Tevreden gebruikers in Pakhuis Saigon

Na een zeer grondige restauratie is het pakhuis Saigon aan een nieuw leven begonnen. Hieronder volgt een verslag.

Cees Kingma - Maart 2004

Het voorspel
Pakhuis Saigon
Gezellige drukte bij de pakhuizen Saigon en Batavia tijdens het bezoek van de ‘Bruine Vloot’ in september 2003
Pakhuis Saigon
Ook als de ‘Bruine Vloot’ niet op bezoek is kan het gezellig druk zijn voor pakhuis Saigon zoals blijkt uit deze foto uit juni 2007.

In 1989 pleitte Prof. dr. H.F.J.M. Van den Eerenbeemt in zijn artikel “Een historisch industriepark langs de Zaan” in ‘Industriële Archeologie nr. 33’ voor het inrichten van:

“Een historisch industriepark langs de Zaan, een pedant van het Openluchtmuseum te Arnhem, maar dan niet in de bossen maar in een authentiek industrie landschap. Waar een fabrikant van scheepsschroeven van zijn hobby in oude auto's een groot museum Autotron kon maken, en ..etc ... moet het toch mogelijk zijn aan Philips, Jurgens en anderen te vragen om aan de Zaankant een afdeling te sponsoren en in te richten om te laten zien hoe men vroeger gloeilampen en margarine maakte.”

Prof. Eerenbeemt kreeg gelijk antwoord. In een interview met het Noordhollands Dagblad op woensdag 22 maart n.a.v. van de sloop van het complex pakhuizen en pellerijen aan de Veerdijk in Wormer - met namen als Burmah, De Unie, Indië en De Hoop - in 1979, zegt Gedeputeerde F. Tielrooij:

“Je mag niet verwachten dat de ondernemer zijn economische belangen opzij zet en het pand opknapt alleen maar omdat het zo'n mooi monument is. En ik kan niet als een soort museumconservator door het land lopen. Er moet wel iets met die panden kunnen worden gedaan”

In januari 1995 verscheen het manifest ‘Herbestemming Industrieel Erfgoed - Oude fabrieken, nieuwe functies’, een uitgave van het Projectbureau Industrieel Erfgoed (PIE). In z'n voorwoord beschreef Prof. Ir. J. Oosterhoff, voorzitter PIE, o.a. de doelstelling van zijn organisatie:

“PIE zet zich in voor het behoud van ons waardevolle en veelsoortige industriële erfgoed. PIE is ervan overtuigd dat dit erfgoed slechts kan worden behouden door duurzame herbestemming. Ook historische industriële gebouwen moeten hun actuele nut bewijzen. Dat is vaak mogelijk, als de deelnemende partijen juiste inzichten hebben en als de wil aanwezig is om herbestemming in overweging te nemen”

Dit manifest was een vreemde eend in de bijt van de strijd tot behoud van het industrieel erfgoed. Waren het tot nu toe de idealisten die streden voor behoud, deze keer was het een commercieel getinte organisatie. Bijdrage werden o.a. geleverd door een medewerker van een architectenbureau, een makelaar en taxateur OG en een hoogleraar bouweconomie van de Technische Universiteit Delft.

De toon van de diverse acties m.b.t. het behoud van industrieel erfgoed is dan al veranderd van ‘Stop, niet Slopen’ in ‘Hoe kunnen we dit gebouw Redden’. Diverse organisaties uit de overheids- en particuliere sector, zoeken dan al lang naar mogelijkheden om oude industriële gebouwen opnieuw in gebruikt te kunnen nemen. In het genoemde manifest staan een aantal geslaagde voorbeelden van hergebruik van oude industriële gebouwen en complexen.

De gemeente Wormerland heeft al 1991 een studie laten verrichten naar de mogelijkheden om het pakhuis Saigon als gemeentekantoor in gebruik te nemen. Het komt er niet van; Wormerland besluit uiteindelijk toch een nieuw gemeentehuis te bouwen.

Wel wordt er, heel ironisch, in het provinciaal monument pakhuis ‘Saigon’ in juni 1995 door de Stichting Architectuur Centrum Amsterdam (Arcam) de tentoonstelling ‘Architectuur in Wormerland’ georganiseerd. In deze expositie toonden HM Architecten hun woningbouwproject ‘Zaanoeverproject’, te realiseren aan de Veerdijk in Wormer. Deze vier woontorens zouden worden gebouwd op de plek waar kort tevoren nog een aantal mooie industriële monumenten (de hierboven reeds genoemde Burmah, De Unie, Indië en De Hoop) de fraaie ‘Zaanwand’ in Wormer vormden. Deze Zaanwand is bij die sloop gehalveerd.

De Zaanwand in Wormer

De heren M.T. Pruijs en J. Kingma omschrijven de Zaanwand zo in ‘Industriële Archeologie’ van 1989.

“Wie in Wormerveer over de Zaanbrug de vroegere gemeente Wormer (nu Wormerland) binnen komt, heeft het gevoel een vesting binnen te gaan. Aan weerszijde van de brug staan grote fabriekscomplexen die te maken hebben gehad met de rijst en gortpellerij. In het noordelijk gedeelte van de Zaanstreek werd deze bedrijfstak gedomineerd door de ondernemers uit de familie Laan. Rechts van de brug staan de silo, pakhuizen en fabriekspanden van Lassie B.V.; voorheen de gort- en rijstpellerij ‘Mercurius’ van Gebroeders Laan”.

