In de tijd dat directeur K.A. Gort zijn plannen m.b.t. de bouw van z'n container terminal uitvoert wordt hij geconfronteerd met een, volgens hem, bedreigende situatie van de uitvoering van zijn bedrijfsactiviteiten. De gemeente Zaanstad wilde een jachthaven vestigen op de, aan zijn terrein grenzende scheepsreparatie- c.q. scheepsstallingsbedrijf van de firma Kokernoot. De markt waarin De Vrede zich gaat begeven is nog bijzonder onduidelijk, bovendien zijn er op meerdere plaatsen in de Zaanstreek soortgelijke ontwikkelingen gaande. Binnenvaartschippers zouden eventueel kunnen kiezen voor beter bereikbare containerhavens indien de ontwikkelingen rondom de jachthaven de manoeuvreerruimte voor de containerschepen teveel zou beperken.
In 1988 moest Jachthaven Bruynzeel verhuizen van de oorspronkelijke plaats in Balkenhaven in Zaandam bij toenmalige Bruynzeelfabrieken naar Zijkanaal E bij de haven van Westzaan. De Balkenhaven werd gedempt. Er was toen echter al sprake van de aanleg van een vaste brug over Zijkanaal E in de nieuwe weg naar Buitenhuizen. Deze brug werd aangelegd in 1996 zodat de Jachthaven opnieuw op zoek moest naar een nieuwe locatie aan diep water en geschikt voor staande mast vaartuigen. Uiteindelijk werd er een plek gevonden in het industrieterrein Achtersluispolder direct naast gebouw De Vrede.
Alle betrokken partijen in dit conflict hebben op diverse manieren op ruime schaal gebruik gemaakt van de lokale media om hun standpunten naar buiten te brengen.
| ||||||
| ||||||
Uit Bijlage xx: Overzicht procedures in geschil over jachthaven Bruynzeel kan het volgende worden gereconstrueerd.
In de tijd dat De Vrede nog een geïsoleerde en afgelegen lokatie was hoefde directeur K.A. Gort zich geen zorgen te maken om het scheepvaart verkeer rondom zijn graansilo's. Schepen konden, ongeacht hun grootte, het gebouw van alle kanten benaderen. Manoeuvreren met de grootste lichters was geen enkele probleem. Indien zich meerdere schepen meldden bij De Vrede dan was er altijd wel een beschutte ligplaats in het Zijkanaal H. Zelfs bij een stuurfout of een uit het roer gelopen schip was er geen reden tot paniek. En als het schip te lang was voor de kade van De Vrede was het geen probleem dat het eigenlijk voor de wal lag bij het naast de De Vrede gelegen braakliggende terrein.
|
Ambtelijk geknoei: In het raadsbesluit van 12 september 1996, waarin het bestemmingsplan “Sluispolderkop” werd goedgekeurd was NIET opgenomen dat er ook een jachthaven in dit gebied kon worden gevestigd. In het, naar Gedeputeerde Staten ter goedkeuring gestuurde plan was die mogelijkheid echter WEL opgenomen. GS heeft dit plan goedgekeurd op 16 december 1996. Een “ambtenaar” van de gemeente Zaanstad heeft de bestemming “jachthaven” alsnog toegevoegd aan een, door de gemeenteraad reeds goedgekeurd bestemmingsplan voordat het naar G.S. werd gestuurd. Omdat de gemeenteraad zich op 12 september 1996 niet had uitgesproken over de mogelijke vestiging van een “jachthaven” in dit industrieterrein werd middels een partiële herziening Sluispolderkop alsnog de bestemming “jachthaven” in dit plangebied opgenomen.
Op het naast De Vrede liggende terrein exploiteerde de firma Kokernoot een scheepsreparatie- c.q. scheepsstallingsbedrijf waarbij een deel van haar aanlegsteigers aan particulieren werd verhuurd als aanlegplaats voor jachten. Dit type bedrijf kwam wel voor in de bedrijvenlijst van het vigerende bestemmingsplan.
