Bruynzeel Schaverij toch afgekort
Als ontwikkelaar vonden wij een gemeentelijke monumentenstatus onhandig
| ||||||||||||||||||||||||||||
Opeens was er een substantieel deel van de Bruynzeel Schaverij (Hal 31) verdwenen. Eerst heette het nog dat t.b.v. de Zuidelijke randweg en de verbinding met de Pieter Ghijsenlaan een klein gedeelte van de Schaverij zou worden gesloopt. Nu blijkt er echter ruim 1/3 van de, eens zo imposante hal verdwenen. Terwijl het daar toch niet naar uitzag, alle seinen m.b.t. behoud van de hal stonden gunstig. Dhr. Meijer van ontwikkelaar Converse, samen met de RON eigenaar van het resterende deel van de Schaverij, liet in een artikel in het Noordhollands Dagblad van vrijdag 6 augustus 2010 nog even weten hoe in zijn wereld gekeken wordt naar de bescherming van monumentale panden (zie citaat in de titel van dit artikel). Maar gelukkig gaan ontwikkelaars daar niet over. Achteraf gaf hij toe dat het eigenlijk wat koudwatervrees was en dat de mate waarin de ontwikkelaar geremd zou worden “uiteindelijk wel mee viel”. Als je ervan uitgaat dat de rubriek 'Bekendmakingen' op de website van de gemeente Zaanstad goed wordt onderhouden dan kan geconcludeerd worden dat in het afgelopen jaar geen sloopvergunning is afgegeven voor het slopen van de Schaverij (Hal 31) van Bruynzeel! De Vereniging Zaans Erfgoed heeft begin augustus 2010 in een brief aan het college van B&W van Zaanstad in zeer scherpe bewoordingen hun 'verbijstering en afkeuring' uitgesproken over de sloop van een groot deel van de monumentale hal 31. Verder stelt het bestuur van Zaans Erfgoed een vijftal vragen m.b.t. de gevolgde procedure en de toekomst van de overige panden op het terrein van Bruynzeel. | ||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||
In de loop van 2009 meldde de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Noordzeekanaalgebied NV nog vol trots: RON heeft begin 2009 op bedrijventerrein Zuiderhout 4,5 hectare van het Bruynzeel terrein aangekocht. De Bruynzeelterreinen liggen aan de Pieter Ghijsenlaan 31 op circa 15 minuten loopafstand van het NS station Zaandam en zijn goed bereikbaar via de nieuwe Zuidelijke Randweg. De achterzijde van het terrein licht aan het 5 meter diepe Schiehavenkanaal en aan de voorzijde grenst het terrein aan de 3 meter diepe haven kom. Met de aankoop heeft RON een aantal van de beeldbepalende hallen van de voormalige houtfabriek in handen gekregen. Het betreft de hallen 31, 32, 33, 51 en het vierduizend vierkante meter grote kantoor van de voormalige schaverij. RON heeft samenwerking gezocht met Converse Development Corporation (CDC), een firma gespecialiseerd in opstalontwikkeling. De panden hebben een monumenten status. De herontwikkeling van het complex zal dan ook gericht zijn op het conserveren en opwaarderen van ons cultureel erfgoed. De stedenbouwkundige visie wordt in samenwerking met de gemeente uitgewerkt. Het plan bestaat voor een klein gedeelte uit GDV (grootschalige detailhandel), zo'n 15%. Ongeveer 25% van het totaal is bestemd voor PDV (perifere detailhandel). Voor het grootste deel wil RON de nadruk leggen op kleinschalige, voornamelijk nautische, bedrijvigheid. De ontwikkeling van het voormalige Bruynzeelcomplex zal aansluiting vinden bij het centrum van Zaanstad. Op het terrein zal een nieuw stuk stad ontstaan. Met ruimte voor kleinschalige bedrijvigheid, voor werken/wonen combinaties voor een aantal nautische bedrijven. Het kantoor van de Bruynzeel schaverij, naast Loods 31, houdt zijn kantoorbestemming en zal worden aangevuld met nog enkele kleine kantoor units. Medio 2010 zal een aanvang worden gemaakt met de aanpassing van de gebouwen en inrichting van terrein. In juli 2010 blijkt opeens dat een gedeelte van de Schaverij is verdwenen. Aan de waterkant is nog slechts de fundering zichtbaar waarop de spanten hebben gestaan. Slechts een klein gedeelte van het stalen skelet is blijven staan.
