Spoorzoeken in Trás-os-Montes

Spoorzoeken in Trás-os-Montes

Peso da Régua in 1973

Spoorzoeken in Trás-os-Montes

Chaves 2007

De Douro slingert zich, in het noorden van Portugal, door diepe valleien met duizenden wijngaarden naar de historische stad Porto, de thuishaven van de port. Ten noordoosten hiervan liggen de plateaus en bergketens van Trás-os-Montes (achter de bergen) de meest onherbergzame streek van Portugal. De Douro heeft een lengte van ruim 900 km en vindt zijn oorsprong in Spanje
De bovenloop van de rivier is gewijd aan de wijnbouw voor port, het landschap wordt er gevormd door schijnbaar eindeloze wijndomeinen (quintas). In tegenstelling tot de min of meer welvarende Dourovallei is Trás-os-Montes wild en ongerept. Het zware leven heeft het land ontvolkt; wie er nu nog woont, hoedt zijn kudde en bewerkt het land op het ritme van de seizoenen. In Trás-os-Montes beginnen invloeden van buitenaf voelbaar te worden, maar voor de bezoeker is het nog steeds een land van stille dorpjes, tussen roggevelden en heide.
Trás-os-Montes is de armste en minst bekende streek van Portugal. Voor liefhebbers van historische spoorwegen en de relicten van een uitgebreid stelsel van lokale smalspoorwegen zijn er echter vele hoogtepunten die een bezoek aan dit gebied rechtvaardigen.

Een goed uitgangspunt voor een historische spoorweg verkenning is het stadje Peso da Régua, een belangrijk knooppunt van wegen en spoorwegen in de Dourovallei. Het is tevens het centrum van de portwijn productie. Vanuit deze plaats vervoerden de traditionele houten zeilschepen (de zogenaamde barco rabelo) vaten port naar de havenstad Porto. Ook na de opening van de Douro-spoorlijn in de jaren tachtig van de 19de eeuw bleven deze schepen varen. Peso da Régua is bij toeristen vooral bekend door het “Casa do Douro”, het hoofdkantoor van het portinstituut.
Het fraaie stationnetje van Peso da Régua aan de Dourospoorlijn was gedurende de 20ste eeuw het beginpunt van het ruim 90 km lange smalspoor traject, de Linha do Corgo, naar het historische stadje Chaves in het noorden van Trás-os-Montes, vlak bij de Spaanse grens. Chaves is beroemd om zijn warmwaterbronnen. Ook de Romeinen wisten al van het bestaan van deze bronnen. Daarnaast exploiteerde de Romeinen goudmijnen in de buurt van het stadje.
Door de strategische ligging van Chaves hebben diverse volkeren, in latere eeuwen, vele versterkingen aangelegd waarvan nu nog overal de restanten te vinden zijn. In het donjon is nu een klein militair museum gevestigd.
Maar Chaves heeft vooral een charmant spoorwegmuseum.

Rentes de Carvalho geeft in zijn boek “Portugal – Een gids voor vrienden” een beeldende beschrijving van een treinreis door de Dourovallei. Hij schrijft onder meer:

Geen enkele reiziger die nog goed bij zijn verstand is zal zich naar Barca d'Alva (aan de Spaanse grens) begeven met als enige doel daar een treinkaartje te kopen om op weg naar Porto de schoonheid en grandeur van de Dourovallei te bewonderen. En alleen een excentriekeling zal in Porto op de trein stappen met als eindbestemming Barca d'Alva.
De spoorlijn loopt, vanaf Barca d'Alva langs de zuidelijke oever van de Douro, tussen spectaculaire bergen en afgronden door. Hier en daar tekent zich de onverwachte welvarendheid van een quinta af: duizenden amandel- en olijfbomen, en de eerste wijngaarden. Slaperige en afgelegen stations zorgen voor aansluitingen van plaatsen in de provincie Beira Alta. Op de noordelijke oever, die van Trás-os-Montes, is er niets wat een station of weg zou rechtvaardigen.
Met de bouw van de stuwdammen is de rivier van aanzien veranderd en heeft ze haar romantiek (gedeeltelijk) verloren. Vroeger was er in de diepte een sterke stroming van onstuimig bruisend en kolkend water te zien. Thans is de rivier breed en raakt het water op bepaalde punten bijna de wielen van wagons.
Na station Pocinho wordt het landschap opener. Het laagland dat zich noordwaarts uitstrekt is rijk aan landbouw. De trein rijdt vervolgens door een aantal tunnels waarna de reiziger vele kilometers lang een grandioos uitzicht heeft op Dourovallei en de hellingen waar de druiven worden verbouwd voor de beroemde portwijn.
De stations volgen elkaar gemiddeld om de 5 à 10 km op en liggen meestal een eind van de bijbehorende plaatsen af. Op sommige stationsgebouwen vindt u de azulejos-panelen met taferelen van de wijnoogst of landschappen uit de streek.
Via de 376 meter lange spoorbrug van Ferradosa gaat de spoorlijn over op de noordoever van de Douro. Nu volgen de stations die de verbinding verzorgen naar de plaatsen in Trás-on-Montes. In Tua begint de smalspoorlijn naar het eindpunt Bragança, het Portugese stadje aan de voet van het Spaanse hooggebergte rond Puebla de Sanabria in de Spaanse Sierra de la Cabrera.
Over de rivier de Rio Tua ligt een ijzeren spoorbrug van 169 meter.
In het volgende gedeelte van het traject volgen de talloze quinta's, met soms op de daken van de schuren de bekende namen van de grote merken portwijn. Ondanks dat de trein langzaam rijdt, heeft de reiziger nauwelijks tijd om alle grootse panorama's in zich op te nemen. Na diverse kleine stationnetjes, waaronder Pinhão met zijn 24 azulejos-panelen, volgt Peso da Régua, al eeuwenlang hét grote centrum en tussenstation van de portwijn.