Dit “gerommel” in het bestemmingsplan was voor de politiek aanleiding de dienst stadsontwikkeling door te lichten.
| |||||
Een onmogelijk contractMichiel Snik in de rubriek “Commentaar” in Stad&Streek van 12 augustus 1997. De gemeente Zaanstad heft zich stevig in de nesten gewerkt rond de aanleg van een nieuwe jachthaven voor watersportvereniging Bruynzeel. Het is voor de overheid vrijwel onmogelijk om hier nog zonder kleerscheuren uit te komen. Het wordt steeds duidelijker dat de gemeente met Bruynzeel en jachtwerf Kokernoot een contract heeft getekend dat Zaanstad nauwelijks kan nakomen en waardoor overslagbedrijf De Vrede fors wordt gedupeerd. In november van het vorig jaar werd de omstreden overeenkomst getekend. Daarmee moest een einde komen aan het verzet van de watersporters tegen het doortrekken van de weg Zaandam.Buitenhuizen waardoor hun jachthaven voor zeilboten onbereikbaar was geworden. In het contract heeft de gemeente zich verplicht de verhuizing van de jachthaven naar het terrein van Kokernoot in de Achtersluispolder in maart van dit jaar mogelijk te maken. Zou dit door bezwaren van “buurman” De Vrede mislopen, dan zou de gemeente op uiterlijk 21 maart een tijdelijke voorziening aanleggen: drijvende steigers en een golfbreker die er voor zorgt dat de jachthaven in de luwte komt te liggen. Het liep faliekant met de aanleg van de jachthaven. Er was met het bestemmingsplan geknoeid en De Vrede won het bezwaar. Omdat Bruynzeel nog steeds niet over de jachthaven kan beschikken, stapte de watersportvereniging op haar beurt met succes naar de rechter. Die constateerde vorige week dat Zaanstad haar belofte niet is nagekomen en beval de gemeente alsnog een vergunning voor een tijdelijke voorziening bij het eigen college aan te vragen. Als Zaanstad probeert haar beloften in de richting van Kokernoot en Bruynzeel na te komen, dan levert dit een fikse strijd op met overslagbedrijf De Vrede. Deze onderneming, die een paar jaar terug nog miljoenen investeerde in een nieuwe zeeterminal naast Kokernoot vreest voor haar voortbestaan omdat zeeschepen door de komst van de jachthaven nog maar moeilijk uit de weg kunnen. De Vrede heeft herhaaldelijk laten weten zich op alle mogelijke manieren te zullen verzetten tegen de komst van de jachthaven. Een begrijpelijk standpunt van de onderneming. Komt de jachthaven er niet, dan betekent dat zeer waarschijnlijk het einde van de watersportvereniging. Ook Kokernoot is dan de dupe. De kans op schadeclaims van beide partijen is in dat geval reëel. De gemeente heeft zich in een onmogelijke positie gemanoeuvreerd. | ||||||
| ||||||
Reparatie wetgevingBurgemeester en wethouders van Zaanstad hebben besloten om de vestiging van de jachthaven WSV Bruynzeel mogelijk te maken. In het bestemmingsplan “partiële herziening Sluispolderkop” te Zaandam wordt, voor het bedoelde perceel de bestemming “jachthaven” toegevoegd aan de lijst “Bedrijven”.
B&W achtte deze plek bijzonder geschikt voor het vestigen van een jachthaven. Het betrof een relatief rustig deel van het bedrijventerrein Achtersluispolder en van het Zijkanaal H. Het voldeed aan de eisen van de Vereniging Jachthaven Bruynzeel; aan open water met een directe verbinding naar grote watersportgebieden.