Ook de monumentencommissie was voor behoud van de Schaverij. Uit het verslag van de openbare vergadering monumentencommissie d.d. donderdag 26 maart 2009 blijkt o.a. het volgende: Plannen voor hal 31 door Borghese – De commissie heeft voor deze hallen geadviseerd om ze als gemeentelijk monument te beschermen op structuur, ligging aan het water en de kenmerkende onderdelen (draagconstructie, inpandige havens, loopkranen en dergelijke). Borghese laat deze aspecten bij de plannen intact. Mevr. Balledux meldt dat volgende week dinsdag de aanwijzing tot monument in het college wordt behandeld. Het complex bestaat uit twee delen. Het ene deel betreft het gebouw waar Loods 5 in zit, het laboratorium dat er tussenin ligt, de hallen 12-16 van BPF Bouwinvest en het kantoor van de schaverij. Het andere deel betreft de hallen 31, 32, 33 en 51. Dat zijn de langgerekte hallen aan het water. Deze laatste hallen zijn aangewezen op hoofdvorm en constructie. Het eerste deel zal aangewezen worden als geheel. Zowel interieur als exterieur valt onder de bescherming. De hallen aan het water worden dus beschermd op structuurniveau. Ze zijn beeldbepalend en de hoofdvorm en draagconstructie zijn beschermd evenals de kenmerkende onderdelen zoals de inpandige havens en loopkraan. Mevr. Balledux heeft van een ambtenaar een intern stuk gekregen over deze hal. De fundering aan de kant van het water is niet sterk genoeg om de nieuwe 1e verdiepingsvloer te dragen. Het is prima voor het dragen van de bestaande stalen constructie. Maar een nieuwe vloer dragen wordt lastiger. Het Adviesbureau voor Beton en Staalconstructies geeft aan dat de stalen spanten geschikt zijn voor het dragen van een lichte dakconstructie en sneeuwlast. Indien in een nieuwe situatie de eternieten dakplaten vervangen worden door een sandwich dak element dan is theoretisch geen sprake van belastingvermeerdering en voldoen ze ook aan de huidige eisen. Als er gekozen wordt voor behoud van de huidige draagconstructie dan zal de 1e verdiepingsvloer separaat gefundeerd moeten worden. Maar het lijkt de opdrachtgever veel gemakkelijker om de hal los te koppelen van de bestaande fundering en om 1,5 mtr. uit de waterzijde een nieuwe funderingsconstructie te maken op betonnen geprefabriceerde heipalen. Men is van plan om het hele gebouw (loods 31) 1,5 mtr. op te schuiven richting land. De kade is gedeeltelijk in eigendom van het Hoogheemraadschap. Achtergrond van dit verhaal is dat eigenaar van dit gedeelte van hal 31 nog niet weet dat de gemeente van plan is de hallen de gemeentelijke monumentenstatus te geven. Het verschuiven van hal 31 met 1,5 meter landinwaarts is niet verenigbaar met de gemeentelijke monumentenstatus. Advies: – De commissie is het erover eens dat dit deel van hal 31 moet blijven staan. Het probleem van de nieuwe 1e verdiepingsvloer moet worden opgelost d.m.v. een nieuwe fundering. De verdieping moet op zichzelf blijven staan en de hal mag niet verplaatst worden. Deze beslissing wordt genomen op grond van de samenhang met het verdere deel van loods 31 en om geen verstoring / verspringing aan de andere kant te krijgen en puur op grond van de basis gegevens van hoofdvorm en constructie. Uit de beantwoording schriftelijke vragen inzake Bruynzeelhallen blijkt echter dat het college van B&W dit advies van de Monumentencommissie volledig heeft genegeerd: “De adviezen van de monumentencommissie zijn opgevolgd, met uitzondering van dit deel van de hal 31 aangezien de 1e fase bouwaanvraag al afgegeven was”. Uit deze brief blijkt verder dat de gemeente een sloopvergunning heeft afgegeven voor een beperkt gedeelte van de hal. Helaas is daarvan niets terug te vinden op de website van de gemeente Zaanstad. Maar het blijkt dat de nieuwe eigenaar is afgeweken van hetgeen in de sloopvergunning werd vermeld: “De gemeente Zaanstad is niet op de hoogte gebracht van het voornemen tot sloop van de gehele hal en heeft dit pas achteraf in week 31 bij toeval (omdat de inspecteur Handhaving een controle had bij een naburig bedrijf) geconstateerd. De politie heeft verder op 6 augustus 2010 (na aangifte door de afdeling handhaving) proces-verbaal opgemaakt in verband met de illegale sloop van hal 31. Dit proces-verbaal heeft betrekking op het deel dat gesloopt is zonder sloopvergunning”. Weg is weg, er zal niet meer worden teruggebouwd ! | ||||||||||||||||||||||||||||
Ook binnen de Schaverij is de verandering duidelijk waarneembaar. De foto links is genomen in augustus 2008, de foto rechts in juli 2010. Beide foto's zijn genomen vanaf de binnenhaven in het gebouw. De inpandige haven in het nu gesloopte gedeelte van de Schaverij was al eerder dicht gelegd met betonplaten. Beschrijving van de SchaverijIn 'van Wind naar Stoom' - Een eeuw industriecultuur, door Jaap Schipper e.a.:
De houtzagerijen werden van oudsher in hout opgetrokken. Toen vanaf 1866 houtzagerijen door stoommachines werden aangedreven, veranderde dit in eerste instantie niet. Alleen de ketelhuizen en de machinekamers werden, in verband met brandgevaar en het hoge gewicht van de machines, in baksteen uitgevoerd. Zowel de nieuwe droogloodsen behorende bij de stoomzagerijen, als de droogloodsen van de vele houthandelaren in de streek, werden eveneens nog steeds in hout gebouwd.