Spoorzoeken in Trás-os-Montes   Spoorzoeken in Trás-os-Montes

De spoorbrug over de Río Tua die bij het dorpje Tua uitmondt in de Río Duoro. Dit is een van de 34 spoorbruggen in de ruim 220 km lange Duoro spoorlijn.

 

Een van de 24 azulejos-panelen in het station van Pinhão, een Barco Rabelo.

Nu wil ik afwijken van wat Rentes de Carvalho vindt van Régua als hij schrijft: “Het plaatsje, met ongeveer 6000 inwoners, is niet aantrekkelijk”.
In de jaren zeventig van de vorige eeuw kwam ik bij toeval op het station van Peso da Régua en trof daar een volledig operationeel stoom emplacement, inclusief een draaischijf met een opstelplaats voor stoomlocomotieven. Verder was er een kolenbunker en waren er diverse ketelwater vulinstallaties. Verder waren er diverse goederen loodsen en laadplatforms waar kleinere rangeerlocomotieven druk in de weer waren met het rangeren en ordenen van de vele goederen wagons. Verschillende diesellocomotieven passeerden met passagierstreinen. Maar regelmatig kwam er ook een stoomlocomotief met een gemengd stel wagons, passagiers en goederen, over het smalspoor dat verweven was met het normaalspoor van de Dourospoorlijn.

Spoorzoeken in Trás-os-Montes Spoorzoeken in Trás-os-Montes

Het emplacement van Peso da Regua zoals ik dat aantrof in januari 1973.

Spoorzoeken in Trás-os-Montes Spoorzoeken in Trás-os-Montes
Spoorzoeken in Trás-os-Montes Spoorzoeken in Trás-os-Montes
Spoorzoeken in Trás-os-Montes Spoorzoeken in Trás-os-Montes
Spoorzoeken in Trás-os-Montes Spoorzoeken in Trás-os-Montes

Bij mijn bezoek ruim dertig jaar later lijkt er weinig veranderd. De stokers hebben de vuren gedoofd terwijl de machinisten de treinen hebben laten staan waar ze stonden. Het personeel is naar huis gegaan en heeft verder ook geen onderhoud meer gepleegd.

Spoorzoeken in Trás-os-Montes Spoorzoeken in Trás-os-Montes

De spoorbrug over de Douro in de lijn naar het bedevaartsoord Lamego is na het opheffen van die verbinding ook overbodig geworden. Er is een mooi azulejos-paneel van de spoorbrug in de muur van station van Peso da Régua.

Het complete emplacement in Peso da Régua is in 2007 nog in tact, nu echter zonder stoom. Alle stoomlocomotieven en de bijbehorende goederenwagons staan er nog. Inmiddels ontdaan van alle curiositeit, zoals de naamplaten van de makers en de meeste appendages. Maar nog volledig als beeld van het stoomtijdperk. Lokale enthousiastelingen proberen de desolate plaats een fraaier aanzien te geven door er een parkje van te maken. Tussen de opgestelde locomotieven worden grindpaden aangelegd. Aan het verval van het materieel wordt echter niets gedaan. De draaischijf is recent gerestaureerd. Bij mijn vorige bezoek, 2 jaar geleden, werd er een moderne diesellocomotief gedraaid op de schijf.
Veel is er nog hetzelfde als in 1973, na het passeren van een dieselelektrische personentrein op het enkelporige traject vanuit Oporto, werd met de hand een zware wissel omgezet en vervolgens weer met een slot vergrendeld.