“Links van de brug staan pakhuizen en fabrieken van de voormalige rijstpellerij ‘Hollandia’ van de firma Bloemendaal & Laan. De buurman van dit bedrijf ‘De Unie’ van Wessanen & Laan is in 1979 gesloopt”.
(In 1978 gaf de eigenares, de firma Wessanen, opdracht tot sloop van de panden: Siam, De Hoop, Birmah, Indië, Rouan en de Unie. De hiervan afkomstige 15.000 m3 puin verdween in het Alkmaardermeer).

Pakhuis Saigon

Rechts van de Zaanbrug zijn de panden inmiddels gerestaureerd. De panden Silo, Donau, Koningsbergen en Oslo, alle eigendom van Lassie (onderdeel van Sarah Lee/Douwe Egberts) zijn nog volop in gebruik voor productie en opslag van Rijst. In 1985 besloot de eigenaar Lassie (toen nog onderdeel van Van Nelle) het productieproces te vernieuwen. Dankzij provinciale monumentensubsidies heeft de fabriek een grondige verbouwing kunnen ondergaan en is zij behouden gebleven als rijstverwerkingsfabriek. Die verbouwing duurde tot 1991 en in 1992 is de productie weer opgestart in de nieuwe fabriek.

In Restauratie Lassie-monumenten aan de Veerdijk beschrijft architect Jan Bes de restauratie van dit complex.

In 1995 besloot de provincie Noord-Holland tot aankoop en restauratie van het pand Mercurius (ook bekend als Lucullus). In 1996 werd begonnen met het zeer omvangrijke restauratie project. Inmiddels heeft de provincie haar ‘Provinciaal Archeologisch Depot’ gevestigd in dit schitterend gerestaureerde pand. In De restauratie van Mercurius beschrijft architect Jan Boot deze restauratie.

  Rijstpellerij hollandia  
  Het complex van de rijstpellerij Hollandia aan de Veerdijk in Wormer omstreeks 1910. Voor rijstpakhuis Saigon liggen een aantal schepen met balen rijst afgemeerd.  

Afhankelijk van de exploitatie mogelijkheden worden nu de diverse panden van het ‘Hollandia’ complex gerestaureerd en verder ingericht. Het bestemmingsplan voor dit gebied had aanvankelijk een industriebestemming opgelegd. Dat beperkte de mogelijkheden voor exploitatie. Inmiddels is het bestemmingsplan aangepast. In De restauratie van het Hollandia-complex vordert beschrijft Albert Boes de stand van zaken omstreeks het begin van deze eeuw.

De historie van pakhuis Saigon

De geschiedenis van het pakhuis Saigon is zeer nauw verweven met de geschiedenis van de rijstpellerij in de Zaanstreek in het algemeen en met de ondernemersfamilie Laan in het bijzonder. In ‘De Zaanwand in Wormer’ in Industriële Archeologie van 1989 wordt over het complex aan de linkerkant van de Zaanbrug het volgende verteld.

De eerste Zaanse rijstpeller was Albert Vis, die werd geboren te Oostzaan in 1801. Hij begon zijn loopbaan als bediende bij Vasterd Vas & Co, eigenaar van veel windmolens en in het begin van de negentiende eeuw een van de rijkste koopmannen van de Zaanstreek. In 1825 begon Albert Vis voor zichzelf. Van de weduwe Vas huurde hij de pelmolen ‘De Jonge Voorn’ en begon als loonpelder. Hij verrichtte veel pelwerkzaamheden voor de koopman Jan Laan, maar pelde ook voor eigen rekening.

In 1831 pelde hij voor het eerst rijst voor de firma Wessanen & Laan; dat waren Jan en Adriaan Laan in Wormerveer. In 1841 kocht Wessanen & Laan een eigen pelmolen ‘De Prinses’. Men pelde afwissend gerst en rijst.
Adriaan Laan overleed in 1851 en Jan Laan zette de firma Wessanen & Laan voort tot aan zijn dood in 1868. De firma werd voortgezet door de vijf zoons van Jan Laan.

In 1857 had Wessanen & Laan de stoomolieslagerij ‘De Tijd’ in bedrijf genomen en in 1860 de stoommeelfabriek ‘De Vlijt’. In 1872 werd de stoomrijstpellerij ‘De Unie’ in gebruik genomen.
Op 17 februari 1872 werd door Remmert Adriaan Laan, Jan Adriaan Laan (zoons van Adriaan Laan) en hun stiefbroer Frederik Bloemendaal (allen handelsreizigers) opgericht een vennootschap ‘tot het uitoefenen van het beroep van fabrikanten in olie en pelderswaren met den daartoe betrekkelijke handel enz.’. Hier ontstaat de firma Bloemendaal & Laan.

Op 14 April 1877 werd door Bloemendaal & Laan op korte afstand van de pellerij ‘De Unie’ (van Wessanen & Laan) de eerste steen gelegd voor de stoomrijstpellerij ‘Hollandia’ en het houten rijstpakhuis ‘Java’. Op 4 December 1877 werd de pellerij in gebruik genomen. In 1879 volgde een uitbreiding met het houten rijstpakhuis "Bassein" en vier jaar later ‘Rangoon’. Op 5 juli 1887 trok Frederik Bloemendaal zich terug uit de zaak.