In de jaren 1930-1940 zijn veel bedrijfsgebouwen voorzien van buitenwanden van gegolfd en verzinkt plaatijzer. De weerbestendigheid van dit materiaal was destijds gering. De roestende wanden van dergelijke vaak tussen de woonbebouwing liggende panden, wekten terecht veel ergernis. Een fraaiere en technisch betere oplossing was het aanbrengen van buitenwanden van baksteen, met een dikte van 11 cm, tussen de stalen stijlen en horizontale regels van het inwendige staalskelet. De beide enorme bedrijfshallen van de Bruynzeel Schaverij zijn op deze wijze geconstrueerd. | ||||||||||||||||||||||||||||
De constructie van de SchaverijAlle wanden van de hal zijn gebouwd volgens een procedé waarbij in een stalen skelet de vakken tussen de stijlen (INP profiel no. 45) en de horizontale regels zijn opgevuld met halfsteens muren van gemetselde baksteen. De hartafstand tussen de stijlen is 5 m. en verstijvingen in de vorm van in de muur ingemetselde stalen I profielen tot raamniveau opgevuld met gemetselde baksteen gaven de benodigde stevigheid aan de op zich dunne muur. Volstrekt nieuw was een inpandige haven over bijna de volle breedte van de hal en 20 meter wijd. Het voordeel hiervan was dat de ladingen hout die vanuit de zeeschepen op binnenschepen waren overgeslagen bij elke weersomstandigheid droog gelost konden worden. De haveningang was afsluitbaar met een grote elektrisch aangedreven hefdeur. In de hal was een voorziening getroffen voor intern transport met een loopkraan die de hele breedte van de hal overspande. Ladingen hout tot 5000 kg. konden zo worden verplaatst voor opslag en verwerking. De westgevel van de Schaverij ligt over de hele lengte aan het water; hier vond aan- en afvoer plaats. De enorme lengte was hier pas goed te zien omdat de gevelwand een ononderbroken muur vormde langs de hele lengte van het kanaal vanaf Oud Saenden tot het een knik maakt richting Noordzeekanaal. In tegenstelling tot de andere gevels van de hallen in dit complex was de wand over de volle lengte gepleisterd in een vaalgrijze kleur. Ondanks de ligging aan het water ontbreken steigers aan deze gevel, ze waren ook niet nodig door de inpandige havens. De zware poeren waar de westgevel op draagt zijn boven de waterspiegel zichtbaar. Ongeveer halverwege de wand net ten zuiden van de ingang van de zuidelijkste haven was een afdak aan de gevel bevestigd van verroest golfplaat. De steunen van het dak staan op betonnen poeren in het water. Eronder hingen vier groen geschilderde silo's waarvan de monden met kleppen afsluitbaar waren. Zeer waarschijnlijk dienden deze voor de afvoer per schip van het vele zaagsel dat in de hal werd geproduceerd. Alleen het stalen skelet van dit afdak is gespaard. | ||||||||||||||||||||||||||||
De Schaverij in '50 jaar Bruynzeel 1897 - 1947'Even radicaal en doeltreffend was de manier, waarop het vraagstuk van het houttransport in de nieuwe schaverij werd opgelost. Men besloot in deze 550 meter lange hal gebruik te maken van rijdende kranen. Deze wijze van vervoer binnenshuis was reeds lang in zwang in de metaalindustrie, maar nog nooit toegepast in Europese fabrieken voor houtbewerking. De bijval, die dit plan genoot, was dan ook lang niet algemeen, maar niettemin werd de knoop doorgehakt en kreeg de firma Figee opdracht tot het maken van een loopkraan met automatische grijper, met een hefvermogen van 4000 kilo. Het gevaarte had een gewicht van 32.000 kilo, zodat de muren, waartegen de aan weerszijden aangebrachte looprails waren bevestigd, van bijzonder solide constructie moesten zijn. Deze kraan, die één enkele man in staat stelde al het bewerkte en onbewerkte hout te vervoeren, voldeed reeds dadelijk zo goed, dat zij later gezelschap van een tweelingzuster kreeg. Van de hoeveelheden, welke middels deze transportinrichtiiigen worden verplaatst, kan men althans enig besef krijgen, als men weet, dat op één dag vaak alleen al meer