schip en de ketel in handen gekomen van de 'Stichting tot Behoud van het Stoomschip' die ook deze krachtpatser restaureert als varend erfgoed.

HMS ELFIN

Opdrachtgever Royal Navy
Gebouwd 1933
Werf J.Samuel White & Compagny of East Cowes,
Isle of Wight.
Bouwnummer 1754
Afmetingen 33 x 7,60 x 2,30 meter
Machines 2 x Compound stoommachines
Vermogen 2 x 125 IPK bij max. 190 omw/min.
Ketel 1 x 2 vuurs Schotse ketel, olie gestookt,
gebouwd door de Arnhemsche Scheepsbouw Mij.
in 1947.
Werkdruk 10 Atm.
VO 80 m2

 

De ELFIN is gebouwd als Torpedo Bergings Vaartuig (Torpedo Recovery Vessel TRV) voor de Engelse Marine. Ze diende als TRV en tender resp. het 3e, 5e en 7e onderzeeboot flottielje, in Portland en later in Blyth. De Tweede Wereldoorlog leverde haar een plaatsje op in het boek Jane's Fighting Ship of WWII.

In 1941 werd haar naam gewijzigd in Nettle. Zij begeleidde toen onderzeeboten die de onderzeebootbasis in Schotland in- en uitvoeren. Die werden tijdens hun bovenwatervaart beschermd tegen vijandelijke vliegtuigen tot ze in voldoende diep water konden duiken. Het schip bleef tot 1957 in dienst van de Royal Navy.
Het hoofddek bood plaats aan 14 stuks 12 inch torpedo's die gebruikt werden voor de oefeningen van de Torpedo school. Het schip kon ook worden ingezet voor andere doeleinden, zoals het vervoer van manschappen van en naar de depotschepen die voor anker lagen in de haven.

In 1957 zijn er nog filmopnames gemaakt op het schip, voor de film 'The Key' met in de hoofdrollen Sophia Loren, Trevor Howard en William Holden, naar het boek 'Stella' van Jan de Hartog.

In 1957 werd het schip verkocht aan de Amsterdamse Droogdok Maatschappij die haar heeft omgebouwd tot vacuumboot/cleaningsvaartuig Droogdok 18. Het schip heeft onder deze naam en later als HOM7 en TCA1 in de Amsterdamse haven gevaren tot 1985. In 1989 werd het schip uit de vaart genomen en werd het ketelboek ingeleverd. Vanaf 1995 is het schip in eigendom van de 'Stichting tot Behoud van het Stoomschip' die haar in originele staat wil terug brengen als 'Varend Erfgoed'.

maritieme tentoonstelling

Titel: Gezicht op de oude haven te Zaandam
Datering Voorstelling: 1991
Vervaardiger: Snijders, Geert
Techniek: Aquarel, Afmeting: 45 x 65 cm
Collectienaam: Gemeente Archief Zaanstad

maritieme tentoonstelling

De stoomsleepboten Scheelenkuhlen (1927) en Hugo (1929) hebben in de zomer van 2006 in hun thuishaven Zaandam ligplaats gekozen aan de houten meerpalen in de Voorzaan.

Foto: Cees Kingma

Gezicht op de oude haven te Zaandam

Aquarel door Geert Snijders uit 1991
Waarop 2 stoomsleepboten uit de vloot 'varend erfgoed'

Aan de binnenkant ligt de:

ss SCHEELENKUHLEN

Bouwjaar1927
OpdrachtgeverWasser-und Schiffahrtsamt te Cuxhaven
WerfJohann Oelkers, Neuhof/Hamburg Duitsland
Afmetingen21,40 x 5,61 x 1,80 meter
MachineCompound stoommachine
Vermogen220 IPK bij max. 200 omw/min.
Ketel1 x 2 vuurs kolen gestookte Schotse ketel
Werkdruk10 atm.
VO60 m2

De Scheelenkuhlen heeft tot 1975 bij de eerste eigenaar dienst gedaan op het riviervak Brunsbuttel-Cuxhaven van de Elbe inclusief de Elbe monding / Duitse bocht.
Haar werkzaamheden waren, het bevoorraden van lichtschepen, het ijsbreken, het bergen van wrakken, het verslepen van baggerbakken, en hulp bij verkeersregelingen voor de zeeschepen.

Na 47 jaar trouwe dienst werd ze in 1974 opgelegd en in het voorjaar van 1976 verkocht aan Handelsonderneming A.C. Slooten te Wormer. In november 1976 kocht P. Visser uit Zaandam de boot die haar na een zeer grondige restauratie tot in de tachtiger jaren weer in de vaart bracht als Scheelenkuhlen.
Vanaf 2004 is dit schip ook in eigendom van de 'Stichting tot Behoud van het Stoomschip'.

Aan de buitenkant ligt de:

ss HUGO

Bouwjaar1929
OpdrachtgeverJurgen Hinrich Steffen te Hamburg
WerfScheepswerf en Machinefabriek v/h Botje & Ensing & Co in Groningen
Afmetingen18,50 x 5,20 x 2,35 meter
MachineCompound stoommachine
Vermogen150 IPK bij max. 195 omw/min
Ketel1 vuurs kolen gestookte Schotse ketel

De in Groningen gebouwde Hugo voer tot 1977 in de haven van Hamburg als Hugo Hedrich. Een handelaar haalde het schip weer terug naar Nederland. Samen met haar Duitse zusterschip (de Tiger) lag het schip te wachten op de sloophamer.

Aad de Leeuw kocht het schip in 1985 van de handelaar en redde het schip van de sloop. Het schip was compleet maar niet vaar klaar. Na een jarenlange restauratie bracht de Leeuw het schip weer in de vaart. Inmiddels is het schip in beheer van 'Stichting Stoomsleepboot de Hugo'.

Text: Frank Boom en Cees Kingma
Beeld materiaal:
  • Stichting tot Behoud van het Stoomschip
  • Archief Cor Phaff
  • Cees Kingma
Valid HTML 4.01 Transitional