Nadat de gemeente Wormer toestemming had gegeven om een stuk van de Zaan te dempen, kon men in 1888 het grote stenen pakhuis ‘Saigon’ bouwen dat voor de andere pakhuizen (Bassein en Rangoon) kwam te staan.

  Rijstpellerij Hollandia  
  Rijstpellerij Hollandia in het midden. Rechts het nieuwe stenen pakhuis Saigon, links het houten pakhuis Java.  

Uit de ‘Necrologie van de laatste rijstpellerij in de Zaanstreek’

Acte 19/5 - 1888 - Concessies Dijkverlegging

“__ter uitvoering van het besluit van stemgerechtigde ingelanden der Banne Wormer, genomen in hun vergadering van 7 December 1887, na goedkeuring van de Heren Gedeputeerde Staten der Provincie Noord Holland op 28 Maart 1888, verkrijgen Boemendaal & Laan het recht van opstal op een perceel dijksgrond te Wormer aan de Zaan, kadaster Sectie F nummer 675, gelegen voor de goederen der firma Bloemendaal & Laan”.

“September 1888, bouw langgerekt pakhuis Saigon voor de panden Bassein en Rangoon. Aanleg nieuwe dijk en walschoeiing voor het nieuwe Saigon”.
Dijkhout ƒ 131,77

In 1894 werd het stenen pakhuis "Batavia" in gebruik genomen.

  Pakhuis Saigon 1 Saigon ! na de brand  
  Het eerste pakhuis ‘Saigon’ voor ... ... en na de brand van 1896. Rechts het geblakerde pakhuis ‘Batavia’.  

In de nacht van 5 op 6 augustus 1896 verbrandden de pakhuizen ‘Bassein’, ‘Saigon’ en ‘Rangoon’. Daarbij gingen 2.114.751 kg gepelde rijst, 486.700 kg rijstmeel en 1.456.360 kg ongepelde rijst verloren. De uitgekeerde assurantiepenningen beliepen een bedrag van bijna ƒ 450.000,-. (Waarvan ƒ 27.432 voor de opstal ‘Saigon’, de schade aan ‘Batavia’ bleef beperkt tot ƒ 704.81. Er was nog ƒ 1976,- aan oud ijzer uit Saigon gehaald).

De vaste aannemer Gebr. Gorter uit Wormerveer, bouwde in hetzelfde jaar een nieuw stenen pakhuis ‘Bassein’ en het jaar daarop werd voor bijna ƒ 60.000 het nieuwe pakhuis ‘Saigon’ in gebruik genomen.

Uit de ‘Necrologie van de laatste rijstpellerij in de Zaanstreek’: “Op de eindfactuur van de Gebr. Gorter werd wel nog wel de aantekening gemaakt: Af: oude balken oud pakhuis Saigon ƒ 419,92. Voor ƒ 7.000 werd er een ijzeren hijstoren bijgebouwd. Een transporteur kostte ƒ 13.450. De totale reparatie, inclusief de bijbehorende installaties en de reparaties van ‘Batavia’ kwamen op ƒ 70.525,36”

Beide pakhuizen zijn gebouwd naar het ontwerp van Van Rossum & Vuyk. In dat jaar konden ook een nieuw ketelhuis en een nieuwe machinekamer in gebruik worden genomen.

  Rijstpellerij Hollandia  
  De opbouw van het Hollandia complex in kaart gebracht  

Het hoogtepunt van de Zaanse rijstpellerij lag in de jaren voor de Eerste Wereldoorlog. De bloei van deze bedrijfstak valt ook te zien aan de uitbreidingen van het fabriekscomplex van Bloemendaal & Laan. In 1905 werd het pakhuis ‘Bassein’ belangrijk vergroot en het volgende jaar werd het houten pakhuis ‘Java’ door een stenen gebouw vervangen.
De eerste wereldoorlog gaf een onherstelbare slag aan de Zaanse rijstpellerij. Door gebrek aan grondstoffen kwamen na enige tijd de rijstpellerijen stil te liggen.

In 1911 overleed Remmert Laan. In 1913 kwamen twee zoons van Jan Adriaan, Adriaan Remmert en Jan Adriaan Jr. en hun neef Gerard Willem Bloemendaal in de leiding van de firma. De naam Laan verdween in 1941 uit de leiding uit het bedrijf.

In de jaren '20 van de vorige eeuw leefde de rijstpellerij weer iets op. Maar doordat meer rijstimporterende landen zelf waren gaan pellen en omdat rijstproductielanden er in toenemende mate toe overgingen zelf de rijst te pellen is nooit meer de productie niveau van voor de Eerste Wereldoorlog gehaald.
Tot 1965 is er op bescheiden schaal nog gepeld. In 1966 werden de verkoopactiviteiten gestaakt.
De geschiedenis van de ondernemersfamilie Laan geeft een overzicht van de belangrijkste momenten in relatie tot de ontwikkeling m.b.t. de rijstpellerijen.