dan 100 kilometer hout wordt geschaafd. Wanneer men thans deze kranen in actie ziet, valt het moeilijk te begrijpen, dat ervaren en doorgewinterde vaklieden nog maar zo kort geleden aan hun bruikbaarheid hebben getwijfeld. Het is een lust om te zien, hoe de kraandrijver dit omvangrijke instrument bespeelt. Het gevaarte rolt af en aan met de snelheid van een hardloper en voert zijn viervoudige bewegingen met verbazingwekkende nauwkeurigheid uit. Geen centimeter voorbij hun doel komen de stalen poten van de spinachtige automatische grijper neer en men komt bijna in de verleiding, er zijn potlood tussen te steken en de kraandrijver te verzoeken met zijn werktuig een passende spreuk op een stapel hout te schrijven, zoiets als: Wie waagt, die wint! Babel Discussie op woensdag 20 januari 2010:Zuidwaarts Inverdan – Toekomst van de BruynzeelhallenIn de uitnodiging voor deze discussie stond alvast een korte inleiding van het onderwerp: In het centrum van Zaandam verrijst Inverdan in al zijn pracht en praal. Het nieuwe hotel met zijn spraakmakende gevel van Zaanse huisjes is bijna klaar. Maar, zoals bij een echte stad past, laat dynamiek zich niet uitsluitend en alleen planmatig van bovenaf sturen. Aan de zuidkant van Inverdan ligt het Hembrugterrein – ondanks goede bedoelingen van alle betrokken partijen – nog steeds te wachten om ontwikkeld te worden. Het gebied Zuiderhout met winkels als Hornbach en Loods 5 is een potentiële trekker voor een breed publiek uit verre regio's. Recent werd de aandacht op dit gebied gevestigd vanwege de mogelijke vestiging van Esprit- en G-Star outlet winkels in de voormalige monumentale Bruynzeelfabrieken. De politiek twijfelt. Kan het centrum Inverdan de concurrentie wel aan met de ontwikkeling van dit soort gebieden of dreigt daarmee een 'Wastora-effect' waardoor hele winkelstromen vanuit het centrum omgebogen worden? Of is het niet juist mogelijk om Inverdan méé te laten profiteren van alle bezoekers, die in grote getalen op de winkels in Zuiderhout afkomen? Waarom kan de discussie over de toekomst van de Brunzeelhallen niet een noordwaartse stroom genereren, zodat er een succesvolle noord-zuid dialoog ontstaat? Volgens ons is het laatste woord hierover nog niet gesproken! Ditmaal was Babel te gast bij de projectontwikkelaar van het complex, Converse Development Corporation (CDC), die is gehuisvest in één van de Bruynzeelhallen .
| ||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||
En outletwinkel in Zaandam?
Eigenaar/ontwikkelaar RON en Converse Development Corporation schreven in oktober 2009 aan de gemeenteraad van Zaandam dat de modemerken Esprit en G-Star een outletwinkel wilden in een voormalige Bruynzeelloods. Het bestemmingsplan stond dat echter niet toe. Directeur Koert Hans Smit van Converse stelde: “We hebben zojuist de stedenbouwkundige visie voor het gebied Zuiderhout-Noord opgesteld. Naast ruimte voor perifere detailhandelsvestigingen willen we ook graag dat daar een stukje groothandelsvestigingen terecht komt. Maar vooralsnog voeren we hierover uitsluitend oriënterende gesprekken met Esprit en G-Star.
Over aantallen vierkante meters is met Esprit en G-Star nog niet gesproken”.
het Noordhollands Dagblad van 26 oktober 2009 kon de brief bevestigen:
De politiek liet zich niet opjagen. D66 vroeg om uitstel:
Het college van B&W had zich al eerder uitgesproken. Op 02 december 2009 berichtte het Noordhollands Dagblad:
Halverwege 2010 blijken deze plannen te zijn gesneuveld. G-Star bedankte in januari 2010 al voor outletstore in Zaanstad, in juni haakte Esprit af voor vestiging Zuiderhout. Het ene plan oogt nog mooier dan het andere ...!Diverse fraaie plannen zijn in de afgelopen periode gepresenteerd en via kleurijke reclame uitingen aan het publiek kenbaar gemaakt.
| ||||||||||||||||||||||||||||
Door: Cees Kingma, opgezet in november 2008, daarna diverse malen bijgewerkt.
Beeldmateriaal:
|