Spoorzoeken in Trás-os-Montes

De op deze bedrijfsplaat genoemde Caminhos de Ferro do Minho e Douro werd in 1927 overgenomen door Caminhos de Ferro Portugueses (CP). In 1947 werd de lijn onderdeel van het nationale netwerk van CP.
Locomotief E 203

In Régua splitst zich de Corgo-lijn, een smalspoorlijn naar Chaves, af. “Gezien de prachtige panorama's is het beslist de moeite waard die rit van 96 km te maken” schrijft Rentes de Carvalho. Ook nu moet ik helaas afwijken van deze reisgids; vanaf 1 januari 1990 is de dienst tussen Vila Real (ongeveer 10 km boven Régua) en Chaves opgeheven. De lijn ging o.a. over 8 spoorbruggen en had 30 kleine stations en halteplaatsen.

Op 28 oktober 1856 werd de eerste spoorweg van Lissabon naar Carregado geopend. In 1863 werd het Portugese spoorwegnet bij de grensplaats Elvas verbonden met het Europese net. Een jaar later werd de noordelijke stad Oporto, via de voorstad Vila Nova de Gaia door middel van de trein met Lissabon verbonden. Na het openen van de door Gustave Eiffel ontworpen brug over de rivier de Douro werd Oporto in 1877 direct in het spoorwegnet opgenomen.
Het eerste stuk van de Dourospoorlijn werd in 1875 geopend, de lijn bereikte in 1879 Peso da Régua. Het smalspoor traject Corgo lijn van Peso da Régua naar Vila Real werd in 1906 geopend. De lijn werd voor een gedeelte aangelegd in het dal van de Río Corgo en was klaar in toen 1921 Chaves werd bereikt. Vanaf 1947 werd de lijn bediend door Caminhos de Ferro Portugueses (CP). En sinds 1990 is het dus grotendeels vervangen door een busdienst.

In het voormalige eindstation van Chaves zijn nu kantoren gevestigd. Ook in het goederenstation zijn diverse kleine bedrijfjes gevestigd. De locomotievenloods is nu ingericht als spoorwegmuseum. De drie type stoomlocomotieven, die ooit op de smalspoor trajecten in deze streek reden, worden hier tentoongesteld:

  • Loc. E 161 - gebouwd in 1905 door Henschel & Sohn, in dienst gekomen op de Corgo lijn in 1906
  • Loc. E 41 - gebouwd in 1904 door Hohenzollern, was reeds in dienst tijdens de bouw van de Corgo lijn
  • Loc. E 203 - gebouwd in 1911 door Henschel & Sohn
Spoorzoeken in Trás-os-Montes Spoorzoeken in Trás-os-Montes
Spoorzoeken in Trás-os-Montes Spoorzoeken in Trás-os-Montes
Spoorzoeken in Trás-os-Montes Spoorzoeken in Trás-os-Montes

Het materieel wordt in het spoorweg museum van Chaves uitstekend geconserveerd en de bezoeker wordt uitgenodigd de locomotieven te beklimmen zodat iedereen zich nog even stoker of machinist kan voelen. De treinen zullen echter nooit meer kunnen rijden. De rails zijn opgebroken, er rest slechts 25 meter rails waarop buiten enkele wagons staan opgesteld.

Het museum is zeer beperkt open en vooraf contact opnemen met CP, bijvoorbeeld via hun website, is aan te raden.

Portugal heeft een aantal kleinere spoorwegmusea in de regio. Naast het museum in Chaves is er enkele kilometers oostelijk van Porto, in de voormalige werkplaats in Lousado een zeer uitgebreid museum. De werkplaats ligt op de kruising van de Minho met de Guimarães lijn. Op een oppervlak van 1400 m2 staan 4 locomotieven. In Brangança, een ander, inmiddels gesloten, eindstation van een andere smalspoor aftakkingen van de Minho lijn is in de voormalige locomotieven loods een spoorwegmuseum opgebouwd. Ook daar zijn drie locomotieven opgesteld.
In het midden van het land zijn er grotere spoorwegmusea in Santarém en in Estremoz.

Bronnen:

  • Os Comboios em Portugal - Do Vapor à Electricidade - José Ribeiro da Silva ISBN 972-8730-24-1
  • Capitool Reisgidsen: Portugal, 7de herziene druk 2003
  • Portugal, een gids voor vrienden door J. Rentes de Carvalho, derde druk 1989
  • Brochures uitgegeven door Caminhos de Ferro Portugueses
Door: Cees Kingma
Beeldmateriaal: Archief Cees Kingma (tenzij anders aangegeven)
Valid HTML 4.01 Transitional