In november 1972 werd er in ‘de Nieuwe Sociëteit’ in Wormerveer een veilig gehouden waarbij:

__ten overstaan van Notaris J.H.M. Van Reeuwijk__etc.__ in het openbaar worden verkocht:
Het gebouwencomplex met terrein en land gelegen aan de Zaan en de Veerdijk in de gemeente Wormer. Plaatselijk bekend als Veerdijk 39 t/m 43 en het woonhuis Nieuweweg no 149 te Wormer.
Verkoop geschiedt in zes kavels op donderdag 16 November 1972 bij opbod en afslag per kavel en de combinatie van deze kavels op 23 November 1972 in afslag, een en ander zoals hierna omschreven.

Kavel I ‘Batavia’, Kavel II ‘Saigon’, Kavel III ‘Bassein’, Kavel IV ‘Java’, Kavel V ‘Hollandia’ en Kavel VI ‘woonhuis Nieuweweg 149 Wormer’.

Op 26 okt. 1979 passeerde bij van A.M. Van Maurik, notaris te Utrecht een verkoop akte waarin o.a. wordt gemeld:
De verkoper verklaarde te hebben verkocht en de eigendom over te dragen aan de koper, en de koper verklaarde te hebben gekocht en in eigendom aan te nemen:
De bedrijfsgebouwen Saigon en Batavia met bijbehorende grond en kade aan de Veerdijk te Wormer, uitmakende dat gedeelte van het kadastrale perceel gemeente Wormer sectie F nummer 4134. (zoals met zwarte arcering schetsmatig is aangegeven op tekening)
(De aan de noordgrens gelegen sloot is niet in het bij deze verkochte begrepen)
De comparanten verklaren dat deze verkoop en koop is geschied voor de prijs van ƒ 750.000.

De verkoper, welke destijds bestond in de rechtsvorm van een naamloze vennootschap, genaamd Beleggingsmaatschappij Bloemendaal en Laan N.V., gevestigd te Wormerveer, verkreeg de eigendom van voormeld onroerend door de overschrijving ten voormalige hypotheekkantoor te Hoorn op 8 juli 1913 in deel 769 nummer 11, van het uittreksel van een akte van oprichting der naamloze vennootschap met inbreng op 17 mei tevoren verleden voor de destijds te Wormerveer standplaats hebbende notaris G.H.A. Tjeenk Willink.

Het lijkt erop dat op het moment dat de nieuwe lichting op 17 maart 1913 (G.W Bloemendaal, A.R. Laan en J.A. Laan Jr.) in de leiding van het familiebedrijf werden opgenomen, de boedel opnieuw werd verdeeld. De panden werden in 1913 overgedragen aan de Beleggingsmaatschappij Bloemendaal en Laan N.V.(de kasboeken zijn hierover niet duidelijk, daarin wordt gesproken over een boedelscheiding op 31 december 1916).

Op 7 september 1915 kocht J.A. Laan Sr. op een veiling de havezate 't Singaven-Harseveld. J.A. Laan is in 1918 overleden.

Op 20 januari 1986 kwam het pand ‘Saigon’ opnieuw in de verkoop:
Ondergetekende Mr. N. Pesman, advocaat, wonende en kantoorhoudende te Zaandam, handelend als curator in het faillissement van verkoper, verklaart te hebben verkocht aan koper en meeondertekenden:
G.J. Sombroek (Wormerveer) en G.J. Van Assema (Wormer)

Ten deze handelende als vennoten van de te Wormer gevestigde vennootschap onder firma Somass, kantoorhoudende te Wormer. Verklaren te hebben gekocht:
Het pakhuis (bedrijfsgebouw) genaamd Saigon met ondergrond, etc staande en gelegen te Wormer aan de Veerdijk 40, kadastraal bekend gemeente Wormer, sectie F nummer 4295, groot 16 are en 25 centiare, onder welke aanhorigheden zijn begrepen: de kracht- en lichtstroominstallaties etc etc.
De eigendomsoverdracht zal plaats vinden op 28 februari 1986 of zoveel eerder etc. Bij akte te verlijden ten overstaan van Notaris Mr. J.H. Zegers te Zaandam.

Op 15 juli 1986 ontving firma Somass een brief van het Provinciaal bestuur van Noord-Holland:
Uitvoering artikel 6, lid 6 van de provinciale monumentenverordening:

Aan de directie van de firma Somass

Hierbij delen wij u mede, dat wij - de monumentencommissie gehoord - hebben besloten het voormalige pakhuis Veerdijk 40 te Wormer kadastraal bekend gemeente Wormer, sectie F, nr. 4295, waarvan u eigenaar bent, op de provinciale monumentenlijst te plaatsen.

Wij vestigen uw aandacht op artikel 10, waarin het verbod is opgenomen om een monument te beschadigen of te vernielen, terwijl het verboden is zonder vergunning een monument af te breken, te verplaatsen of in enig opzicht te wijzigen of te herstellen, te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze, waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht.

De firma Somass was eigenaar van een provinciaal monument geworden.
(De motivatie geeft een goede beschrijving van het monument)

De architectuur en de constructie van pakhuis Saigon

De panden in de ‘Zaanwand’ zijn door diverse studenten beschreven in hun respectievelijke afstudeerprojecten. Martin Pruijs beschreef het pakhuis Saigon in zijn afstudeerscriptie als volgt:

Het pakhuis Saigon sluit aan bij de buurman Batavia omdat de hoogte van het gebouw en het schilddak op elkaar aansluiten en er gebruik is gemaakt van gelijksoortige vormelementen. De stijlopvattingen van beide gebouwen is hetzelfde.