Ten behoeve van de inspraak heeft het ontwerpplan van 26 februari tot en met 25 maart 1998 ter visie gelegen. De Vrede B.V. heeft een aantal bezwaren ingediend tegen het ontwerpplan:
In het ter inzage gelegde ontwerpbestemmingsplan “partiële herziening Sluispolderkop” te Zaandam zegt de gemeente Zaanstad in zijn commentaar op deze punten dat er voldoende ruimte is om de schepen goed te kunnen laden en lossen. Verder wordt De Vrede gewezen op de voor het bedrijf geldende milieuvoorschriften en dat een jachthaven geen geluidsgevoelig object is volgens de Wet Geluidhinder. De golfslagkering tussen Silobedrijf De Vrede en Kokernoot is door Rijkswaterstaat ontworpen en is afkomstig van de zeer zware damwandkuip van de Piet Heintunnel en heeft daar aan de verwachtingen voldaan. Verder werd nog opgemerkt dat de vereniging Bruynzeel met de keuze voor een lokatie in een industriegebied aanvaard dat rekening dient te worden gehouden met de in dat gebied aanwezige bedrijven en de voor hen geldende milieuvoorschriften die wellicht voor de jachthaven wat overlast kunnen veroorzaken. | ||||||
| ||||||
Meerdere partijen tekenen bezwaar aan:B.V. Houtcentrum uit Zaandam tekende in juli 1998 protest aan tegen het ontwerpbestemmingsplan “partiële herziening Sluispolderkop”. Het bedrijf maakt regelmatig gebruik van overslagfaciliteiten van Container Terminal De Vrede. Daarbij worden coasters gelost met partijen hout uit Noord-Europa en tijdelijk opgeslagen op het terrein van CVT. In een aantal gevallen wordt hout aldaar in containers verpakt en vervolgens opnieuw via het water getransporteerd naar elders. Veel van deze werkzaamheden worden op onregelmatige tijden uitgevoerd, soms ook s'nachts. De los- en laadoperaties gaan gepaard met geluiden van manoeuvrerende schepen, openen en sluiten van scheepsluiken, bewegende kranen, heftrucks enz. De lokatie bevindt zich binnen de geluidszones van het industriegebied Achtersluispolder en het Westelijk havengebied. Als gevolg daarvan kunnen in het gebied geen (bedrijfs)woningen en andere (geluids)gevoelige objecten worden opgericht. Geluidsbeperkende maatregelen voor CVT zijn niet acceptabel voor een havenfunctie met een 24-uurs regime. De Belangenvereniging Industriegebied Achtersluispolder (BIA) diende, in gelijke bewoordingen, ook een zienswijze in tegen dit ontwerp bestemmingsplan.
Op de hoorzitting op 15 december 1998 in het gemeentehuis van Zaanstad doet directeur K.A. Gort van De Vrede B.V. nog en laatste poging de vestiging van de jachthaven voor WSV Bruynzeel tegen te houden.
Het is van groot belang dat het bedrijf bulkladingen kan blijven laden en lossen. Stofemissie is in een industriegebied binnen de grenzen van de milieuvergunning mogelijk. Als de toegestane stofemissie aangepast wordt aan de jachthaven, dan gaat dat ten koste van de bedrijvigheid.”
Namens de Belangenvereniging Industriegebied Achtersluispolder betoogde de secretaris, de heer R.J. Wit dat:
Bron: Zakelijk verslag van de hoorzitting ingevolge de Algemene Wet Bestuursrecht, gehouden op 15 december 1988 in het gemeentehuis te Zaandijk, naar aanleiding van het bezwaarschrift van De Vrede B.V.. | ||||||
Opmerkingen: Op het moment dat Containerterminal De Vrede protest aantekende tegen de komst van een jachthaven naast het container terminal speelde er diverse soort gelijke zaken in de Zaanstreek.
|
||||||
In januari 1999 uitte de Kamer van Koophandel van Amsterdam haar bedenkingen tegen het voorstel tot herziening van het bestemmingsplan partiële herziening Sluispolderkop. De KvK verwachtte dat de omliggende bedrijven gehinderd zullen worden in hun bedrijfsuitoefening doordat door de komst van de recreatieve jachthaven in de toekomst strengere milieueisen zullen worden gesteld. | ||||||
|