Het gebouw is negen traveeën breed (27,20), tien traveeën diep (30,60) en telt vier bouwlagen. De gevel is verticaal geleed in een onderverdieping, een eerste en tweede verdieping en het schilddak. De horizontaliteit wordt benadrukt door de doorlopende getande lijst die de begane grond afsluit, de gelijke hoogtes van de ramen op de verdiepingen en de getoogde strekken boven alle ramen die golvende lijnen vormen.

Pakhuis Saigon
Gietijzeren kolom in het interieur

De gevel is op te vatten als een superpositie, d.w.z. er is één centrale topgevel die drie traveeën breed is. Deze topgevel doorbreekt de horizontaliteit van de gevel door:

  1. Het karakter van de topgevel zelf
  2. De aanbouw van een laadhuis op een ijzeren onderbouw, uitgevoerd in vakwerkstijl
  3. De toepassing van de kolossale orde bij alle traveeën. Ze zijn net als bij Batavia uitgevoerd in baksteen in een afwisseling van geel-rode baksteen

Het interieur bestaat uit een grote ruimte, waarin gietijzeren kolommen met schoren en kapitelen, op regelmatige afstand van elkaar zijn geplaatst. Hierover zijn stalen liggers geplaatst en een constructie van ijzeren trekstangen aangebracht.
De vloeren zijn van drie cm dik Amerikaans grenen.

Over vormgeving merkte Martin Pruijs het volgende op:

Een representatief gebouw functioneert als een soort reclame. De Zaanbocht met aan de ene kant Wormerveer waar vandaan men naar de fabrieken keek, voldeed uitstekend als visitekaartje voor de ondernemer. Alleen de voorzijde van de gevels is dan ook gedetailleerd vormgegeven. Aan de achterzijde was geen bebouwing, slechts weilanden, en daar zijn de gevels dan ook eenvoudiger afgewerkt.

De gevels van de pakhuizen Saigon en Batavia vertonen veel renaissancemotieven. Uit verschillende publicaties is een aantal algemene kenmerken te herleiden, die tevens van toepassing zijn op beide pakhuizen:

  1. Horizontale banden over de gevel in een afwisseling van baksteen en bergsteen, of baksteen en gekleurd steen; accenten die de horizontaliteit benadrukken
  2. Alleen gebruik van baksteen
  3. Even topgevel. De topgevel is een schepping van de noordelijke gotische architectuur. Constructief is het een logische afsluiting van het zadeldak, esthetisch een uitleven van de verticale drang. De topgevel heeft in het begin in- en uitgezwenkte zijkanten die men als een schepping van de Zuid-Nederlandse laatgotiek kent
  4. Hoge daken met een helling van nooit minder dan 45 graden, meestal 60 graden
  5. Gebruik van ontlastingsbogen en meestal rechthoekige vensters
  6. Toepassen van het blindenboogstelsel meestal ontlastbogen vlak boven of op korte afstand boven elk venster. Vaak ook het gebruik van rondbogen tussen twee schijnkolommen
  7. Kolomstelling. Dit zijn muurdammen die op kolommen lijken; de kolomstelling is een symbolische uitdrukking van de verschillende verdiepingen. De verdiepingen afzonderlijk worden in gelijke vlakken verdeeld, waartussen vensters van gelijke grootte zijn aangebracht

De panden Saigon en Batavia verschillen verder van de overige nieuwe panden en uitbreiding op het Hollandia complex. Uit deze veranderde stijlopvattingen blijkt duidelijk dat er een heftige architectuur discussie plaats vond.
Nieuwere gebouwen hebben platte daken, betonconstructies en decoratieve elementen zijn verder teuggedrongen. De gebouwen kregen een zakelijkere uitstraling.

Restauraties na 20 januari 1986

In een interview in de Typhoon vrijdag 17 oktober 1986 ging Gé Sombroek in op de eerste grote restauraties die aan het pand wordt uitgevoerd. Onder de kop:

Monument in twee maanden gerestaureerd

Pand rijstpellerij Saigon in oude glorie hersteld

zegt Gé Sombroek o.a.
“In eerste instantie waren wij niet van plan het middengedeelte te restaureren. We hadden alleen plannen voor het linker en rechtergedeelte. Daar kwam echter verandering in toen ik in juli vorig jaar bij een expositie van jonge architecten in de Zienagoog een oud ontwerp van het gebouw zag. Kees Hoope uit Heiloo had er voor zijn afstudeerproject een theater van gemaakt. Dat had hij gedaan naar aanleiding van een oud schetsontwerp dat hij had weten te bemachtigen. Ik werd er onmiddellijk verliefd op. Ik bedacht meteen dat het fantastisch zou zijn als wij het pand op die manier zouden kunnen restaureren. Ik vond het schitterend.
Zonder hulp van Monumentenzorg hadden wij dit nooit kunnen realiseren”
.

Saigon nog met hijstoren
Saigon met hijstoren.
Deze foto is gemaakt aan het begin van de vorige eeuw. Pakhuis Java is nog van hout en pakhuis Bassein heeft z'n extra verdiepingen nog niet.

Op 18 november 1986 had de provincie z'n goedkeuring verleend voor deze restauratie:

Provinciaal bestuur van Noord-Holland
Vergunning ex artikel 11 van de provinciale monumentenverordening

“Beschikking krachtens artikel 11 van de provinciale monumentenverordening op het door u dd 9 augustus 1986 ingediende verzoekschrift, ingekomen etc. verlenen wij u vergunning voor de restauratie van het voormalige pakhuis, genaamd Saigon, Veerdijk 40 te Wormer, overeenkomstig de overlegde tekening van de voorgevel nieuwe toestand van ir. Kees Hoope te Heiloo, dd 15 augustus 1986, met dien verstande dat, met name voor de baksteen, historisch bouwmateriaal wordt gebruikt”

De prachtige, in vakwerkstijl uitgevoerde hijstoren was reeds gesloopt en de muur was ter plaatse dichtgemetseld. Deze restauratie herstelde de midden travee zodat deze geheel in stijl met de overige traveeën werd gerestaureerd. De hijsdeuren, hardstenen lijswerk en het smeedijzeren hekwerk zijn weer teruggeplaatst in de midden travee.
Ook de twee karakteristieke dakkapellen werden weer teruggeplaatst.

Deze eerste restauratie van het pand werd tevens gebruikt om het pand bouwtechnisch weer op orde brengen. Gevelreiniging, impregneren, uitslijpen en opnieuw voegen moest het pand weer waterdicht maken.

Voortschrijdend inzicht

Cees Dam schrijft in z'n ‘Woord vooraf’ in Architectuur volgens Cees Dam:

“Architectuur raakt iedereen. Dat geldt zeker in een land als Nederland, waar bijna elke uithoek, is bedacht door ontwerpers. Architectuur is vormgeving en in die zin een cultuuruiting en soms zelfs een vorm van beeldende kunst. Maar anders dan de meeste beeldhouwwerken, schilderijen of andere vormen van beeldende kunst, die zich in de musea en de galeries bevinden, worden we gewild of ongewild dagelijks met architectuur geconfronteerd. Eenmaal gerealiseerde gebouwen domineren voor langere tijd het stadsbeeld en het duurt soms lang voordat we aan een nieuw gebouw gewend zijn geraakt”.

Verderop in het boek wordt daaraan toegevoegd:
“Een gebouw speelt een rol in zijn omgeving, het heeft een functie voor de stad. In samenhang vormen de huizen, kantoren en fabrieken het weefsel waaruit de stad is opgebouwd. Een gebouw of bouwwerk maakt deel uit van ons collectieve geheugen, is verweven met ieders herinnering. Met de jaren ontstaat een zekere vanzelfsprekendheid en raken we eraan gewend of zelfs gehecht. Het krijgt een bepaalde betekenis, of krijgt die toegedicht, en gaat zo een eigen leven leiden, soms los van de oorspronkelijke functie voor de stad of de opdrachtgever of voor de intentie van de architect”.

Als dit al geldt voor één gebouw, dat geldt dit zeker ook voor een samenhangend complex van gebouwen. De Zaanwand in Wormer is een vorm van beeldende kunst waaraan vele, bewoners en passanten, gehecht zijn. Geen museumkunst, maar kunst die lange tijd nodig heeft gehad om ontdekt te worden, terwijl het toch zo toegankelijk was.

In z'n bijdrage ‘Heterotopia's’ aan ‘Land in zicht’ beschrijft Maarten Hajer (in 1993 gepromoveerd als politicoloog aan de Universiteit van Oxford) het ontstaan van een ‘archipel van enclaves’ of de opkomst van functionele eilanden. Hij noemt als voorbeelden de ruimtelijke concentraties van hoogwaardige kantoren in steden, brainparks langs de snelwegen, satelliet-universiteitencentra zoals de Utrechtse Uithof, attractieparken zoals de Efteling en gethematiseerde woonwijken. Volgens Hajer hebben deze enclaves nieuwe fysieke mobiliteit tot gevolg; burgers bewegen zich massaal en zeer gericht van het ene eiland naar het andere.
Met als gevolg: file-leed door de week door het woonwerk verkeer en in het weekend door de tocht naar winkelcentra en pretparken.

De aanzet voor de discussie over de ‘compacte stad’ is hiermee gegeven. Een stad of wijk waarin gewoond, gewerkt en geleefd kan worden, waar kantoren en werkplaatsen dus weer mogen naast woonhuizen en scholen.

“Na de Tweede Wereldoorlog is er in Nederland volop gebouwd. Met name in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw, de jaren van de wederopbouw, zijn veel steden en dorpen sterk uitgebreid. Overal verrezen uitbreidingswijken, voor een belangrijk deel bestaande uit karakteristieke doorzonwoningen, flatgebouwen en groenstroken. In de meeste gevallen gaat het daarbij om volstrekt onopvallende gebieden, zo onopvallend dat zelfs de mensen die er wonen slechts zelden stilstaan bij de vraag hoe hun huis of straat eruit ziet”. (Architectuur volgens Cees Dam).

Natuurlijk was er een duidelijke oorzaak aan te wijzen voor deze uniforme bouw. Sociale idealen en principes, door zo te bouwen kon men een betere samenleving met eerlijker spreiding van de welvaart en welzijn realiseren. Ook het beperkte budget drukte een duidelijke stempel op de manier van bouwen.

Ari Duivesteijn beschrijft echter in zijn bijdrage ‘De Burger als Opdrachtgever’ in ‘Land in zicht’ de verandering die inmiddels hebben plaatst gevonden.
“De maatschappelijke ontwikkelingen van de afgelopen jaren, en de verwachte ontwikkelingen in de komende decennia, hebben een geheel andere bevolkingsstructuur tot gevolg. Nog nooit was er een zo grote, geëmancipeerde, goedopgeleide middenklasse. Nog nooit was de samenleving zo pluriform. Meer dan ooit tevoren is de individuele burger niet alleen in staat te voorzien in zijn inkomen en maatschappelijke ontwikkeling, maar ook om zich een idee te vormen over hoe hij zou willen wonen”.

Een burger kan op talloze manieren zijn of haar identiteit uitdrukken, in werk, vrije tijd en culturele voorkeuren. Steeds meer zijn bijzondere woonvormen en plaatsen waar die arbeid wordt verricht de persoonlijke keuzes van die burgers. Steeds vaker wordt daarvoor dan ook gekozen voor een karakteristiek gebouw zoals een oude fabriek, pakhuis of kazerne.

En dat heeft bouwbedrijf Somass ook begrepen. Een multifunctioneel kantoorpand, met een karakteristieke uitstraling dat voldoet aan de modernste eisen die je aan een kantoor kunt stellen. Alle elementen die dit gebouw een monument maken zijn behouden gebleven. Zowel de buitengevel als het interieur getuigen van een monumentaal verleden van dit pand.

Het interieur van pakhuis Saigon
Pakhuis Saigon
Een van de kantoren in pakhuis Saigon

“De oorspronkelijke bedoeling en functie van een gebouw blijven relevant. Een bouwwerk moet betekenis houden voor de stad en z'n omgeving. Als het geen waarde meer heeft voor zijn omgeving is z'n rol uitgespeeld. Wat dan resteert is nostalgie, het gebouw heeft geen functie meer voor deze tijd. Het wordt een probleem, de gedachte daaraan gaat schrijnen, want de constructie staat er nog steeds en blijft zo een gebeurtenis in het heden, ook al is het in feite een herinnering geworden. Soms lukt het om zo'n gebouw een nieuwe betekenis te geven. Een nieuwe functie, een alternatief gebruik. Het bouwwerk heeft zichzelf overleefd, maar het krijgt opnieuw gestalte, een tweede leven. En dat lijkt toepasselijk, want wat is een herinnering anders dan het tweede leven van een gebeurtenis?”
Aldus Architectuur volgens Cees Dam.

De eerste advertenties voor het gebouw gingen uit van een voortzetting van de toen bestaande functie: ‘Te Huur - Bedrijfsruimte, direct aan de Zaan gelegen opslagruimte/bedrijfsruimte in het pakhuis Saigon. Zeer geschikt voor opslag van massagoederen’.

De nieuwe eigenaren, bouwbedrijf Somass, zochten uiteindelijk ook zelf naar ruimte voor een uitbreiding van de activiteiten. Ze vroegen een hinderwet vergunning aan bij de gemeente Wormer:

Onderwerp: aanvraag hinderwetvergunning
“Hierbij bevestigen wij de ontvangst op 28 augustus 1987. Van uw aanvraag voor een vergunning ingevolge de hinderwet voor het oprichten en in werking hebben van een timmerwerkplaats in het perceel Veerdijk 40 alhier”.

Aanvankelijk werd nog gezocht naar huurders die met gebruikmaking van de gunstige ligging en de grote opslagcapaciteit, hun distributie of handelsfirma in Saigon wilde vestigen. Inmiddels heeft het voortschrijdende inzicht geresulteerd in een geheel nieuwe kijk op de exploitatie van het monumentale pand.

Het werd steeds duidelijker dat er een grote groep creatieve ondernemers bijzonder ongelukkig zou worden in de glaspaleizen met hun atrium in de brainparks aan de snelweg. Kleine creatieve en innovatieve ondernemers zochten plekken waar ze gemakkelijk andere, gelijkgestemde ondernemers konden ontmoeten zonder daarvoor eerst in de auto te moeten stappen.
Bovendien zochten ze panden die paste bij het beeld van het bedrijf dat de klanten zouden moeten hebben.

Inmiddels wordt Saigon bevolkt door een aantal zeer gevarieerde ondernemingen die in hun communicatie naar hun potentiële klanten, bijna allemaal gebruik maken van de uitstraling van het pand. Op het briefpapier, de brochure of een uitnodiging of op hun website pronkt de markante voorgevel van Saigon.

De grafische vormgevers van Poelmeijer Schoen hebben zelfs hun naam aangepast; ze presenteren zichzelf als ‘Het Pakhuis’.

Op hun website pronken ze met Saigon:
“Een reclameadviesbureau voor creatieve en effectieve communicatie in de breedste zin van het woord. Gevestigd in een prachtig gerestaureerd pakhuis aan de Zaan in Wormer. Een omgeving die volop inspiratie biedt voor onderscheidend werk dat staat”

Architectenbureau ‘Zijlstra Schipper’ heeft ook zeer bewust gekozen voor een verhuizing naar Saigon. De zogenaamde ‘bureau brochure’ van Zijlstra Schipper opent met een aantal fraaie foto's van het interieur van hun nieuwe locatie. Ook in de tekst wordt er weer een link gelegd tussen het werk en de omgeving waarin dit gecreëerd wordt:
“In het nieuwe millennium hebben wij besloten te verhuizen naar een speciale locatie die meer invulling geeft aan ons bedrijf, onze medewerkers en onze filosofie. Een plek die een eigen uitstraling heeft, een prominente plaats inneemt in de regio en op deze manier bijdraagt aan de profilering van Zijlstra Schipper. Pakhuis Saigon laat het verleden overgaan in een nieuwe toekomst voor Zijlstra Schipper Architectenbureau BNA, een toekomst waarin de klassieke uitstraling van het pakhuis gecombineerd wordt met een moderne inrichting”.

  Pakhuis Saigon Pakhuis Saigon Pakhuis Saigon  
  Zijlstra Schipper heeft zelf de inrichting ontworpen. Somass heeft de uitvoering daarvan verzorgd.  

Dat is inderdaad iets wat de bezoeker direct zal opvallen; een strakke moderne inrichting in frisse kleuren. Het karakteristieke aan de inrichting van het pand Saigon zijn de gietijzeren kolommen en de grenen balken. Kolommen op iedere drie meter, zowel in de lengte als in de breedte. Waar een binnenhuis architect gewend is vrij te spelen met de hem toegewezen ruimte moet hier altijd rekening worden gehouden met die monumentale gietijzeren kolommen. Dat is in het gehele pand fantastisch gelukt. Nergens zijn de kolommen verstopt of onzichtbaar gemaakt. In enkele afdelingen hebben ze nog de originele verflaag (grijs) en de originele markeringen en opschriften.

Zelfs het hightech bedrijf ‘Hotel Concepts’, leverancier van Hotel en Ressort Management Software presenteert zichzelf op het internet vergezeld van een foto van de voorgevel van Saigon.

Het concept is, anders dan bij een bedrijfsverzamelgebouw, gebaseerd op geheel zelfstandige onderhuurders. Centraal door het gehele pand loopt, over alle verdiepingen een gezamenlijke gang. Iedere huurder beschikt echter over z'n eigen voorzieningen zoals receptie, automatisering en kantine faciliteiten.

Pakhuis Saigon
De door de monumentencommissie afgewezen voorstellen m.b.t. het aanpassen van het schilddak.
Pakhuis Saigon
Een tekening van de wel uitgevoerde extra verdieping op de ruim 4 meter hoge zolder.

Op last van de brandweer is er een vluchtroute gecreëerd waarbij een tweede trap is geplaatst aan de achterzijde in het pand. Het plaatsen van deze trap moet de eigenaren van Saigon bijzonder veel pijn hebben gedaan.
Het trapgat is, overigens mooi rond, uitgezaagd, dwars door de massieve grenen balken en de dikke houten vloerdelen. Het geeft de bezoeker overigens en mooie kans om een goede indruk te krijgen van deze prachtige grenen balken.

De central gang wordt op de bovenste verdieping beschenen door een lichtstraat. Overdag is het buitenlicht wat deze vloer verlicht. s'Avonds wordt een verborgen lichtinstallatie ontstoken die voor een bijzondere verlichting op deze verdieping zorgt.

De bovenste verdieping is, naar ontwerp van de eigenaren en hun huisarchitect Han van Leeuwen, voorzien van een tussenverdieping. Uitgangspunt was ook hier weer dat de gietijzeren kolommen goed in beeld moesten blijven. Een aanvraag bij de provincie om extra ramen (in stijl van de overige kozijnen en raampartijen) aan te brengen in het schuine gedeelte aan de voorkant van het schilddak, werd door de provinciale monumentencommissie afgewezen.

Door de tussenverdieping overal vrij te houden van de dakranden is nu toch voldoende licht beschikbaar op zowel nieuwe verdiepingsvloeren als op de bestaande vloer. Bovendien geeft het laten terugtreden van die tussenverdieping een mooi ruimtelijk effect.

Bij mijn eerste kennismaking waren alle huurders trots op de invulling die zij zelf aan hun eigen werkplek hebben kunnen en mogen geven. Er zijn inmiddels zo'n 60 werkplekken gecreëerd in Saigon. Er kunnen dus nu net zoveel mensen werken als er ooit, op het hoogtepunt van de rijstpellerij, in het gehele Hollandia complex hebben gewerkt. Het gebouw wordt met respect en liefde behandelt, door zowel de nieuwe eigenaren als hun onderhuurders. Waar vroeger de balen rijst lagen opgestapeld staan nu hightech computers op modern vormgegeven bureaus. Aan de informele kleding en aan de gekozen inrichting is duidelijk te merken dat hier creatieve mensen werken aan nieuwe producten en concepten. Het is goed te begrijpen dat de meeste van deze nieuwe pakhuisbewoners diep ongelukkig zullen worden achter de glasfaçades in kantoren of bedrijvenparken aan de rand van de stad.

Bron en inspiratie voor dit artikel

Verantwoording beeldmateriaal

Foto's in dit artikel komen uit: